over uwen en pSfélzej^Jbij men j steden heeft zien vernjzen. Wanneer men om die en te vinden, ïijae-toevlugt zou hebben moeten nemen een hoofdelijken omslageene direkte heffing op de huurwaarde of het rijks-personeel, de Raad zou daartoe zijne toestemming niet gegeven hebbenmen zou gevreesd' hebben voor onaangenaamheden met de meer gegoede, de aanzienlijke burgers, die men dagelijks ontmoet. De raadsleden zeiven zouden mede onder de eersten hebben moeten bijdragen; maar tien opccntjes meer op het gemaal gelegd, tien opcentjes meer op de brandstoffen, tien opcentjcs meer op het geslagt, dat heeft niemand gemerkt, en zoo zijn die gebouwen er ge komen. Na het betoog dat de accijnsen den prijs der eerste levens middelen verhoogen en de dagioonen verlagen waaraan het ontbrekende door de bedeeling moet worden vergoed, weer legt hij de bewering, dat de accijnsen in stand moeten ge houden wordenwijl men er nu eenmaal aan gewoon is. Nog zegt men: scene vermindering van accijnsen zal u niet j baten gij zult toch dezelfde perceptie-kosten 'dezelfde be lemmering blijven behouden en daardoor het doel, dat gij u s voorstelt, lagere prijzen, niet bereiken.'' De heer Lotsy erkent ook dat de afschaffing van één accijns doeltreffender is dan verminderiug van meerdere, doch onder de voordeden welke ook reeds eene vermindering geeft, wijst hij er op, dat ook smokkelen geld kost, en de smokkelaar nooit het geheele bedrag der belasting wint. Wanneer de belasting zoo hoog is, dat zij b.v. vijf gulden van een mudde tarwe be draagt, dan kan een bakker die smokkelt aan loon voor zijne handlangers en aan fooijen en tractementjes voor de commie zen twee tot drie gulden besteden; maar vermindert de be lasting tot op de helft, dan houdt de aansporing tot smok kelen op, en de schatkist ontvangt meer bij haren minderen dan bij haren grooteren eisch. ei a a k. Tijd is geld" zei Byron. Yoor den fabrikant, den am bachtsman en den kunstenaar mag er wel worden bijgevoegd smaak is geld. Een ruwe smaakzoowel bij het proeven met oogen en ooren of met den geest, als bij het proeven met den mond, is allen aangeboren. Niemand is zoo stomp en ongelikt, of hij heeft, in beide opzigtenzijnen smaak; althans indien dc organen zelve hem niet ontbreken. Het aangename en welgevallige heet voor den mond lek ker, voor de oogen fraai, voor de ooren welluidend, voor den geest en in velerlei opzigten schoon. Het schoone heeft duizend bijnamen, al naar de tinten of wijzigingen van het geen ons meer of min gevalt. Ieders aangeboren smaak heeft zijne ontwikkeling en op voeding. Ieder behoudt of verkrijgt ook iets eigens in zijnen smaak. Dit eigene is zoo verschillend, dat een oud spreek woord leert: De gustibus non est disputandum" (Over de smaken valt niet te twisten). Evenwel de invloed der voortgaande beschaving op de smaken is zoo sterken de menschelijke aanleg heeft bij al len wel zooveel overeenkomstigs, dat objective smaak niet volstrekt een onding is. Met andere woorden ofschoon alle smaak eigenlijk subjectief en aan ieder eigen is, zijn er toch dingen met gegronde aanspraak om door ieders proef te wor den goedgekeurd, dat is, dingen die objectief smaakvol mo gen heeten. Hij althans welke die dingen afkeurt, ligt on-/ der een zwaar vermoeden van ongelijk eu van wansmaak. Niet waar? er zijn toch lieden van smaak; van goeden, gezonden gekuischten smaak wier smaak vertrouwen inboe zemtgeraadpleegd wordt, en gezag heeft. In grootere steden wrijven de menschen elkander af (vooral in het uitwendige). Sommige steden hebben eenigen naam van smaak; zoo als Brussel Weenen; zelfs 's Gravenhage. Vooral de franschmandat is, de parijzenaar, heeft den naam van smaak. Reeds Regnard, in zijne Laplandsche reis van 1681, verhaalt, hoe de laplanders wilden trouwen met de laplan- derinnen die eerst door de fransehen waren geliefkoosd. En thans weder gaat van Londen de mare uit dat op de groote tentoonstelling vooral bij de fransche voorwerpen zooveel smaak wordt opgemerkt. Waarlijk, Parijs Jeeft voor een groot gedeelte van zijnen smaak. De nijvere man of kunstenaar die zich trouw en bekwaam van zijnen werkkring kwijt, is aller eere waard. Ontbreekt hem smaak, hij trachte althans, niet te vervallen in die mis lukkende malheid welke met alle geweld smaak wil hebben. Hij neme liever den raad in van lieden met erkenden smaak. Maar toch alle opkweekers behooren zooveel mogelijk in de jeugd den goeden smaak te helpen ontwikkelen. Daar doen '.wordt besloten, die men lij wèl aan: want smaak is geld, en helpt de kostwinningen iet zou, do|r£fï;^]^?5Si^É)eeld brengt de heer Lotsy Vooralzoo de middelen het toelaten, moet de jeu^d eens in de laatste 25 jaar van honk, om te zien^ en te vergelijken, en om aan geschikte maar en plaatsen smaak op te doen. Ziet maar eens, die nijveren en kunstenaren welke zakeliik en werkelijk niet zoo veel bekwamer ziin dan vpIp di i I J "HUci cn ie bekend geraken en wier naam over eenen ruimen kring of misschien over het wereldrond gevierd wordt heb ben zeer zeker, althans in hun Vhkeenen fijnen smaak niet alleen eenen smaak die uit het voorhandene kiest n die ook uit de ideeën kiest; eenen smaak die uitvindt schept, die grijpt en daarstelt. De smaak heeft zijne grillen. De historische smaak van tiid en plaats is de mode. De mode is de laddersport waar het oogenblik op vertoeft. De mode is zoo grillig, dat in Parijs niets zoo leelijk is als de mode van het vorige jaar. De mode wordt ook niet ongestraft veronachtzaamd. Maar het genie van nijverheid en kunst weet eene verzoening op het oog te houden tusschen de grillen der mode en de eischen van altijd goeden smaak. En de gewrochten van het genie zijn van aard omwanneer de begravende modegrillen van het vol gende jaar voorbij zijn, glansrijk te herleven, en verzameld te worden in museums en kabinetten, of als gedenkstukken van meesterschap te worden aangewezen. In den re^el zal het nog minder onraadzaam zijn, toe le geven aan de hcerschende mode, dan aan de grillen van den smaak of wansmaak van dezen en genen. Want de mode is althans een gangbaar ijkmerk, hetwelk éérst geldt om de middelpunten van drukte cn rijkdom, daarna nog in de ach terhoeken. Met modieuse waar is ook eenige berekening te maken over het blijvende en afslijtende van haren prijs. Goede smaak in alwat versiert, is in een volk een blijk van beschaving; maar niet altijd nog van de hoogste bescha ving. Want deze vertoeft minder lang bij het zinnelijke. Deze maakt meer werks van het wetenschappelijke en ver standelijke; van de overwinningen, door geest en inspanning al voortgaande behaald. Smaak bij het zinnelijke is slechts nablijfsel of voorbode van den smaak der hoogere beschaving. De zuiverste smaak zal wel die zijn welke de geheele ziel doordringt, en zich niet alleen sierlijk en zegevierend open baart in kunst en geest, maar vooral ook schoon en achtens waardig in alle doen en laten. Onder de voorwerpen, die de Tijdspiegelblijkens zijne aflevering van de maand Junij dezes jaars, nog naar.de Monster- Tentoonstelling te Londen wil afzenden behoort onder ande renals optisch amusement: een verkleind model der Drent- sche Kanalisatie; van de Rijn-Pruissische spoorweglinie; van »den Utrecht-Rotterdanischen spoorweg; van de Geldersche landontginning en eindelijk van de Amsterdamsche Duin- waterleidingop glas geschilderd en door den brandspiegel vergroot als in de lucht zwevend gezien." Om. de rariteit hebben wij ons veroorloofd het vorenstaande uit gezegd tijdschrift over le nemen. Erkennen moeten wij liet, dat men in Nederland met de verleende concessiën voor de uitvoering van openbare werken niet gelukkig is en er wel eenige aanleiding bestaatom zich die ondernemingen steeds als in de lucht zwevendevoor te stellen. De Drentsche Kanalisatie-onderneming ofschoon meer dan een jaar gcconcessioneerdzal echter spoedig meer van zich laten hooren. De uitvoering is ten minste verzekerd al gaan de voorbe reidende werzaamheden niet zoo spoedig vooruit als men wel wenschte. Zij is echter ten achteren bij de Overijssel- sche Kanalisatie-Maatschappij die eerst later is tot stand geko men. Met die kanaal werken zal weldra worden begonnen. Het bestek voor de verruiming van dc Steen-Wetering tusschen Zwolle en de Linthorster-brug over eene lengte van ruim 70.0D ellen een gedeelte uitmakende van het beneden-pand van het kanaalis on der daagsvan wege het departement van Binnenl. Zaken goedgekeurd, en de aanbesteding van dat werk zal binnen weinige dagen volgen. Wij wenschten van de aansluiting van den Rijnspoorweg aan de Pruissische banen hetzelfde te kunnen zeggen. De onder handelingen met Pruissen moeten echter, naar men ons ver zekert op beteren voet staan dan vroeger het geval was. Beklaagt men zich hier wel eens over verwijl in de behande ling van zaken men schijnt te Berlijn aan hetzelfde euvel mank te gaan Van de Geldersche landontginning vernemen wij weinig of niets. Van de Duin-waterleiding te Amsterdam zooveel te meer maar op het papier zie de artikelen door ons in vroegere N°. geplaatst. Sedert is er weder eene waterleiding geconcessioneerd uit de Vecht waarvan onder anderen de heeren van Hasselt en Elias de ondernemers zijn. Het ontbreekt alzoo Amster dam niet aan concessiën voor waterleidingenmaar wel aan

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2