ea ^taatlisaisSfioesdliiEaade. Brief van een Overijsselaar aan zijn vriend in den vreemde Waarde Vriend! Ik zend u in geleide van dezen een exemplaar onzer nieuwe Gemeentewet, welke wij Nederlanders op het toonccl der Maatschappelijke wereld staan op te voeren. De tooneelschel heeft reeds geklonken, het gordijn is reeds opgehaald, en wij kunnen onze nog vigerende, maar aftredende Gemeentebestu- ,.en als het ware bij wijze van voorspel in hunne vroe ger zoo bomvrije, thans opene vergaderzalen, zien en hooren. Of men ze uit deze laatste levensspranken echter genoegzaam zal kunnen beoordeelenis eene andere vraag; daar, bij de weêrhanige natuur van vele onzer staatsmannen, de verzoe king te groot schijnt, met het oog op de aanstaande nieuwe verkiezingenom niet te trachten zich eens regt populair voor ie doen. Dit houdt men ook voor de reden, dat van deze spiegelgevechten zoo weinig notitie wordt genomen. Hoe zal die wet in de toepassing zijn? Als de uitvoerders en medewer kers hunne rollen goed wiUen spelen dan is het wel slagen verzekerd. Maar helaas! nemen wij sommige Overijsselsche acteurs op andere tooncelen tot maatstafdan moeten wij onze verwachting niet te hoog spannen. Ik meen, bij voorbeeld: heeft op het toonccl der tweede kamer de heer Storm van 's Gravesande zich niet laten verschalken door twee Haagsche advokatcn tot eene poging om de leden der vroe gere eerste kamer een zeer ruim pensioen te bezorgen? Geiuk- ki™ was de tegenwoordige eerste kamer wijzer; maar toch, alweer onze heer Cost Jordens wilde denzelfden weg in als die drie strijders der oude Aristocratie. 2de voorbeeld: De heer Sloet tot Oldhuis wilde, zelfs boven den minister van firiantien, de officieren meerder pensioen gegeven hebben, zeggende onder anderen: »dat het pensioen de renten moest bedragen van het kapitaalaan de opleiding tot officier in de jeugd besteed." Gaan wij eens na, voor welk eene som onze rijke lui voor hunne zonen een post als officier kunnen koopen want go weet zeker nog weldat alle officieren bij ons leger als het ware uit de broeikast tc Breda moeten komen. Even als alle kinderen van gegoede Nederlanders heeft de officier op zigt de burgerscholen doorloopen. Nu moet dc aanstaande koopman enz. voor zijn geld zijn vak gaan leeren of zijn kapitaal met de minste zekerheid op de toekomst in eerie affaire steken, ten einde én rente én een bestaan te ver krijgen. Daarentegen kan de vader van den aanstaanden officier in een-stellig profetischen geest uitroepen: voor de som van f 1500 zal mijn zoon binnen den tijd van G jaar een ruim bestaan hebben als officier, met het stellige uitzigt van vet ter, nog vetter van inkomen te worden, en op 55jari- gen ouderdom, zal de natie hen ccne gecvenrcdigde som als pensioen, tot aan zijn jongste snik hier op aarde, uitbetalen. Als ik het verstudeerde kapitaal tegen 100 percent bereken dan zal het het gemiddelde pensioengehalte daarstcllen. £n daar moest nog wal bijvolgens den heer Sloet. De meerderheid in de kamer was echter van andere gevoe lens, en met 50 tegen 8 stemmen liet zij het bij die 100 percent rente berusten. Nog een woordjebij die gelegenheid scheen de kans schoon op eenige tweegevechten tusschen onzen Minister van oorlog, den Heer Sloet tot Oldhuis, en den Heer Storm van 's Gravesandeover den graad van krijgshaftigheid onzer Natie. De Heer Sloet zeide: onze natie 'is niet krijgszuchtig, de minister kwam daartegen op, schoon hij in dezelfde zitting beweerde, dat vele militaire ambtenaren zich op gevorderden leeftijd blind geschreven hadden aan hunne lessenaars. Waar lijk geen gelukkig argument om hunne krijgszuchtigheid te j bewijzen. De derde hield de ongetrouwden dapperder dan de gehuwden. Hoe ver hierdoor nu het pleit beslist is, weet ik niet; doch betreur het met het gros der natie, «lat als werkelijk middel ter verbetering van het leger niet is aange nomen de gehecle afschaffing der militaire academie en be vordering naar gedrag en bekwaamheid. Ik eindig thans, in een volgenden zal ik u iets schrijven over onze provinciale staten, daar is ook wel wat gebeurd, dat u te melden wel waardig is. In het verslag der Gdeputeerde Staten van Overijssel lezen wij onder andere het volgende De Koninklijke tapijt fabriek te Deventer heeft, door aan zienlijke bestellingen zoowel buiten als binnen 's landsbij zondere levendigheid ondervonden. Een zeer bloeijende inrigting is de ijzer-gieterij te Deventer tevens fabriek van stoom- en andere werktuigen. Deze ver schaft aan vele handen werk en brood. Onlangs is in dezelve een stoommachine gemaakt voor de machinale papier-fabriek 'sJaars aan leergelden moet betaald worden fk00, in 5 jaar 2000 De leerling krijgt daarvan f 50 zakgeldf 250 Uitwinnenvan rempla^ant, boven den koopman f 250 1500 te Berghuizen bij Uattem, welke het bewijs heeft geleverd, dat in deze ijzergieterij góed en deugzaam werk voor matigen prijs verkrijgbaar is. In de koekbakkerijen te Deventer heerschte eene zeer groote bedrijvigheid. Een ingezeten dier stad had het voornemen opgevat, om eene machinale meel-fabriek op te rigten naar de Engelsche en Amerikaansche méthodedóch heeft dit moeten laten varen door den accijns op het gemaal door dien de daartoe betrekkelijke wetten, het gebruik van de vereischte werktuigen niet toelaten. Door den Heer Directeur van het kabinet des Konings is eene lijst uitgegeven van vooreerst ^<1 drukfouten in den of- ficiëlen druk der Gemeentewet (Staatsblad No. 85). Wij ge- looven dat dit nog op verre na niet alle zijn terwijl op deze opgave nog wel weder eene errata noodig schijnt, daar die wederom van fouten schijnt te wemelen. Wij vragen of het geene verregaande schande is, clat van eene zoo kostbare in stelling als de Landsdrukkerij, mei zooveel hoogwijze en hoog- gesalarieerde beambten en zulk een overdadig personeel en materieel, zulk knoeiwerk geleverd wordt, als waarvoor de minste drukkerij in het afgclegcnst dorp zich schamen zou? Is het op deze wijze, dat men Laurens Koster vereeren wil, dooi- ook, wat typographische uitvoering betreft, zoo na mo gelijk aan zijne eerste drukproeven te blijven? Het zou be spottelijk zijn zoo het de goede Burgerij niet zoo diep in den zak kwam; maar het wordt ergerlijk, wanneer men be denkt dat men zich den druk der Pharmacopoea Neerlandica voor de Landsdrukkerij gereserveerd heeft, uit vrees dat in bijzondere afdrukken drukfouten mogten sluipenWat worden die goede Kamers toch nog bij den neus geleid! Van al de nadrukken die er van de Gemeentewet bestaanen die behalve dat ze de ressources misten die de Landsdrukkerij ten dienste stonden veel vroeger dan deze zijn gereed geweest, is er zeker geen waarin het tiende gedeelte fouten is als in dc officiële uitgave der Landsdrukkerij Wij lezen in |eenige nieuwsbladen ln Pruissen bestaat een verbod, om des zondags te ar beiden. In de in den omtrek van Berlijn liggende wevers dorpen zijn dezer dagen cenige arme wevers, die de gansche week door geen tijd hebbenom hun aardappeltuintje in orde te houdentot in verhouding der overtreding waarlijk strenge straffen veroordeeld omdat zij des zondags nog zoch ten af te doen wat in de week ongedaan had moeten blijven." Wij dachten hierbij onwillekeurig aan onze zoogenoemde Zon dagswet die nog telkens wordt opgewarmd en alnog van kracht schijnt, schoon er inderdaad mogelijk niets zou tc bedenken zijn meer in strijd met de beginselen der staatkunde waarin wij ons thans mogen verheugen en eene gezonde staathuis houdkunde. Wij weuschen daarom, dat die wet niet lijde lijk veronachtzaamd, maar uitdrukkelijk opgeheven wierdzoo mogelijk met aanwijzing van het nadeelige van sommige harer be palingen. Mogte er aanleiding door ontstaan tot een waarlijk ge paste viering van den zondag (die wij voor het algemeen hoogst noodzakelijk houden), niet door de uitersten van godsvrucht en zonde, zoo als thans, maar door doelmatige en nuttige uit spanning tot veredeling van ziel en zin Apeldoorn, den 23sten Julij 1851. Reeds lang heeft het verwondering moeten wekken dat onder alle nuttige zaken en inrigtingen welke hier sedert eenige jaren tot stand zijn gebragtmen nimmer aan het daarstellen eener geregelde Har monie beeft gedacht, of althans in derzelver oprigting niet heeft kunnen slagenthans verneemt men echter dat op nieuw daartoe pogingen worden aangewend en wel om eene compleete Harmonie, onder leiding van den Heer Tanzer te Deventer, omtrent wiens bekwaamheid en geschiktheid slechts ééne algemeene stem is, zamen te stellen, en alzoo bij plaat sen van minderen rang niet achterlijk te blijven. Het grootste bezwaar moet echter wezen het aanschaffen der in strumenten waarvoor eene nog al aanzienlijke som vereischt moet worden althans volgens de berekening welke wij daar van gezien hebben en niet gelooven dat overdreven isen waartoe dan ook reeds eene lijst van inteekening aan de no tabele ingezetenen dezer gemeente is of wordt aangeboden en waarop, voor zooverre wij gezien hebben, bereids voor eene goede som door enkele ingezetenenis ingeteekend en waar aan willen wij dc eer van Apeldoorns notabiliteit niet te kort doen niet te twijfelen valt of zal verder worden deel genomen. Volgens eene bij de lijst van inteekening ge voegde staat, hebben zich reeds onderscheidene personen als werkende leden daartoe aangeboden en hunne pogingen kun nen niet dan toegejuicht wordengeen enkel feest toch of, wil men muziek, moet het met groote kosten van andere plaatsen worden geroepen, voor welke kosten men in de eigene

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2