II
Weel zwltfsers cm eesa "ovea*
direkte belastingen even ver verworpen moet worden kunnen
wij niet inzienook al wordt er reeds een aanzienlijk bedrag
aan die belastingen hier té lande betaald. Men zou al ligt
zegt de Minister, den voornamen flnantielen regel voorbijzien,
die in alle besehaafde landen in acht wordt genomendat
namelijk, waar de openbare dienst vele.offers van de belas
tingschuldigen vordert, de last zooveel mogelijk moet verdeeld
worden, omdat hij, op èèn punt aangebragt wordende,
ondragelijk zou schijnen of blijken te zijn. Al is nu deze
regel, dat allen en dus ook de geringen, mede moeten dra
gen, zeer voornaam, zoo is voorzeker een andere regel niet
minder billijk: »dat zij voornamelijk de lasten moeten dragen
die er de krachten toe bezitten, en er tevens het meeste be
lang bij hebben.
Dat
Charles X cn Willem I hadden zwitsersche soldaten,
was echter maar prulwerk. Nu gaat de paus zijn leger za-
menstellenv(zqo is althans berigt) voor een derde uit zwitsers,
overigens bijna geheel uit Spanjaarden, ieren en franschco.
De paus geeft daardoor aan geheel de wereld te verstaan
dat hij uit zijn eigen volk niet eens de soldaten vertrouwt,
of, zulks getrouwelijk overgebragt zijnde in de taal der visch-
markt, dat hij bij zijn eigen volk gezien is als een rotte kool
bij een groen wijf. Dij regeert dus niet ingevolge goedvinden
van, zijn volk. Maar met welk regt regeert hij dan? Dat is
duidelijk en klaar. Hij regeert de droit divinzoo als St.
Groen dat noemtanders schiet er niet over. Dat is niet te
zeggen nom godswil", 't welk al zeer onhandig vertaald zóude
zijn; maar veeleer nog «door godswil". Welk een onderscheid
met YV illem 111Dien kan St. Groen te laste leggen dat
hij bij de gratie gods zou heulen met Thorbecke en andere
demagogen of communisten, 't Is dus zeer te voorzien dat
St. Groen bij deze schoone geiegenheid gaat overstappen van
Wiliem ill naar den paus.
B)e ©aatfwei ©g> de sstrsgi
zal wel veel te lijden hebben van plaatselijke belangen en
mzigten. Maarwat er ook overigens op zij aan te mer
kenwij zien cr vooraan reeds een groot gebrek in, name
lijk dat er geen gewone regter in staat aangewezen voor wien
alle met uitgezonderde regtzaken kunnen gebragt worden. Dit
is te erger doordien alleen burgerlijke en straf-iaben worden
op den voorgrond gesteld. Alwat de administratie aan de
regterlijke magt begeert te onttrekken wordt dan gereedelijk
gerangschikt onder iets anders dan burgerlijk en straf-regt.
Het zal zoo ver kunnen gaandat zelfs onbevoegdheid van
den regter wordt voorgeworpen omtrent personen-regt (bij
voorb. meerderjarigheid, voogdij, vaderlijke magt, ehemans-
magt)als behoorendeniet onder burgerlijkmaar onder
staats-regt. De grondwettigheid van wetten, besluiten en
bevelen te beoordeelenzal zeker niet onder burgerlijk of
strafregt te brengen zijo. En het ontwerp spreekt, voor onze
opene oogen met open visier, zonder blikken of blozen van
kennisneming over burgerschapsregten door ncollegieq buiten
de regterlijke magt".
»Met de nieuwe inrigting der regterlijke magt, is de rij
der groote bezuinigingen hier te lande gesloten," zeide het
ministerie, bij de behandeling der begrooting over 1851.
Alzoo de Indien nog: ddar zal het hem gelden. Verblijdt
u echter niet te veel; zoo lang hier nog zooveel krom is
dat regt moet worden, wat zal dan daar regt worden.
Het loopt wondervol door elkander bij eenig nadenken.
Terwijl, door de vereenvoudiging van het regtswezen ze
ven provinciale geregtshovenafgeschaft wordende, slechts
eene bezuiniging van twee ton 's jaars zal zijn te verkrijgen,
zoo verleent men den heer Bruce, bij zijne benoeming tot
Gonvcrneur-Generaaleen voorschotje van traktement van
een ton gouds benevens een douceurtje voor uitrusting van
A ton. Hoe is het met deze sommen gegaan, na zijnen on
ver wachten dood?
Zijn opvolger de heer van Twist heeft natuurlijk op het
zelfde aanspraak, en slechts er om te vragen. Wat zoude
het geheele inkomen van Zijne Excellentie wel bedragen, als
men dc opbrengst der landerijen er bijvoegde? Men doet ons
gelooven dat de Gouverneur aldaar p de Groote Heer" moet
spelen. Zoo de Heer, zoo de Knechts: zoo tracht men door
de uitspattingen, welke de ambtenaren door hunne verbazend
hooge traktementen kunnen doen, hen bij de Javanen voor
halve goden te doen doorgaan.
boven, den Javaan afgeperst worden. T>óa„„
l t ^aai voor moet hu
zijn zout, soms uren ver, duur gaan koonon v l J
vernement, hoewel hij het in zijne nabijheid am hl ^0U7
zelf gemakkelijk konde maken;, daarvoor 'm0ett zeestrand
koffijtegen een legen prijs op uren verren afstand in'Vm?
galijnen leveren daarvoor moet, hij aan de openbar
zijne handen leenenzonder belooning en met het* W t n
zigt van hongersnood na zijne tehuiszendin» rliu„Y00ruit"
maar genoeg! De hemel weet, hoe met eene'bevolkt
twintig millioen zielen en een budget van tachtig Ji'3"
gulden, volgens het autocratisch' stelsel van den gewézen
uister Baud met zijn glazen huis, wordt omgesprongen. mi~
Lj hopen dat met den nieuwen Gouverneur, die hed
Deventers muren verlaat ter aanvaarding van zijn gewiofm"
post, In dié een tijdperk van natuurlijk leven zal intreden.
Dat Indië voortaan, als in een waar glazen buis zal bloot-
liggen, voor de volksvertegenwoordigers, cn eene vrije no
geheel te scheppen drukpers", in de koloniën zelve. Beide
zijn dringend noodig.
Gaat de Heer van Twist naar Indië, als een zendeling om
dat nieuwe leven daar te verbreiden, dan is zijne taak srootsch
- hij zoude de grootste burger van zijn Vaderland, en
iet grootste sieraad voor altijd van <lc stad zijner geboorte
worden Meer of ander genot wenscben .wij niet van hem
te trekken. Om éëne guii^t willen wij slechts vragen, die
is. dat het glazen huis van den minister Baud, onder zijn
opligtvoorzigtig uit elkander genomen, ingepakt, cn aan
üe stad Deventer ten geschenke worde gegeven; de af
gunst daardoor verwekt, zuilen wij ons getroosten.
Wacht eens! iedereen konde nog voldaan worden, en tot
een goed doei tevens medewerken; wij bedoelen het beschik
baar maken van fondsen voor de uitgave van het eerste
viije Indische dagblad, fen dien einde zullen wij, na ont
vangst van ons geschenk, dien Heer^ uit .Rotterdam cn dien
lieer uit den haag, welke het meest de dubbele verkiezing
\an den autocraat Baud tot lid van de 2e kamer bewerkt
nebben, alsmede dezen heer Baud zelve uitnoodigenom,
met dit zijn glazen huis het land rond te reizen, de beide
eersten om tie reis te besturenen de laatste om de zóó groot
noodige inlichtingen bij het ter bezigtiging aanbieden daar
van te geven. Om ons goede doel te bereiken, zouden
wij ieder bezigtiger in de gelegenheid stellen om daarvoor
zijne vrije bijdrage te storten. Hiervoor zouden wij den neef
van den minister, den heer G. L. Baud, verzoeken. Deze
drie keuzen kunnen niet dan goed zijn; de twee eersten om
hunnen ijveren de laatste omdat hij directeur-generaal van
finantiën in Indien is: verdere aanbeveling hebben zij niet
noodig. Daarenboven is het nog wel een bijzonder geluk
voor ons, dat wij een zoo duchtig ontvanger voor deze reis
kunnen krijgen; want de heer G. L. Baud, bevindt zich
slechts sints het begin van 1845, met verlof hier te lande
met een bekneveld traktement van f 7,350 's jaars. Na af
loop der reis, en na afrekening met den hoogen ontvanger,
geven wij hun allen een «pas naar Ruslandmet een door
ons uit gemoedelijke overtuiging, opgestelden brief van aan
beveling aan den Czaar aller Russen, daarbij voor alle er
kentelijkheid des keizers deswegen aan ons verzoekende ver
schoond te blijven.
De concept.gemeentewetbestaande uit 291 artikelen, is
in twee afdeelingen gesplitst. De eerste betreft de zamenstel-
ling en inrigting der gemeentebesturen; de tweede derzelver
bevoegdheid. De eerste afdeeling bevat de bepalingen nopens
den raad, den burgemeester, de wethouderenden secretaris
en den ontvanger. De tweede afdeeling bevat de bepalingen
nopens het bestuur en de regeling van de huishouding der
gemeenten; de plaatselijke verordeningen, waartegen straf is
bedreigd; het dagelijksch beheer; de handhaving der openbare
orde; de begrooting; de rekening; de gemeente-eigendommen
en werken; de plaatselijke belastingen en derzelver invorde
ring. De burgemeester wordt door den koning benoemden
heeft, indien hij geen lid is van den raad, eene raadgevende
stem. De raad bestaat uit 7 leden, in gemeenten beneden de
3000 zielen, uit 9, bij eene bevolking van 3000 tot 6000;
uit 11 van 6000 tot 10,000 enz. De leden van den raad
hebben zitting gedurende zes jaren. Een derde treedt af om
de twee jaren. De raad vergadert ten minste zes malen 's
jaars, en zoo dikwerf als de burgemeester het noodig oordeelt
of een derde der leden dit, met opgave der redenen, ver
langt. De vergadering wordt in 't openbaar gehouden en
met gesloten deuren wanneer dit in gemeenten beneden de
20,000 zielen door drie, of in andere gemeenten door een vijfde
o u I ~V,VVV /.ICltll UUUI UIIC, UI JU dllUCIC tfCUJCCUlCH UUU1 een Vlllde
c. ze e ij e o Ver wig t, dat, op de lange baanons het I der aanwezige Jeden wordt verlangd en door de vergadering
gezag moet doen behoudenkomt bij het autokratisch stelselI wordt veroorloofd. In -vergaderingen met gesloten deuren
m geenen dee e in aanmerking. De raillioenen die s jaarlijks I kan niet worden beraadslaagd over de begrootingen, belas
van aar aan de schatkist moeten toevloeijenmoeten daaren- tingen, geldleeningenbet vervreemden van eigendommen en