12 Julij 18S1.
NIEUWS- EN
y
ADYE211TE]\TIE-BLAI)
Kf°. 28.
^smpsÊmPii
KALEIBOSKOOP
2W&LEE HUEVEM-ffEIS
DU blad verschijnt geregeld allo Zaturdageo. De
prijs vau het abonnement is voor Zwolle, Deventer
Zutphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden
overal elders franco per post8T/2oent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advertentiën is van dén tot vijf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen reel, be
halve oucent zegelregt bij iedere plaatsing.
^fJTTFSaEMAPELDOORN.
De Advertentiën moeten vóór Vrijdag middag vier
uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschiedenbetzij door bemiddeling dor Post
kantoren of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink;
Deventer, A. Ter Gunnb; ZutphenJ. II. Mellink;
ApeldoornB. Gunning.
Waarom de ©eEfiaeeaaéeweè zo© pojpBalaSi» hs.
Wat de beschuldiging aangaat, dat de bepalingen der Ge
meentewet omtrent de gemeentebelastingen in strijd zouden
zijn met de grondwet, wij hebben gezien, dat deze niet houd
baar is, al ware het alleen om de algemeenheid van de be
woordingen der grondwet. Eene andere vraag echter is het,
of de aan alle zijden afgeperkte ruimte, binnen welke dc ge
meentebesturen in het vast stellen der belastingen, waaruit
zij in de behoeften hunner gemeenten zullen moeten voorzien
als opgesloten wordenin harmonie is met de breede en vrij
zinnige grondslagenwaarop de grondwet en overige tol
hiertoe tot stand gekomene organieke bepalingen rusten? Of
zij in overeenstemming is met de verwachtingen van onaf
hankelijkheid der gemeenten in hare eigene zaken? Wij ge-
looven het nieten aarzelen niet te verklarendat wij wen-
schen, dat de eerste verandering, welke deze wet in vervolg
van tijd moge ondergaan, de opheffing of'verruiming van een
deel dezer bepalingen zal hunnen gelden.
En toch zijn wij ijverige voorstanders dezer wet; toch be
hoeft zij in populariteit voor geene harer voorgangsters onder
te doen; toch zijr. het juist de liberalen, welke die bepalin
gen verdedigen tegen de beschuldiging van bekrompenheid
van centralisatiezuchtvan ongrondwettigheid; toch werd zij
in beide Kamers in weerwil dat de heer van Hall, zich
in tegenstelling plaatsende met den heer van Zuylen, sarrend
uitroept:- »Mijn stelsel brengt mede, geene enkele soort van
belastingen aan de vertegenwoordigers der steden op tc drin-
gen. Yolgens zijn stelsel moeten zij gedwongen zijn bepaalde
belastingen uit te schrijven, ook dan wanneer zij die voor
hunne gemeente afkeuren. Wie van ons is vrijzinniger, wie
van ons bewijst vertrouwen in de resultaten der volkskeuze
te stellen toch werd zij in beide Kamers door dei-
leden goedgekeurd, meerencleels dezelfde mannen, die hunne
goedkeuring aan de Kieswet en Provinciale wet schonken
wier te groote vrijzinnigheid de behoudende partij niet genoeg
kan verfoeijen.
Het is blijkbaar, dat zich hier iels gelden doet, dat sterker
weegt dan de bloot theoretische vrijzinnigheid om aan de
gemeentebesturen eene ruimere hand te laten in zulk eene
kapitale zaak. Men behoeft er ook niet lang naar te zoeken,
want het doet zich helder genoeg voor: het is de diep inge
groeide overtuiging van het verkeerde van ons belastingstelsel
en van de noodzakelijkheid om hierin verbetering te brengen.
Die overtuiging, welke zich meer en meer begint te ontwik
kelen, heeft reeds zulk eene kracht, dat, bij de ingenomen
heid met den waarborg, welke in deze wet ligt opgesloten,
dat deze verbetering zeer zeker een begin zal hebben in dc
gemeentebelastingenhet vertrouwendat die verbetering
door de regtstreeks verkozene gemeenteraden ook zou kunnen
ingevoerd wordengeheel op den achtergrond treedt. In
deze zaak wil men liever wat meerder dwang, omdat hij ze
kerheid schenkt, dan onbeperkte vrijheid, omdat zij slechts
de mogelijkheid medebrengt.
Een krachtig bewijshoezeer die overtuiging ten grondslag
ligt aan de algemeene goedkeuring, met welke de gemeente
wet en hare beperkingen ontvangen wordt, leverden dezer
dagen de Groningsche Staten-vergadering. Er was een voor
stel gedaan om aan de Tweede Kamer een adres op te zen
den houdende om bij de Regering ten sterkste aan te drin
gen op de afschaffing van alle accijnsen op het gemaal en
geslagtzoo mede van de belasting der patenten, en deze
te doen vervangen door eene belasting op het inkomen. Het
werd afgewezen hoofdzakelijk op de volgende gronden dooi
den heer van Roijeneen bekend voorstander van hetgeen
men wilde verzocht hebbenen eerste onderteekenaar van
een vroeger met hetzelfde verzoek uit Groningen opgezonden
adres, uitgebragtdat als men naging, dat de werkzaamheden
van het ministerie zich tot vóór slechts weinige dagen hebben
moeten bepalen bij de discussie over de gemeentewet in de
beide Kamers, als men naging de belangstelling, welke deze
vooral in de provincie Groningen ondervonden en de alge
meene voldoening, welke de aanneming van die wet met eene
overgroote meerderheid veroorzaakt heelt, als men naging dat
zelfs de reactionnaire partij hulde heeft moeten doen aan de
talenten des ministers ten wiens koste zij zoo gaarne de wet
had willen doen vallen dat liet dan in zulk een tijd en onder
zulke omstandigheden ongepast zou zijn, dat de Staten een
ernstig adres zouden indienen als repraesentanten van Gro-
ningens ingezetenen, en dat zij, in plaats van hunnen dank
te betuigen voor den vooruitgang in het constitutionele leven
thans nog berispingen zouden uitbrengendat er niet meer
gedaan was.
De Gemeentewet geeft meer dan beloften omtrent verbete
ringen in het belastingstelsel, meer dan dc hoop dat de wil
daartoe bij de Regering en vertegenwoordiging bestaat, zij
doet werkelijk eene schrede in eene andere rigting, zij geeft
de eerstelingen der verbetering.
Daar wij niet vaak in de gelegenheid zijn met de 's Gra-
venhaagsche Nieuwsbode (den hardnekkigen tegenstander van
het tegenwoordig ministerie) te syrnpatiserendoet het ons
te meer genoegen thans daarin een stuk aan te treffen dat
wij meer algemeene bekendheid waardig achten en wijook
ter behartiging van onze lezershier laten volgen
ES»© vevkScz&EBgeB* v©©&* cScua G©fiMe©flait©»fl9fta<iL
Ingevolge art. 286 der Gemeente-wet zal weldra de lijst
der kiezers voor den Gemeente-raad moeten worden opge
maakt, vastgesteld en gesloten, om daarna, krachtens art.
287, te kunnen overgaan tot het kiezen van leden van den
Gemeen te-raad.
Was tot dusverre eene verkiezing van belang, gewis is het
de onderwerpelijkewant na de verkiezing van leden voor
de Tweede kamer der Staten-Generaal mag deze wel het eerst
genoemd wordenalthans eerder dan die voor de Provinciale
Statenomdat deze wel is waar de belangen der verschillende
gewesten behartigenmaar deze belangen geenszins kunnen