m,
tt'f r-«
*kj?
èe ri t e 1ijjfënavérk^rcklqk atitèn^'c genoemd, cn
ïuet.^odtê^ftbe^Kpclhfeid cloor den heci^'van Hail als ocnc
«eiVa^n^ waarin Kïj lick was, toegeëigend
voor v vele-.gehieeïvteij noodlottig is gewéést, wier besturen
door Gedeputeerde Staten zijn., ontlastwier schulden zfn
gevestigd, en wier geduldige inwoners gebukt gaan onder
de opcenten op geniaal en geslagt, om de renten te betalen.
Poch zij rekenen op de direkt verkozene gemeenteraden:
waarover in een volgend nornmer.
VetrïScIaiaiBg eai Fcs*flagé5flB«; vara t-Ocveaatcf.
Eenigen tijd geleden deed ik weder eene reis door ons
land voor handelszaken. Doordrongen van het beginsel, dat
zonder algemeene welvaart, de persoonlijke welvaart niet
worden zal, wat zij konde wezen, gaf ik clan op die rei
zen zoo als men zegt mijne oogen goed den kost met
alles op te nemen, wat als nuttig, voordeelig in mijne va-
derstod zoude toegepast kunnen worden.
Niets trok zoo zeer mijne aandacht op deze reis als de gas
verlichting in vele steden. Ja, ik kan mij nu nog met een
zeker genoegen in een door gas, vrolijk verlicht vertrek te
rugdenken, dat sehoonc, helder, sterke en goedkoope licht.
Hoe trof het mijtoen iemand op cene straat door gas ver
licht, voor mij uitgaande, notabene een stuivertje vond,
één onzer nieuwe stuivei tjesdie toch wel goed licht noodig
hebben om gezien te kunnen worden. Het trof mij te meer
wijl het mij juist bijviel, dat, toen men bij ons onlangs aan
het straat vernieuwen was, ik des avonds bij meer dan ge
woon slraailicht over eene vrij groote hoop straalsleenen
ieder steen grootér dan cene Edammer kaas, ben gestruikeld.
Ook ben ik niet de eenigste geweest die een gedwongen knie
val voor zulke hoopen heelt gedaan, want dag aan dag lieten
de slraatmakers 'savonds zulke steenhoopen midden over de
straat liggen op cle wijze als hooioppers in een weiland.
En wij zagen die sle.erien des aanstoots niet, niettegenstaande
het Jicht op ieder hoek der straat versterkt was met een
tweede lantaren op een paal daar staande als echte verte
genwoordigers der verlichting van de afgeloopene eeuw het
was reeds genoeg, dat deze gloeijende spijker ons waarschuwde
niet tegen zijn standpaal te loopen.
Ik wist waarvoor zoo een olieman bij ons 's jaars de olie-
verlichting publiek aannam en daarom vroeg ik overal om
inlichting omtrent den prijs van 't gaslicht. Ik kwam ein
delijk te Nijmegen, en de som aldaar voor het gaslicht be
dongen, met die voor ons olielicht vergeleken gedurende 20
jaar, gaf mij de uitkomst, dat het hokkcrige Deventer met
gas verlicht 's jaarlijks duizend gulden konde uilsparen. Een
aardige som voor ons achlerlandersIloe meerder verlichting
hoe minder gedwongene verligting.
Daarom bekr uipt mij al weder een wenschof wij door
die verlichting niet allengskens van die plankjes aan de poor
ten «stedelijke belasting1' en «verboden ingang voor het vee"
zouden bevrijd kunnen raken. Ik houde zooveel van alles
vrij, en dat tot hetgeen er noodig is, ieder naar zijn maat-
schappclijken stand bijdrage.
]k zou daarom wel haast geneigd zijn Deventers burgerij
op te wekken tot een rekwest, aan clen Stedelijken Raad om
gasverlichting. Aan clen tegenwoordigen Raad?
Het kon soms, ik spreek hier bij veronderstelling
te veel gevergd zijn, de medewerking van eenig lid te vra
gen tot het brengen van verlichting voor alle huizen en
deuren in alle hoeken der stad.
Ik wil dus voor mijn rekwest liever afwachten, welke
leden onze «publieke openie" van dezen onzen Raad overlaat
en als het uitschot door nieuwe gezonde planten is vervan
gen dan zullen wij ons daarvoor «met moed aangorden."
Laten wij allen, zonder onderscheid, ons bestreven om vol
gens onze nieuw billijke Gemeentewet goede keuzen voor de
zen Raad te doen, ten einde cle gekozenen «genoegzaam op
de hoogte" worden bevonden, om hunnen werkkring te ope
nen met ons verlichting door gas te schenken, en zij ver
lichting van duisternis en verligting van Jasten steeds tot hun
doel stellen.
zijner le-
Inmiddels kwam de kerkeraad door afwisseling
den, tot betere inzigten wat men vroeger, ten genoegen
van den beslaande» predikant, had gemeend te moeten te
genwerken werd krachtig ondersteund er vonnden zich
(helaas!) twee partijen: de Heer Burgemeester stelde zich
aan het hoofd dei- voorstanders van een tweeden leeraar
versterkte die partij door de afwijkingen van de Dortsche
Synode geweldig te helpen betreuren en eindelijk is aan
de gemeente kennis gegevendat door 's Rollings mild
heid en de beschikking van den Minister, tot het beroepen
van een tweeden leeraar kon worden overgegaan zoodra
slechts cle noodige gelden voor eene predikantswoningdoor
vrijwillige giften van de leden der gemeente zouden zijn te
zamen gebragt. Weldra meldde de vlugge faam clen volke,
dat de Meer Burgemeester ƒ200 tot dat doel had ingeschre
ven en anderenlegden den wijsvinger der regterhand
langs clen neus; 't was het hoofdmoment van het drama:
eene mijmering:
Ds. N. zwager des Burgemeestersheeft juist onlangs een
preek van twee volle uren in de Apeldoornsche kerk gedaan,
heelt de trouw- cn doopformulieren geheel van a tot s voor
gelezen, met inbegrip van «ontvangen en geboren, ja de
«verdoemenis zelve!" en ƒ200 is cene groote som. Maar
wie zal het beroep doen? heeft Z. M. als Heer der heerlijk
heid een bij de wetten onbeslist gebleven colJatie-regtis het
dan toepasselijk op een tweeden predikant? Bovendien, dat
collatie-regt zelve en in het algemeen, mag men het erken
nen; mag een denkend Nederlander er voedsel aan geven?"
De Baron van Wijckersloot b.v. wordt morgen Pausen tevens
Heer en Collator te......!! De Roomschen klaagden wel eens
over verkorting hunner regten waar blijven in zoodanig ge
val cle onze? Neen, gcene collatien meer! De breede ker
keraad zal dus beroepen! doch wat is die kerkeraad wie
heeft hein benoemd wat zijn er voor waarborgen dat hij
werkt in d^n geest der meerderheid van cle gemeente,
zijn de leden bekwaamonbevooroordeeld en onafhanke
lijkzullen zij zakengeene -personen in aanmerking ne
men? Had de Synode niet zoo lang gedraald met een ker
kelijk reglement in den geest des tijds cn der grondwet, vele
der laatste vragen zouden opgelost zijn; zoo als de zaken
thans geschapen staan, 't is slim!! Die verschillende kerke
lijke Collegiën in Apeldoorn (zich zeiven kiezende en aanvul
lende) schijnen sedert eenige jaren al wat niet eigenlijk boer
is of ambachtsman zorgvuldig uit hun midden te verbannen
zij kunnen het buiten de Hoeren reddenalleen geldzaken
wij wilden wel eens weten cle graden breedte der inschrij
vingen van den breeden Kerkeraad!"
Zoo mijmeren, vragen, overleggen cn berekenen velen; de
wijsvingers van de regterhand blijven steeds op de straks ge
noemde plaats en komen dien ten gevolge maar niet in de
zakken. Was de Redactie zoo vriendelijk het bovenstaande in
den Kaleidoskoop te werpenhet zou misschien effect cn
verandering te weeg brengen!
flngezon den
Reeds in 1836' hadden eenige ieden der Hervormde ge
meente van Apeldoorn, den eerwaarden Kerkeraad verzocht
de benoeming van eenen tweeden predikant te willen bevor
deren. Bij dat collegie geene ondersteuning vindende,
wendde men zich tot het klassikaal bestuur en clen Heer Mi
nister van eeredienst. Alles te vergeefsgeld was hier weder
het struikelblok. Er zijn schatten besteed in verre gewes
ten, ter bevordering van een twijfelachtig Christendom, en
van onze gemeente, tellende tusschen de 5 en 6 duizend
zielen, bleven er velen als heidenen, schapen zonder herder,
ryn(\z,wer\ en.
Het voorstel van vrij handelstelsel is door de wetgevende
vergadering van Frankrijk met 429 tegen 199 besloten niet
in overweging te nemen. Dc door den Heer Thiers uitge
sproken redevoering ter bestrijding van hetzelve is het onder
werp van alle gesprekken. De voorstanders der beschermende
regten zijn regt tevreden over den slag, welke door dien
staatsman naar zij bewerenaan het vrijzinnige handelsstel
sel is loegebragt. Zij noemen clen heer Thiers het «sieraad
van de Fransche Wetgevende Vergadering," en verkondigen,
dat hij zich overtuigd kan houden van zijne herkiezing als
volksvertegenwoordiger in het jaar 1852.
Eene geheel andere taal voeren daarentegen cle aanhangers
van het vrije handelsstelsel. Zij beweren, dat de lieer Thiers
die ongetwijfeld de gave des woords bezit, ditmaal eene ver
gadering van 700 volksvertegenwoordigers op het dwaalspoor
heeft gebragt, en mitsdien zijn talent heeft misbruikt. Zij
achten het een onheil voor het land, dat eene Wetgevende
Vergadering zich laat verblinden door eenige schoonklinkende
woorden, staathuishoudkundige drogredenen, geschiedkun
dige onwaarheden; dit een en ander afgewisseld door aardig
heden, die alleen in eene Fransche Kamer worden gehoord
en er ingang kunnen vinden. Van dien kant wordt beweerd,
dat men weldra zal inziendat men zich door den schijn
heeft laten verleiden en den vorm voor het wezen der zaak
heeft genomen.
Dit laatste schijnt inderdaad gegrond te zijn. Buiten de
Wetgevende Vergadering wordt een geheel ander oordeel ge
veld over de redevoering van den heer Thiers, dan in die
vergadering.
(Ook de Parijsche correspondenten van buitenlandsche bla
den komen op tegen den heer Thiers. Zoo leest men o. a.
in de Weser Zeitung, dat die heer «al de onuitputtelijke