niet wegnemen 5 da|£Je3er overtuigd' is, dat'<3& heer Thorbeeke
het voorstel vari^^nenvi^,Btgenpot niet' kan goedkeuren dat
het met |z,hge ^ge-^'elen^^* inzfgten. siri^pf en dat hij er
veeleer c^è%>deÖc t jxg&Êy hèvigste bestrijders van het ont
werpen'-\ij|||i^|^^^{inogeniteit en zal het nimmer zijn.
Voorzeker voor de overeenstemming ten ge
volge van gemeeR""overleg der ministers en voor de zelfstan
digheid van ieder minister op zich zeiven in zijne bureaux be
sluiten en voorstellenmaar bij eene organieke wet, waarbij
zoovele kardinale punten moeten worden uitgemaakt, is deze
grens niet reeds gelegen aan het uiterste puntje, of de wet
preventief den repressief zal wezen.
Een woord aao de kSezes*» vooïp dc GeEjaeeaïcpaad
vaei ©Gvesatei*.
De tijd voor de Verkiezing nadert met rassche schreden.
Elke kiezer zij dan doordrongen van de taak die op hem
rust, ter medewerking tot het algemeen belang, met verza
king van het Egoïsme. Hij geve of weigere zijne stem niet
aan dezen of genen kandidaat, naar mate het zijn eigenbe
lang, ten voordeele zijner a/faire, medebrengt. Die zoo han
delt pleegt voorraad aan de goede zaak hij is het stemregt
niet waardig, hij doe afstand van zijne Burgerlijke regten
tot zoo lang hij van die kwaal genezen is.
Ook de kandidaat, die op die wijze invloed op zijne kie
zers tracht uit te oefenen, en niets anders in de staatkun
dige weegschaal kan leggendan geld en eerzuchthij- zal
gewogen en te ligt bevonden worden. Het gevoel en de prik
kel voor eer, stelt den mensch tot de edelste daden, tot de
hoogste zelfverloochening in staat, maar waar dat gevoel de
grens overschrijdt, tot een hartstogt aangroeit, wordt hij een
despoot, een tyran hij wordt waanzinnig: voor zulke kan
didaten zij men op zijne hoede.
Doch waar den toetsteen gevondendie ons zoo veel mo
gelijk voor dwalen zal behoeden. Dit gaat moeijelijk, maar
ik herinner mij deze woorden, uit het programma der veree-
niging Vrijheid en Orde welke onze gids kunnen zijn
Dat braafheid, kunde en deugd, met verzaking van het
egoïsme, hetwelk den Staat zoo veel rampen heeft be
rokkend, eenig en alleen de aanbeveling zuilen zijn; on
der welke rang en stand in de maatschappij men die eigen
schappen ook moge aantreffen. De leden van Vrijheid en
Orde hebben zich plegtig als mannen van eer verbonden den
candidaat in 't bezit dezer deugdenhunne stem te geven. Of
men dezulken aantreft in of buiten den raadin de vergade
ring op den Poot of de Stroomarkt, dit alleen moet de aan
bevelingsbrief zijn de banier waar elke partij onder moet
strijden, wil het stad en land welgaan.
Zal de Grondwet eene waarheid worden de Gemeentewet
heil aanbrengen dan brenge elk kiezer zijn eigenbelang
die invretende kanker voor alle welvaart, ten offer aan het
algemeene heil: zoo zullen de behoudsmannen liberaal
kunnen worden, de onverdraagzamen vreedzaam, de eerzuch-
tigen nederig, de baatzuchtigen belangloos. Wien deze deug
den ontbreken hem moge de algemeene opinie zijne plaats
aanwijzen, niet op het gestoelte der eer, maar op de bank
der beschuldigden waar hij met het woord voor immer ver
geten wordt weggezonden.
Bij het nazien der kiezerslijst voor den Raad van Deven
ter, met opgave der aanslagen in de directe belastingspringt
niets zoozeer in 't oog, als de schromelijk onevenredige druk
der patentbelasting. Zonder van het onbillijke en onstaat
huishoudkundige dier belasting in 1t algemeen te spreken,!
zien wij personenwier bedrijven driemaal zooveel voordeel
opleveren als die van anderen, met een patent van meer dan
de helft minder; ja wij zouden voorbeelden kunnen aanwij
zen van personendie met een patent van circa f 8 onbe
twijfelbaar veel winstgevender zaken hebben dan anderen
met een van 50 of ƒ60. Gedeeltelijk zal dit wel een ge
brek in de wet zelf zijn, maar zeker komt dit ook voorna
melijk door de wijze waarop de zetting geschiedt. Grooten-
deels bestaan de collegicn van zetters uit menschendie zei-
ven geene affaires hebben en daardoor nog veel minder over
anderer affaires kunnen oordeelenen 2ich door Controleur
en enkele invloedrijke leden laten leiden. Treft het nu, dat
men juist niet zeer bij die heeren in gunst staat, dan is het
hun gemakkelijk dit in te peperen, en, door de jammerlijkste
drogredenen somsde overige leden tot een hoogen aanslag
over te halen. De wet toch laat hier de grootste willekeur
toe, en men weet, dat het requestreren aan Gedeputeerde
Staten slechts eene mystificatie is, daar het request toch I
weer in handen der zetters komt. Waarlijk, is er eene I
onstaathuishoudkundige, onbillijke, schandelijke belasting, I
het is -lie van het patent! Een volk, dat zich koelbloedig I
zoo in de uitoefening zijner nijverheid laat drukken en knoei- J
jen en knevelen, moest zich schamen van vrijheid te spreken
2de brief van een Overijsselaar aan zijn vriend iri den
vreemde.
I-Vaarde Vriend!
Het is maar goed geweestdat ik mijn vorigen brief af
brak want ik begon warm te worden. Nu, met het oog
op art. 6 der Grondwet, kan men ligt denken dat er nog
al wat te zeggen is over Breda, met zijn alias iegerkampje,
waarmede s jaarlijks meer dan een ton gouds onnoodie ver
spild wordt, om daarvoor als het ware een paar dozijn bom-
menV-nn i êec^aan^ van geparfumeerde officiertjes, naar de
verschillende regementen en Onze Vloot, af te schieten, die
even onverwacht en geschuwd als ijzeren bommen onder
hunne zoogenaamde wapenbroeders neerkomen.
Ter zake dus maar met mijne belofte, om u iets over onze
Provinciale Staten te melden. Dit valt moeijelijk, wie zou
het geloovenOnze officiële Provinciale courant springt
als een pantomimist om met de handelingen dezer zittingen.
Onze Deventer Moniteur zwijgt er geheel over, kruipt steeds
digter onder de vleugelen van het behoud en teert op zijne
advertentiën. Overijssel bleef mij slechts overig.
Nadat de vergadering zich in afdeelingen gesplitst had
ging men aan het werk. Men hoorde adressen om subsidiën
enz.gaf en ontving rapporten over diverse zaken. Men komt
eindelijk tot de begrooting van uitgaven over 1852. ieder is
hierin uitgetrokken voor zijn traktement, cn is tevreden;
edoch Heeren Gedeputeerde Staten niet alzoo. Met een
traktement van f 1200, benevens f 600 reis- en verblijf
kostenhun toegestaan door den koning bij besluit van 3
Januarij 1851laten zij bij deze begrooting van zich zeggen
i dat goede geschikte mannen uit de provinciën te zwaar we
gen op de goudschaal, tegen die geringe som. Ten lsten
f 300 traktement en ten 2de f 200 reis- en verblijfkosten
meerder, dan waren de twee dagen per week uit en weer
te huis, aan dezen post verbondeneerst tegen goud betaald."
Hoe steekt dit gedrag af bij dat van het zoogenaamde gemeen
bijv. bij eenen brand. Is hun belang niet, hoe meerder cr
verbrandt hoe meerder werk en redt het niet zooveel moge
lijk, met gevaar van eigen leven? En de Staten? Het eigen
belang treedt op een stuitende wijze op den voorgrond. Er
wordt over beraadslaagd en deze traktementsverhooging met
27 tegen 17 stemmen aangenomen. Men behoeft nu nog
de Hooge regering des lands te gaan smeeken om deze ver
hooging boven het wettig gestelde toe te staan geene eer
volle commissie! Een man die ieders achting verdient, de
heer van Loghem was tot onze bevreemding ook sterk vojdr
die verhooging. Hij zegt de publieke openie was er voor,
27 leden der staten die er voor stemdenen 17 die er tegen
stemden met alle Overijsselaars achter zich, zal die publieke
opinie wel aangeven. Sterk door deze negatieve opinie, zegt
Z. Ed. verder: wij moeten blijven volharden, al wordt deze
verhooging de eerste maal door de ministers afgeslagen.
Voor het tegenstemmen danken wij umijnheer Zeehuisen
die zoo vaak de algemeene belangen tegen aristokratische aan
matiging durfdet verdedigen, en u mijnheeren Moorrees en
Rommenieu beiden zal men niet onder de chevaliers de Ia
Girouette tellen. Uit vrees van stellig het lid op den neus
te krijgen schipperde men het met de verblijfkosten.
Bij een ander Rapport uit denzelfden hoekstelde men
voor, om, bij afloop van den pachttijd, de sluizen en brug
gen aan de Dedemsvaart onderhandsch voor dezelfde sommen
in pacht te laten behouden. De heer Zeehuisen was niet zoo
slaperig als de rapporteurs. Hij toonde aan, dat de herberg
de Ligtmis, onder die verpachting begrepen, met zijn toebe-
hooren alleen bij publieke verpachting 's jaars 1000 meer
zoude opbrengen. Hij maakte door zijn strijd voor de belan
gen der provincie, zoovele slapenden wakker, dat het voor
stel van onderhandsche pachtverlenging verworpen werd
met eene meerderheid van twee stemmen. Deze geringe twee
stemmen gaf moed aan eene zekere partij. Men beweerde
dat dc fiksche neus van een lid voor 2 geteld was, en daar
entegen een lid met een fijn neusje was voorbijgezien.
Gott HEL -fe-MICH een aristocratisch neusje was in het
spel. De vergadering wilde zich in dien neuzenoorlog niet
verdiepen, Jazelfs toen 3 leden alle drie meesters in het
regt (en in de kunst) het aristocratisch neusje te hulp wilden
komentrok de vergadering partij voor den gezonden neus.
Nu over wat anders.
Het ijverige Twente gaat gaat voort, om den katoendraad,
welken zij voor geld aan de Britsche nijverheid moet vragen
tot calicots te weventen einde ze daarna aan de Nederland-
sche Handel-Maatschappijden grooten Mogolaf te zetten.
Wee! Twenthe, als onze herleefde Oost-Indische Compagnie
in eene vlaag van rustnemen is.
Kampen, langs de rivier bekeken, begint hoe langer hoe
meer op eene koopstad te gelijken. Men gaat daar voort
met ijzeren stoombooten in elkander te zetten, en laat daar-