Bij de behandeiing der Gemeentewet leverde de lieer Baud weder een voorbeeld van die verrassende bekeeringen op die bij onze staatsmannen niet ongewoon schijnen, doch waarvan ieder eerlijk gemoed met afkeer vervuld wordt. Be heer Baud had zijn aanval tegen de gemeente-wet voor het laatste bewaard-gedurende de discussie van vier vreken zweeg hij, om bij plotselinge overrompeling, wanneer de vijand van den strijd zou zijn afgemat, kon het zijn, den genadeslag toe te brengen. Die toeleg is deerlijk mislukt en op de schande van den ondernemer uitgeloopen. Intusschen legde bij die gelegenheid de heer Baud merkwaardige ver klaringen af. Het punt van aanval was hetzelfde, dat reeds herhaaldelijk door Groen en consorten en door van GoJtstein was besprongen. Dc gemeente-wet is die heeren niet vrijzinnig genoegZij zal den openbaren geest dooden in plaats van dien op te wekken De gemeente-besturen erlangen ge ene genoegzame vrijheid van beweging! De heer Baud, de Oostersche autocraat, de ridder van het malaiseop dat aanbeeld te hooren kloppen klinkt vreemd. Maar vreemder nog ais hij zegt: tAan die behoefte (de behoefte aan een prikke-I voor den openbaren geest) voldeed de vorige grondwetnaar mijn inzi.en, niet. Zij bezat de opwekkende kracht nietwaarvan ik zoo wen sprakzij heeft den openbaren geest in een doodslaap gehouden. Ik had dat telkens voor den geestwanneer ik in eene vorige betrekking onder eene vorige regering dc herziening der grondwet als wenscheiijk voorsteldemet het bepaalde doel om in onze instellingen het levendmakend beginsel te brengen dal mij voorkwam te ontbreken is het waarlijk de heer Baud die zoo spreekt Heeft hij onder de vorige regering steeds het wenschelijke een er grond- wets-herziening betoogd? Is hij dan vergeten wat mede in zijnen naam in 1845 werd verklaard? Is hij vergeten, wat hij zelf, met eigen mondI in die dagen niet alleen maar herhaaldelijk heelt beleden Is hij zijne voorstelling van het malaise en de oorzaken daarvan vergeten Is hij al zijne daden vergeten zoo de woorden hem uit het 'geheugen zijn gegaan? Is hij vergeten, dahij een der mede voorstellers was van de 18 ontwerpen van Maart 1848 Of gelooft hij, dat wij dit alles vergeten zijn Teregt voerde hem dan ook de minister te gemoet De geachte spreker heeft mij verblijd met de verzekering, dat hij altijd behoord heeft onder degenen die eene herzie ning der grondwet wenschten. De geachte spreker heeft mij daarmede verblijd maar- ik moet erkennen dat zoodanige blijdschap mij thans niet voor de eerste maal te beurt valt sedert 1848 is het getal van hendie later verklaard hebben altijd te zijn geweest voorstanders van de herziening cfer vorige grondwet, 'niet klein geweest. Jammer, dat zij, die thans zoo spreken^ niet vóór 1848 toen het mogelijk nog lijd ware geweest, om met minder méér te verkrijgen, hen hebben on dersteund die niet schroomden voor hunne meening uit te ko men, [Fijn!!!] De geachte spreker heeft gezegd, dat de vorige grondwet dezen publieken geest verdoolde. Ik heb dat nooit in de vorige grondwet kunnen vinden. Ik meen dat bet eene onregtvaardige beschuldiging is, tegen de grondwet. Maar hetgeen den publieken geest "verdoofd heeft, onder de wer king van die grondwet, dat was de geest van het gouverne ment, de geest der gouvernementen van 1815 af. Die geest van het gouvernement die niet strekte om bekwaamheid op den voorgrond te brengen om aan vrijheid van oordeel eene .stem te geven om medewerking op te reepen die geest is verdoovend geweest voor den publieken geest. De onver schilligheiddie er bestond voor alles, wat publieke zaak was, wordt ten onregte geweten aan het karakter eener grondwet waarvan men de ontwikkelieg tegenhield Ziedaar den bekeerling in zijne naaktheid ten toon gesteld. Hij, die zooveel hij vermogtmedewerkte om den publieken .geest te dooden, hij vindt onze tegenwoordige regering niet liberaal genoeg. Pleit het niet voor de zeldzame deugdzaam heid der gemeentewet, haar, door zoodanigen mond, op zoodanige wijze te hooren bestrijden F. C. Voor hen die naar een poslje zoeken, en daar soms 1000 en meer voor aanbiedenis de volgende advertentie in 't Handelsblad geen verwerpelijk kluifje. Hef traktement is wel zoo min als het bij de meest mogelijk^ bezuiniging slechts wezen kan; doch het annexe pensioentje maakt het voor den tegenwoordigen schralen tijd en voor iemand die niet te veel begeert, nog al aannemelijk. En zoo lang de principes heerschendie wij dézer dagen bij de behandeling der schadeloosstelling aan de voormalige Iste kamerdoor sommige naauwgezelle 2de en Jste kamerleden hoorden uit kramen, zal wel geen gevaar voor beknibbeling van dit pen- sioentje bestaan »Er wordt gevraagd in een klein Landjezeer aangenaam gesitueerd aan de Noordzee: Een Minister van Marine, liefst van de Protest. Godsdienst, tegen een inkomen van f 12,000 's jaars, er zal minder gelet worden op bekwaamheden, dan wel op de. kunst om de zaken te verwarren veel over zui nigheid te roepenen voor zich zelf wel af te spelen men kan na anderhalf jaar in dien geest gehandeld te hebben re kenen op een pensioen van f 5000 's jaars. Iemand hierop reflecterende gelieve zich met franco brieven te adresseren onder Lett. Q Q; Bureau Handelsblad." Hadden de Nederlanders, die zich zooveel getroost hebben om de binnenlandsche tentoonstellingen op te luisterenen vooral 2 ijdie daar gêtoond -hebbenin staat te zijn, om 1 de nijverheid een nieuw leven te geven, zich beijverd hunne zaken naar Londen te zenden, onze eer tegenover onze na- buren zou gehandhaafd zijn. Wanneer een mijner landgenoo- ten op de Londenschetentoonstelling eene rustige plaats wenschtdan begeve hij zich naar de sectie Netherlands; dooh de vriendelijke Nederlandsche vlag noodigt hem niet van verre uit, daar een e rz ij ds Oostenrijk en anderzijds Belgie wap peren en dus voor haar geene ruimte bleef. Geen der Ne derlandsche nijverheids-voorwerpen van wezentlijke waarde valt in het oog. Naauvvelijks ziet men het schoon geteekende karpet van Heukensfeh.lt te Delft, dat reeds dadelijk in het Arljournal afgebeeld werd. Engelsche fabrijkanten betuigden mij hunne goedkeuring over het schoone damast, waarop eerst een toevallig gesprek hunne aandacht vestigde. De ca talogus zegt, dat Becker's schoone balansen cn dat Logemans wereldberoemde magneten aanwezig zijn, zij zijn ergens; doch bijna het eerste wat Nederland aanbiedt is een kast met militaire epauletten en andere ornementen, en boven eenige beeldjes van Lurasco en er naast een bak met ecnige gebrokene lijnkoeken. Dc schoone vinding van Swaab, ik heb den fabrijkant uit Leeds, die het geheele 'stel van vj as machines op de tentoonstelling prachtig in beweging brengt (William Higgios a. s. Salford Manchester) en waarop Hoi- landsch vlas tot draad gesponnen werd, er heen gebragt, en verheugde mij in zijne bewondering en goedkeuring, - is even zoo geplaatst als de weggeslotene pastei, die gerust tc huis had kunnen blijven. Maar, ga" eens naar de 3e sectic van Britsche expositie en gij ziet, dat Claussende concur rent van Swaab, de geheele jeugdige kracht zijner vinding uitgebreid heeft. B.) Op 17 dezer heeft de eerste jaarlijksche algemeene verga dering der Maatschappij tot bevordering van landbouw, tuin bouw en veeteelt in Overijssel te Zwolle plaats gehad onder voorzitting van den Commissaris des konings. Zijn benoemd de volgende commissien A. Tarief van reis- en verblijfkosten: de H.H. Dr. C. II. J. van Berchuijs, Jonkhr. Mr. YV. G. Hovij', Mr. B. W. BlijdensteinC. H. Engelenburg en Mr. J. P. G. Moorrecs. B. Reglement voor eene tentoonstelling van vee: de H.H. J. ZeehuisenW. Snel, Mr. J. P. G. Moorrees, Mr. G. W. Baron van Dedcm en Mr. A. M. Dikkers. C. Reglement voor eene tentoonstelling van bloemen: de H.H. Mr. B. W. A. E. Sloet tot Oldhuis, Mr. H. W. Jordens, Mr. T. W. van Marlt, Mr. J. S. van Namen van Eèmnes en Mr. H. Helmi-eh Jr. van Vilsteren. Eenige wijzigingen in het Reglement worden aangenomen, en ingekomen voorstellen van de afdeel in gen commissariaat gemaakt. Daarna wordt overgegaan tot het benoemen van een en AI- gemeenen Secretaris en Thesaurier; het blijkt uit dé'stem ming, dat de voorloopig benoemde Hécren Dr. B. Meijlink en Dr. C. H. J. van Bercbuij's, mét overgro'ote meerderheid zijn herkozen. De plaats voor dé èerst volgende Algemeene Vergadering wordt bij acclamatie'te Deventer bepaald. Qoor het tegenwoordig buitengewoon bestuur wordt eene voordragt gedaan van een buitengewoon bestuur voor 1852, bestaande uit de H.H. Mr. PI. van LoghemBurgemeester der Stad Deventer, Dr. M. J. Cop, Professor in de schei- én kruidkunde, P. Valter, landeigenaar, Mi'. M. E. Houck odvokaat en Notaris, Mr.</I\ W. van Marle, Regter bij de Arrondissements-Reglbank en Mr. H. W. Jordens, Advokaat en Procureur, allen te of onder Deventer wonende. Na enkele berigten en voorstellen wordt de feestdag beslo ten met een keurig diner bij den Voorzitter Jhr. Mr. C, Blacker waarbij hartelijk op den voorspoed der Maatschappij gedronken is. Apeldoorn19 Junij 1851. Wij bevinden ons te midden der feesten van allërlei aard, die wij aan den Koning te danken hebben. Dezelve zijn begonnen met de behoudene

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2