Op Yvauc S.cuciijKv: uj ^cü;J>ci.itfiij!vü DclaijgClj j Waarbij j
ieder burger ten zeerste betrokken is.
Onverschillig toeschouwer te zijn in het tijdsgewricht dat
aanstaande is, bij de eerste directe verkiezing van leden voor
de Gemeente-raadware dus zich schuldig maken aan mis
kenning van de regtendoor de nieuwe wet ons geschonken.
Niet genoeg kunnen wij alzoo den raad geven, dat de ver
schillende hier ter stede bestaande vereenigingen van kiezers
onderling de handen ineen slaan, opdat, met ter zijde stel
ling van Godsdienst-quaestiën, dezelfde personen als kandida
ten worden aangenomen en den kiezers voorgesteld. Daardoor
toch zal men de verdeeldheid de versnippering der stemmen
voorkomen en, het voornaamste van alles, het geduri^ her-
stemmendat ten laatste de kiezers afmat en verveelt en zoo
doende eenë onverschilligheid, eene laauwheid doet geboren
worden, welke zeer te bejammeren en altijd van nadeeligen
invloed op de uit te brengen keuzen is.
Meer dan ooit sporen wij dus de bedoelde vereenigingen
en in het algemeen de kiezers aan om door eene zekere
voorbereiding, gemeenschappelijk het groote doel bevorderlijk
te zijn; dat wil zeggen, dat zij geschikte, waardige, be
kwame en eerlijke leden kiezen; 'leden, die door soliditeit en
moraliteit het vertrouwen hunner medeburgers verdienen en
van welken men met grond mag verwachten dat zij hunne
betrekking als lid van den Raad met ernst en geweten zullen
waarnemen.
Het zij verre van ons om te willen beweren dat in den
Raad dezer stad, zoo als hij nu is zamengesteid geen ver
dienstelijke mannen zitting hebben N die eene herbenoeming
waardig zijn; neen, er zijn er onder, welke zulks ten volle
verdienen maar er zijn er ook onderwaarvan dat zelfde
niet gezegd kan wordenen die, onzes bedunkens, wel ge
daan zouden hebben zoo zij rêcds vroeger hun ontslag als
zoodanig hadden genomen, liieschheidshalve 'zullen wij hier
geen namen noemen maar de onderscheiding aan het oordcel
van het algemeen overlaten. Alleen zij het ons nog vergund
op te merken dat de benoemingen in de laatste zes jaren
gedaan, getuigen kunnen, dat het Kiescollegie zijne roeping
beter begon ie begrijpen; immers in dat tijdvak zijn voor een
groot gedeelte mannen benoemd, die ruimschoots in de ach
ting 'hunner medeburgers deelen en wier benoeming bij de
aanstaande verkiezing zeker weder verlangd zal worden.
Hoezeer wij hopendat op de goede en bruikbare nu zit
ting hebbende Raadsleden zal worden gelét, zoo is het even
wel aan geen twijfel onderhevig, dat er nieuwe keuzen zul
len moeten plaats hebben. Het is daarom dat wij de pen
opnemen.
Men late nu alle godsdienstige onverdraagzaamheid varen
de Protestantende Katholijken, de Israëliten hebben allen
de zelfde aanspraak, de zelfde regten. Men vrage slechts naar
kundige en geschikte personen en stelle alle dweeperijvan
de eene zijde zoo wei als van de andere, ter zijde. Men
zorge veeleer dat iedere tak van volksbestaan van volkswel
vaart in den R.aad zoo veel mogelijk worde vertegenwoordigd
en dat men mannen kieze, die den handel, het onderwijs,
de finantiën, den waterstaat, het militie-wezen enz. beoefe
nen en vergete ook den regtschapen regtsgeleerde niet; opdat
de belangen der stad en bepaaldelijk die van hare ingezetenen
met naauwgezetheidbeleid en ijver worden behartigd.
Wij willen van onze zijde gaarne medewerken om de aan
staande verkiezingen daartoe bevorderlijk te doen zijnwij
beschouwen dit als eene onzer schoonste bemoeijenissen en
zullen daarom met bereidwilligheid in overleg treden omtrent
de uit te brengen keuzen. Wij hebben onze meening geuit ten
opzigte van de wijze waarop die keuze moet worden geves
tigd; weldra zullen wij de namen opgeven van hen, die wij
wegens regtschapenheid en kunde waardig achten onzen nieu
wen Gemeente-raad uit te maken en wij twijfelen er niet aan
öf die opgave zal alle partijen voldoen.
■p diegenen, vveike van de gevVone Vervoermiddelen te 1- j
gebruik maken. Wij durven dus hopen, dat het desw a
degedeelde berigt waarheid moge behelzen, en zoo^
deze zitting der Staten, althans bij den aanvang der vol™
daartoe de noodige voordragt van de Regering m0ge ufttaan'
Het laatste nommer der Letteroefeningen bevat een ge r h*
van den heer van Dam van Isseltde vrijheid getiteld M
het oog op den tegenwoordigen toestand van oostelijk Eurona0
de conferentiën van den keizer van Rusland, nu te Wa
schau, dan te Olmütz, met de Duitsche keizerlijke en konink
lijke Hoogheden tot de minste Durchlaucht en ynadiger Herr
toe, en de schijnbare rust door ruw geweld verkregen en
tot hiertoe behouden op het meer en meer onder het juk
wrevel end volk, kwamen ons de volgende regelen belangrijk
voor. Mogten ze medewerken om de volkeren tot ware vriR
heid te brengen
Europa rust, na 't bloedig strijden,
De volken zijn getemd en Willekeur regeert;
Maar 't is geen zoete rust, die 't harte komt verblijden:
Neen. t is de vrede niet, die zeegnend wederkeert.
Der vorsten overmoed heft stoutlijk zijn banieren
Geen troonen wagglen meer hun diadeems staan vast.
Zijn ze eenmaal door }t geweld der volkeren verrast,
Aij kunnen 't zegefeest met vollen luister vieren.
De vrijheids kreten zijn verstomd,
t Volk heeft op nieuw den nek in 't slavenjuk gekromd,
Zijn wilde driften zijn bedwongen
Zelfs waar t in stillen ernst zijn regt en vrijheid vroeg,
Waar t edel Hessisch volk den vuigen Hassen pflug
Bijna den schepter had ontwrongen
Daar wordt de krijgsniagt zaamgedronge.n
En onder wapenklank zijn orde en rust hersteld*
Wee, Grooten dezer aard! zoo ge op die rust mogt bouwen,
Die wrange vrucht van wreed geweld
Verlaat, o Vorsten! Jt blind vertrouwen,
Waarmeê gij, onbezorgd, de toekomst tegensnelt!
Naar wij van goederhand vernemenzegt het H.B. zijn
de onderhandelingen op dit oogenblik tusschen de Pruisische
e.n Nederl. gevolmagtigdcn te Berlijn gevoerd wordende, over
de aansluiting van de Nederl. met de Duitsche spoorwegen,
bereids zoo ver gevorderd, dat men spoedig den goeden
uitslag dier onderhandelingen op vrij zekere gronden te ge-
moet mag zien. Wij kunnen er zelfs bijvoegen dat Z. M. de
Koning van Pruisen bereids zijne toestemming tot de aanslui
ting heeft gegeven.
Dezer dagen was de bevolking van Madrid gelokt naar het
Prado, waar een Barcelloneesch meisje, Juannita Perez ge
noemd, op eene hoogte van 200 ellen zou rondvliegen. Te
4 uur des namiddags bij eene warmte van 38 graden heeft zij
haren togt volbragt, welke zeer goed is afgeloopen. Zij is
nog veel hooger gestegen dan aangekondigd was en doorvloog
meer dan de helft der lange wandeling van het Prado. De
vleugels hadden 4 a 5 ellen vlugtsen waren vastgemaakt
met banden, die zoo buigzaam waren, dat zij zich met de
grootst mogelijke gemakkelijkheid bewogen en een geluid
maakten als dat van de wieken eens zeer grooten windmo
len. Deze proeve zal hernieuwd worden.
Onder .de prijselijke en nuttige maatregelen, waarvan het
tot stand komen .eerlang te gemoet mag gezien worden, be
hoort voorzeker de afschaffing der paardenposterijen die in
stelling, zoo nutteloos op zich zelve en welke een' zoo druk-
kenden last op het reizend publiek legt. De paardenposte
rijen dienen eigenlijk tot niels anders dan om de weinige
groote heeren die er nog gebruik van maken, in de gele
genheid te stellen spoedig en goedkoop te reizen terwijl het
reizend publiek, dat van de gewone vervoermiddelen te lande
gebruik maakt, het gelag voor die heeren betalen moet.
Daarenboven is die inrigting sedert de groote veranderingen,
welke in de vervoermiddelen in een kort aantal jaren hebben
plaats gegrepen, eene onbillijkheid geworden, daar noch
spoorwegen noch stoombooten iets aan centmies voor de paar- rmm n
denpostei'ijen betalenen dus al de last der inrigting drukt j vaarden
De kastelein D. kwam vah de jaarmarkt te L. terug, en
zijn buurman zat stom dronken naast hem op den wagen.
Het was schemeravond toen zij de poort hunner woonplaats
binnen reden. De kommiezen vroegen den kasteleinof hij
ook goederen op den wagen had waarvan inpost moest
betaald worden Njels dan een varkenantwoordde de
kastelein die werkelijk het spek van een gerookt zwijn op
de jaarmarkt gekocht en achter zich op den wagen onder
stroo verborgen had. Dat zien wij wel, hernamen de
kommiezen, den beschonkene bedoelende, zie maar toe,
dat gij het veilig in huis krijgt."
11ellendoor nden 9 Ju lij 1851. Omstreeks den 25 der loo-
pende maand zijn weder uit deze gemeente drie huisgezinnen
ruim 20 personen tellende, voornemens naar de Yereenigde
Staten van Noord-Amerika te vertrekkenwelke bereids
hunne bewoonde Erven hebben verkocht ten einde hun
domicilie over te brengen bij hunne bekende Land- en Ge-
meente-genooten vroeger derwaarts vertrokken. Dezen zullen
zich bij emigrerenden uit de aangrenzende gemeenten Wier
den, Rijssen enz. aansluiten, om gezamenlijk ten getalle van
ruim 100 personen, dc groote reis over Rotterdam te aan-