8 Maart I8i>l. N°. 10. NIEUWS- EN m ADVERTENTIE-BLAD. Open visier en winterwater. KALEIDOSKOOP ZWOLLE DEVENTER Oil blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De prijs van bet abonnement is voor Zwolle, Deventer -Zutphen en Apeldoorn 7i> cent in de drie maanden- overal elders franco per post 8T/2oent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advcrtentien is van dén tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 35cent regelregt bij iedere plaatsing. ZETPCEWAPELDOORN. De Advertentiën moeteD vóór Vrijdag middag uur ter Drukkerij te Deventer lijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschieden hetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeekk Wiujjck; Deventer, A. Tea Gdsnb; Zutphen, J. H. Melm.vk; Apeldoorn, B. Gunkihg. ludischc aaiigclcgculicdcn. I. Onder de verblijdende teekenen, die zich na de herziening der grondwet openbarenbekleedt de zoo snel toegenomene belangstelling in de Indische aangelegenheden geene geringe plaats. De weinigendie het belang der overzeesche bezit tingen schatten konden hadden goed praten er was nie mand die naar hen luisterde. En had eens een nieuwsblad een artikel, 4t welk door zijn opschrift verraadde, dat het over koloniën handelde, het werd geen inzien waardig ge keurd; eerst onder het artikel begon alsdan de courant. In de Tweede Kamer was het niet beter gesteld, en de afgevaardigden zeiden als ieder ander, zonder den minsten erg dat het anders behoorde te zijn, van Indische zaken weet ik niet af," en zij bemoeiden er zich clan ook niet mede, maar lieten den minister ongemoeid zijnen gang gaan. Een enkelen keer mogten de heeren Rijckevorselde Mondlij of van Goltstein, hij gelegenheid van de Begrootingsvvetten eens het een of ander in het midden brengen over iets, dat zij gehoord hadden van een Engelander Brooke, die zich vestigde in onze bezittingen op Borneo, of van de in bezit name door de Britten van het Borneosche eiland Laboean of van het terugtrekken op aandrang der Engelschen van onze bezettingen op de oostkust van Sumatra; dan trad de Minister J. C. Baud op met een stalen gezigten leeraarde op een toon van overtuiging, welken de bewustheid dat zijne partij er niets van weet kon doen aannemen, dat Brooke een particulier was, dié voor eigene rekening handel dreef; dat Laboean ergens een op zich zelf staand eiland was, dat met Borneo niet te maken had; dat de b'zelte,punten op Sumatra opgegeven waren, wijl de reden der bezetting, de Padrische oorlog, had opgehonden. Het een zoo groote on waarheid als het andere maar geen lid der Kamer had ge noeg zekerheid van zijne kennis om het tegen te spreken en de autocratie ging voort met de zaken te knutselenzooals zij verkoos. Klaagde een lid dat de Indische aangelegenheden zoo geheim behandeld werden dat zelfs de Staten-Gcneraal buiten alle kennis er van gehouden -\verdenen slechts in bet batig saldo de uitkomst der administratie vernamen de Minister Baud verzekerde op denzelfden toondal de Indische administratie een glazen huis was, hetwelk door ieder, die er verstand genoeg toe had, door en door kon bezien wor den. En de leden, als zij niets konden onderscheiden in het glazen huis, zeiden; ik heb er ook geen verstand van. Uit Indië zelve vernam men weinig of nietsen over alle Europeanen daar scheen eene slaperige onverschilligheid te zijn uitgestrekt, behalve dat eenige geleerden in hunne tijd schriften wetenschappelijke bijdragen leverdenzonder van koloniale politiek in 't algemeen noch van het bestuur over Java in het bijzonder, ook maar met een enkel woord te mogen reppen. Welk eene verandering na 1848. 't Is of met den staat kundigen vooruitsprong de oogen der natie tevens geopend werden voor haar belang bij de overzeesche bezittingenDe eene brochure voor, de andere na over Indische onderwerpen zien het licht, en zij vinden lezers. Niet alleen dat ieder nieuwsblad over Indische aangelegenheden handelt, er is er reeds een,- 't welk zich uitsluitend, andere welke er zich bij voorkeur aan toewijden. En zij worden gelezen, want de belangstelling is opgewekt. Men wil niet meer volstaan met te zeggen: de oost gaat mij niet aan; of: daar weet ik niets van; maar men zoekt hier en daar reeds bij de eerste direkte verkiezingen opzettelijk naar mannenbij wien men of door studie, of door bevinding, kennis van Indië mogt vooronder stellen. De schok trilde door tot in Indië zelve en eensklaps wer den er klagten en beschouwingen luid, die nu bleken, dat niet moeite waren ingehouden. De geringe zorg der Rege ring voor het onderwijs der Europeschen de stelselmatige onderdrukking der lnlandsche kinderende ijverzucht der Regering om alles aan zich te houden, alle ontwikkeling van particuliere nijverheid te weren de ontaarding van het cul tuurstelsel de overlading van den Javaan met heerendien sten de knevelarijen der Chinezen op de bazaars de ver onachtzaming der buitenbezittingenhet nalaten van noodige uitgaven ter opdrijving van het batig slot, en geldverspillin gen aan de andere zijde, en hoe vele zaken meer werden in het licht gesteld en met de noodige bewijzen gestaald. Wij zullen later een overzigt nemen van het vele en wig- tige goede dat thans reeds door deze meerdere belangstelling is verwekt, en eerst een der naaste gevolgen in oogenschouw nemen, namelijk het ontstaan van twee partijen, waarvan de eene den vooruitgang en verbetering in de zaken van het moederland zoo gelukkig aangevangenook op Indië wil overbrengen, terwijl de andere zich daar tegen overstelt tot behoud van het bestaande en bekamping van nieuwigheden. Er is veel overdrijving zoo wel bij.de eene als bij de andere partij, en al dadelijk mengde zich in haren strijd eene groote bitterheid, die soms zelfs vervoert tot kwade trouw. Ge lukkig staat de Regering op eene waardige wijze tusschen beiden in cn toont upregtelijk maar met bedachtzaamheid den weg der hervormingen op te willen. Vroeger schaamde zich de tyrannij, en draaide zij hare plannen in de wereld langs omwegen en achter momaange- zigten. Thans in het moffenland kwamen Hassenpüug en dito exemplaren nog al ridderlijk, en rond voor hunne plan nen uit. De aardigheid schijnt overgewaaid, 't Wordt mode. Men merkt welligt bij ondervinding, dat men er verder mee komt. Onverholenen voor de opene oogen der natieis bij ons zoo veel aan de Tweede kamer opgedragendat haar de noodige tijd ontbreekt voor haar eigenlijk werk. Voor elke onteigening, voor elke naturalisatie zal zij eene afzonderlijke wet moeten onder handen nemen. Wat dus eene, wel daar toe ingerigteuitvoerende cn wetgevende magt met zorg en naar voorgeschreven regelen zou verrigtendat moet de

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 1