ÖMXS&Sf noeming tegen te werken. Daar deze zaak dus een meer dan gewoon belang heeft verkregen, achten wij 't niet ongepast het onderstaande uit de N. Rott. Courant over te nemen »Het behoort tot de bekende talenten van de Nederlander om t°t net schilderen van personen of zaken, die, hoe on- erjspciijk en goed ook over het algemeen, echter minder aangenaam aan zekere partij zijn, kleuren te kiezen, welke hun een hatelijk aanzien geven. Hiervan levert hij weder een bewijs, in zijn verhaal van het gebeurde in de tweede kamer, bij het opmaken eeoer kandidatenlijst voor de open gevallene plaats in den hoogen raad'. Als eerste candidaat koos zij bij /eene eerste stemming, met 31 van de 58 stemt ming, den heer mr. N. Olivier, advokaat te Leidendie nie- op de lijst van aanbeveling was gebragt, door den hoogen raad aangeboden. De heer Olivier is een onzer uitstekendste regtsgeleerden. Hierover is slechts ééne stem. Daarbij stelt een ieder, die hem kent, de onkreukbaarheid van zijn ka rakter op hoogen prijs. Oordeelt men onpartijdig, dan zal men uit die keüs het volgende kunnen opmaken. In de eerste plaats, dat de tweede kamer zich onafhankelijk acht van de aanbeveling: van den hoogen raad; in de tweede plaats, dat zij boven hem die reeds vroeger in regterlijke betrekkingen werkzaam was, de voorkeur meende te moeten geven aan eenen advokaat, wiens kennis, geleerdheid en eerlijkheid algemeen worden gewaar deerd en die daarbij de gelegenheid had, veel ondervinding op te doen in eene tamelijk langdurige, practische loopbaan; in de derde plaats, dat verschillende leden der kamer, bij de vele werkzaamheden, waarmede zij overstelpt is, begrepen hebben zich vóór de stemming, onderling over de te kiezene candidaten te moeten verstaanom den kostbaren tijd niet met gedurig overstemmen te verspillen. Wij zien in dit alles niet alleen niet het minste, dat berisping verdient, maar in tegendeel, eene zeer goede strekking. Dat de kamer onafhan kelijk van iederen invloed, zelfs van dien van den hoogen raad, kiest; dat zij boven andere, zelfs zeer verdienstelijke, leden van de regterlijke magtiemand van de uitstekende hoedanigheden van den heer N. Olivier, stelt; dat zij karig met haren tijdde nuttelooze verspilling er van waar zoo veel werk is, tracht te voorkomen wie kan hier iets te laken vinden? Alleen de Nederlander weet een hatebjken glimp er aan te geven. Het blad is wel overtuigd van de bekwaamheden van den heer Olivier, maar het vindt het zonderling, dat men mannen voorbijging, die reeds lang tot sie raad strekken aan regtbank of geregtshof. Er mogen tegen 9 enkelen," zoo vervolgt het loijale blad, uit ministerieel 9standpunt, een bij dergelijke benoemingen welligt niet te »pas komend vooroordeel hebben bestaan, maar dat zelfs de 9 heer Schmolck voor politieke berekeningen zou moeten wij- >ken, zouden wij niet hebben verwacht." Hoe kieschIn eenen adem wordt de meerderheid der tweede kamer beschul digd, bij de keuze voor een lid van den hoogen raad, naar politieke berekeningen en niet naar overtuiging van bekwaam heid en eerlijkheid te hebben gehandeld, en den heer Schmolck uit politieke berekening onregt te hebben aange daan en eindelijk tegen den heer Olivier het vermoeden ge uit van in den hoogen raad meer als politiek persoon, dan als regter te kunnen handelen. En dit alles zonder een glimp van bewijs! Het blad gaat echter verder. «Velen zullen het met ons «betreurenzoo vervolgt het, «indien, zelfs in aangelegen- heden van dergelijken aard, geen ander rigtsnoer gevolgd «wordt, dan convenientie eener partij."' Men veroorlove ons te vragen, of het mogelijk is pogingen aan te wenden, die meer in het oogloopénd de strekking hebben, de vertegen woordiging in minachting te brengen, dan haar te beschuldi gen bij de keuze van een lid voor den hoogen raadgeen ander rigtsnoer te volgendan de convenientie eener partijEn deze beleediging wordt haar in het aangezigt geworpendoor een blad onder welks redacteuren een lid der vertegenwoor diging zelve behoort. Niels anders dan de convenientie eener partijniets anders, dus geen kunde, geen talent, geen eer lijkheid, niets dan de vraag, of de candidaat in staat is, zich als speelbal eener partij te laten gebruiken Zoo drukt zich een blad uit|, dat eerbied voor de overheid, eerbied voor de gestelde magten predikt! Een blad, dat bij iedere gelegenheid het mom der godsdienst voorhangt! Het acht het niet bene den zich, zonder den minsten schijn van bewijs, zulke laster lijke beschuldigingen te uiten tegen een ligchaam, dat van zijn grondwettig regt gebruik maakt, om iemand te kiezen, wiens kennis, talent, regtschapeoheid en eerlijkheid boven iedere verdenking verheven zijn! Men moet zich verheugen, dat het blad zich van tijd tot tijd zoo vergeet. Op deze wijze doet het zich en zijne partij in hunne volle naaktheid kennen. Zijne lezers leeren zich daardoor wachten voor de godsdienstige en gemoedelijke tint, die het over zijne redeneringen weet te verspreiden. Doch genoeg hiervan. Een ieder, die alleen op wezenlij te verdiensten et en door geen partijgeest is ver blind, zal de keus van den heer Olivier zeer gelukkig noemen e". "Pen'u koning iemand van zooveel regtskennis en regtschapenheidaan den hoogen raad schenk In een artikel omtrent het nieuwe ontwerp wegens de ree" duke oraanizatie nee ft dp TiVI«,«hö r a* v wezenlijke verdiensten let, en door geen partijgeest is ver- zeer gelukkig noemen zooveel regtskennis en schenken zal." »Het Handelsblad is buiten twijfel het meest verspreide en meest gelezen dagblad van ons land. Uit dien hoofde is het meermalen door verlichte vrienden der pers betreurd dat het zijne roep.ng zoo kwalijk begrijpt. Inderdaad is het niets anders dan eene geldspeculatie, ledereen weet, dat dit blad op de groote schaal het stelsel der zoogenaamde réclames in in praktijk brengt; dat wil zeggen, dat mentegen betaling alles, bengtenhoofdartikelen, wat men maar wil, kan ge plaatst krijgen. Lof en blaam worden in dat blad uitgedeeld naarmate men hetalen wil. Men weet inderdaad nooit of eemg bengt of eenige oordeelvelling van de redactie of van een ander afkomstig is. Zou nu de mededeeling, zoo voor- bang gedaan, omtrent het lot der regterlijke organisatie, en omtrent de vereenvoudiginswoede in dat opzigt bij de wet gevende magt bestaande, ook dergelijke réclames kunnen ziin door de Haagsche aanhangers van het Weekblad van het Regt, ter mystificatie van het goede publiek ingezonden? Het is meer dan waarschijnlijk." Is het niet jammer voor onze staatkundige ontwikkeling, dat onze zoogenoemde groote bladen op dergelijke wijze gere digeerd worden, en in dergelijke handen zijn? Wij vinden eene nieuwe wijze van bestrating der wegen vermeldwelke men thans in sommige Gelderse he streken volgt. Deze wegen noemt men paaltjes-voegen, wijl zij ver vaardigd worden door het gebruik maken van dennen paaltjes of blokjes, welke ter lengte van ongeveer een voet worden afgezaagdterwijl zij omstreeks een palm diameter hebben en lot bestrating van wegen in plaats van stqenen gebezigd worden. Men heeft voor een paar jaren, in de nabijheid van het Dorp Yarsseveldmet deze wijze van bestrating, als gevolg van eigen vinding, eene proef genomenter°lengte van eenige ellen, welke proefneming derwijze heeft voldaan dat het gemeentebestuur van Wisch in de afgeloopene week reeds een zoodanigen weg heeft aanbesteedloopende van Terborg over Yarsseveld naar Aalten. Bij voorkeur schijnt men zich van zoodanige dennen te bedienenwelige wcini® groeijen waardoor het hout eene meeadere vastheid en daar door eene meerder soortelijk gewigt beeft. Het gebruik ma ken van dennen tot het aanleggen der wegen belooft een nieuw voordeel aan de houtteelt als een voornaam deel van den landbouw, wijl genoemde boomsoorten thans alhier lage prijzen doen en het te vrcezen staatdat dezelve no" la<*er zullea dalen, door de menigvuldige aankweeking, vooral °op de heidevelden. Ecae nieuwe wijze van botcrhcrciding. Uit Amerika kwam naar Frankrijk een nieuw middel, om boter te bereiden dat voor de landlieden zeer voordeelt is. Nadat de room van de melk is afgeschept, moet men die in een linnen zak doen van middelbare fijnte, den zak toebin den en dien in een gat in den grond in de open lucht leg genhet gat toedekken en den room vijfen-twintig uren daarin laten. Na verloop van dien tijd neemt men den room er uit, die dan zeer hard is geworden, men prest dien met een houten stamper, om de boter er uit te dringen, en werpt er dan een glas water bij. De boter scheidt zich' ter stond af. Dit is in twee minuten verrigt. Als men eene aan zienlijke hoeveelheid room heeftmoet men ze langer dan vijf en twintig uren in den grond laten. In den winter, als de grond bevroren is, kan men dezelfde bewerking in een kelder met zand volbrengen. Deze bewerking waardoor het karnvat kan worden gemist, is nog nimmer mislukt. In Nor- mandijë en Herrij wordt geene boter meer op andere wijze bereid, want men spaart niet alleen tijd, maar men verkrijgt ook meer en voortreffelijker fabrijkaat. Te Amersfoort loopt het gerucht, dat er weldra door eenige kapitalisten in de nabijheid dezer stad eene landbouw kolonie zal opgerigt worden. Wij vernemen, dat de lijn van uitbakening van het kanaal van Deventer naar Dalmsholtenog in deze maand door de daartoe benoemde commissie uit den raad van administratie der Overijsselsche kanalisatiemaatschappijzal worden opgeno men. Wanneer de werkzaamheden tot deze zaak betrekkelijk met den tegenwoordigen ijver worden voorgezet, en men bij de pogingen om den noodigen grond in het bezit te krijgen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2