I$e pretensie voor lltsslasad. Scliuldrenteaa eai dagbladzegels. gouvernementen, maar de hofstad in weelde te doen schit teren. De heer Metman pakte met echte advokatcn-driesthcid ha verschil in het hart aan. Ja, als men de woorden dei- grondwet naai, zoo als zij daar stonden, dan kon er aan geene schadevergoeding gedacht worden .maar. als men onder zoekt en weer onderzoekt, dan zal uien tot het resultaat komen, dat door reis- en ver blij f hosten iels geheel anders werd verslaandan ervolgens hel gewone spraakgebruikdoor ver staart moet worden enz. enz.En op zulke argementen neemt de Tweede Kamer met 32 tegen 28 stemmen het voor stel aan! Men verhaalt, dat na den afloop der zitting voorname equipages stil hielden voor de woningen der voorstellers. Het is zeer streelend, voor een ambiticusadvokaat zulke hooge visites te ontvangen maar eervol voor den volksvertegenwoor diger is het niet. In den Haag zijn altijd wel financiers die eene bestemming weten aan te wijzen voor inkomende balen. Onder d:e zelfde liefhebbers zijn er die met vol vertrouwen staat maken op ons goed geloof. In de laatste levensjaren onzer vorige grondwet heette cr een tekort te zijn van verscheiden milli- ocnen. De leelijke kleine Kaleidooskoop heeft destijds gead viseerd dat cr bewijs moest worden verlangd van het beslaan van dat tekort. Geleverd is dat bewijs juist nietintegen deel het tekort is zoo zachtjes-aan geslonken en verdwenen. Dat zelfde tekort kan nu natuurlijk niet worden opgewarmd. Voor Meer-uitpomperij kan óók rnel geen /alsoen weder zoo veel worden aangevraagd dat het wat helpen kan. Misschien ware er iels auders te practiserenmaar de pretensie voor Rusland is voldoende, bij gebrek van beter. De vrees om een magtig rijk te indispo.nerenmoet altijd effect doen. On- dertusschcn zijn wij leeJijke Kaleidoskpop zoo vrij vaa weder in bedenking te geven, of niet, alvorens de pretensie zelve -worde onderzocht, bewijs behoort verlangd te wordendat werkelijk de pretensie gemaakt is, niet slechts door den ecnen of anderen rus of diplomaat die cr toe kon zijn in den arm genomen, maar door Rusland. Mogt dan na onder zoek bevonden wordenniet alleen dat het beleefd en fat soenlijk is, te knikkebollenmaar dat er werkelijk grond voor de pretensie is, en dat wij necferlanders (niet baasspelers of knoeijers voor onze rekening) de pretensie schuldig zijn; dan zouden wij er altijd nog gaarne bij bedongen zien, dat er quitantie voor vertoond moet worden aan de Rekenkamer niet enkel van eenen rus of diplomaatmaar van den keizer van Rusland, of althans (wanneer zulke heeren zich niet kunnen ophouden met het vuile werk van quitantie-tcckencn) van hoogstdeszelfs ministers beide van financiën en van buiten- landsche zaken. der Wij maken opmerkzaam op de volgende woorden Arnh. cour. van 15 dezer 5 Wij hebben zegt de Nieuwe Rollcrdamscheeene verte- e genwoordigmg die zorgen zal dat de belastinghier de i niet-betaling van verschuldigde rente, niet buitensporig overdreven worde. j> Dit antwoord is veelbeteekenend. Het bewijst wat wij sbeweerden dat er inderdaad, wanneer men in beginsel de bevoegdheid tot niet-betaling aanneemt, gcene grens voor de toepassing bestaat." Verder zegt zij: waarom dan met onze oneerlijkheid ge »transigecrd en niet, in plaats van voor 3 percent, voor 50 of 75 percent bankroet gemaakt?" De lieve lezer herinnert zich welligt, hoe wij kleine Kalei- doskoop, en wij bijna alleen, beweerd hebben, dat hetzegel op dagbladen of drukwerken ongrondwettig is, en dat, in dien onze vrije drukpers kan belast worden met een matig zegelregtzij óók kan belast worden met zegels van'eene ton gouds. Ook de Arnh. cour. sprak ons daarop tegen. 3Nu zeggen wij op nieuw, met woorden der Arnhemsche dat, wanneer men in beginsel de bevoegdheid tot zegeling van drukwerken aanneemt, gecne grens voor de toepassing bestaaten vragen verderwaarom dan met onze ongrond wettigheid getransigeerd cn niet, in plaats van voor eene cent, voor 50 of 75 centen (of guldens, of tonnen gouds) een zegel opgedrukt? Wij voegen er bijdat er geen beter middel is omonder het schild der vrijheid, onze leelijke kranten den mond te stoppen. Want, gelijk nu de boeken vrij van zegel zijn, kan men er altijd wel iets op vinden om onze mooije kranten vrij van zegel te stellen. Van onderstaand adres, in triplo opgemaakt, is er respec tively een ingezonden aan Z. M. den Koningde Tweede Kamer der Staten Generaal, en Z. E. den Minister van Fi nanciën. eerbied fjfeven met verschuldigde hoogachting aan te kennen dcondergeteekenden allen wonende te of in het district Zutphcn dat de bewoners van het platte land in Gelderland en alle die provinciënwaar eveneens de bevolking verspreid uiteen woont, op eene onhoudbare wijze gekweld worden door de dc Belasting op het Gemaal en Geslagten de vordering van patenten vooral in roo verre de laatste toepasselijk worden gemaakt op landbouwers-paarden, hetwelk alles even nadeelig terugwerkt op dc steden en grondeigenarendie voor een groot gedeelte buitendien dezelfde bezwaren hebben. Lijd zaamheid en onderwerping liggen in onzen volksaard, en daardoor alleen is openlijk verzet tot nu toe slechts 'zeldzaam geweestterwijl de hoop op herziening van ons belastingstel sel het hare deed Onlangs is echter op nieuw de hooggespannen1 verwachting bitter teleurgesteld. Slechts de afsehafHng van den Tuifaccijns is voorgedragen, en hoewel degenen, die den vloek dier be lasting ooit ondervonden hebben, dankbaar te gemoet zien, dat de Wetgeving hen daarvan verlossezoo was het toch eene smartelijke teleurstelling, al het andere onaangeroerd te zien. Het doen malen van zelfgcwonnen graan en het bakken van eigen brood; het slagten van gekocht of eigen-gemest vee het wederkecrig elkander helpen niet hand- en spandiensten; het leenenverhuren zoo men wil, van werkpaarden, ook ten dienste van elders wonende grondeigenaren, is zulk eene on vervangbare behoefte, en ligt alles zoo diep ingeworteld in de zeden en behoeften der bevolking, vooral ten platten lande, ja, is zoo ten eenenmale onvermijdbaar, dat geene belastings wetten die ooit zullen kunnen uitroeijenal werden die ook gehandhaafd door de meest voorbeeldeloozc gestrengheid van directeuren cn ondergeschikte administrative ambtenuren. Hierbij voegen zich nu nog de vexaliën der commiezen, voor welke de landman reeds schrikt cn beeft, als hij ze ziet aankomen, maar bovenal de ongelukkige molenaar, die een maal in verdacht is terwijl ook over de billïjkste klagten de vexateurs zelve alleen gehoord en geraadpleegd wordeD om te mogen dienen van advics- Iloedanig dc bedoelde accijns- en patentwetten onophoude lijk dc bevolking knellen, tergen en bederven, behoeft hier geen nader uiteenzetten. Het is te over bekend dat er gcene twee landbouwers te zamen kunnen komen, of al aanstonds hoort men hen deswegens elkaar hunnen nood klagen en morren; dat er geene week voorbijgaat, of de boer smok kelt (meestal zeker des onbewust) tegen de wet op de paar den dat cr bijna geene maand vervliet of cr heelt overtre ding plaats tegen die op gemaal en geslagt; dat er geen mo lenaar ten platten lande bestaat, of' hij wordt dag eu nacht met arendsoogen bespied en gevisiteerd, als ware hij de hard nekkigste smokkelaar; dat geene fabrieken noch entrepots zijn beveiligd voor indringende onbescheidenheid; dat een kostbare zwerm van commiezendie het land overdekt als de springhanen ven Egypte aangevuurd door vroegere en latere aanschrijvingen van hooger hand, al drukker en drukker werk krijgt in het constateren van beboctingenwaarvan zij immers zelve een deel mede genieten; dat het afmaken der zaken met de bekeurden eene hoofdbezigheid uitmaakt der directeuren, voor wier éénhoofdige regtbank schuldigen cn onschuldigen staan te sidderenen wcrwaarts ze dagreizens ver worden opgeroepen om nog niet te spreken van drieste buitenspo righeden bij eigendunkelijkheid en grenzenloozen ijver der mindere ambtenaren. Laat men echter de zaak niet verkeerd verstaan geen onwil bestaat, cr, in de stad noch ten platten lande, lot het betalen van belasting, al ware die zelfs nog hooger. Het zijn alleen de formaliteiten van innen, die deze zoo ondragelijk maken. Honderden worden door de rigoureuse toepassing en den aard dei: beslaande Dedalische wetten geruïneerdhet verzet tegen de aanmatiging der ambtenaren sleept menig anders eerlijk huisvader in den'kerker, die aldus benevens zijn ten val ge- bragt gezin ten laste van den staat komt en, in het gezelschap van boosdoeners opgeslotenaldaar beginselen inzuigtdie hem later de rei der misdadigers zullen doen vermeerderen; de ge- heele zedelijkheid der Natie wordt ondermijnd en vernietigd het oprigten van fabrieken en molens wordt afhankelijk ge steld van de arbitraire goed- of afkeuring eenei' autocratische administratie; de burgerlijke vrijheid wordt gefnuikt, en de nijverheid aan banden gelegd of zoodanig belemmerd, dat eindelijk geheel het Land cjoor de tering nioet vei gaan. Men klage dan ook over geen toenemend pauperisme, zoo lang de fiscus dat zelf onophoudelijk en als stelselmatig helpt

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2