1 Maart 18S1 ADVERTENTIE-BLAD. NIEUWS- EN öoze Oost. EEM EUCiE F^ÜT. Welk. een contrastwanneer men de meeningen over ver eenvoudiging en herziening van het belastingstelsel op het eind van 1848 vergelijkt met die op het eind van 185Ü. Opgeschrikt door een te kort, tot welks dekking men geen middel ziet, voelt Regering, voelt Vertegenwoordiging, -voelt ieder de behoefte aan doortastendeen afdoende bezuiniging, en kan het bedrag der belastingen niet verminderd worden eene betere regeling, eene gelijkmatiger verdeeling is drin gend noodzakelijk: aan het een en het ander moet onderwijld de hand geslagen worden, je. Een paar jaren van ccnigen voorspoed en onvoorzien geluk -■in den verkoop der koloniale produkten zijn genoegzaam om allen indruk van bekommernis en zucht naar vérbeteringen weg te wissen. De Minister van finantiën houdt eene opge wonden lofrede op den bloeijenden toestand der finantiën de Regering verklaart Verdere bezuinigingen van aanbe land voor onmogelijk, het behoud jubelt in dit bewijs voor de deugdelijkheid van ons finantiestelselde overigen zwijgen. In 1848 erkent de Minister van finantiën, dat het eene onregelmatigheid in onze finantiële huishouding is, dat de uitgaven op de begrooting niet kunnen gedekt wordendan door eene onzekere bate van de Indische administratie als vaste inkomst te stellen. In 1850 verzekert hij dat deze handelwijze allezins juist en gepast is. In 1848 ontwikkelt de heer van Zuylen van Nyevclt met keur van redenen de stelling, jdat en ons stelsel van uitga ven eu dat van inkomsten op eenen anderen voet moet ge bragt worden. In 1850 voert hij, als een grond om het tegenstrijdige van zijne houding bij deze begrooting met die bij de uiteenzetting van bovengenoemde stelling, te verdedigen aan dat die zinsnede ontworpen werd en de bewuste woor den'gesproken zijn op een oogenblik, dat wij in hoogst on gunstige finantiële omstandigheden verkeerden., op een oogen blik bdat men gedrukt werd door een tekort van vele millioenen, op een oogenblik, dat dc gunstige resultaten van later dagen niet waren te voorzien! Iotusschen is die gunstige toestanddie niet te voorzien was een gevolg van gunstige omstandighedenen volstrekt niet' van ons finantieel stelsel, hetwelk er even slecht om blijft, er even dringend herziening om behoeft. Maar zoo .afkeert of schroomvallig is men om hiertoe over te gaan dat men zelfs het beetje voorspoed, waarin wij ons verheu gen misbruikt om het bestaande te handhaven. Wanneer te korten dreigenwanneer de gemoederen ont stemd zijn door de ongunstige finantiële omstandigheden, en wat van het zoeken naar redmiddelen, dan roept men om hervorming, dan driügt de Tweede Kamer er met ernst op aandan doet het ministerie allerlei beloften van vereen voudiging en verbeteringen. Maar is door de eene of andere gelukkige omstandigheid het dreigend gevaar niet over wonnen maar gewekendan is het of het nooit bestaan had, gëene leering wordt er uit getrokken, en eveu als een onbedachtzaam jongeling begeeft men zich op nieuw aan het verteren van hetgeen men heeft, zonder aan verleden of toe komst te denken. En toch kan niemand voorzien of het einde van 1851 gelijk zal zijn aan dat van 1850, of aan dat van 1848. BIcti ©aatwea'p van wei ©p de regtcrl. magt bevat, onzes inziens, zeer veel goeds, ook ten aanzien der nieuwigheden. "Vier hoven zullen 't wel afkunnen. Geruchten plaatsen ze reeds in Zuid- en NoordhollandNoordbraband en Overijssel. Gelukkig zijn zulke geruchten afhankelijk van nadere wetten, welke wij dan nog eenige hoop kunnen voe den van in verband gebragt te zien met andere verbeteringen en uitdeelingen. Teruggave der bczitzaken aan de laagste en dus meest plaatselijkegcregten is eene verbetering. De franschen waren altijd zoo gek niet. Het gebeurt wel meer, dat wij beter doen terug te komen op instellingen die bij hen de proef der ondervinding hadden doorgestaan en die wij hun wilden verbeteren. Het denkbeeld der referendaris sen komt ons niët kwaad voor, mits het op voegzame wijze in het leven en in uitvoering worde gebragt, en er geen middeltje uit opgroeije tot inschuiving van zoontjes en neef jes. 'Maar, in het ontwerp schuilt een haagsch addertje onder liet graswaarop wij vooral de aandacht der Staten generaal inroepen.' Er ligt namelijk eene strekking in, om aan de reg- terlijke magt te onttrekken alwat de haagsche kunst onder kleuren en tinten van staatsregt, administratie en uitzonde ringen zal weten te brengen. Ja, in 't ontwerp schemert reeds een greintje haagsche hoop door om door besluiten en conflicten al het mogelijke in te pakken voor een reglsgebied van niet-regtersom de regterlijke magt te doen uoliaoaS en uai'iouiq in de schaduw van den oranjeboom. Endie lastige Hooöe raad, al blijft hij de geuren der hobtad inademen, zal niet° met appellen over die bijsoorten van reglsgebied worden on het lijf gevallen. Ten anderen is m 't ontwerp gezorgd voor onverminderde ondergeschiktheid van alle ambtenaren van het openbaar ministerie .aan de hoogere haagsche wijsheid en discretie. Wel is waar, zoo zij eene vervolging verzuimen blijft daar eeni» verhaal op. Maar, wanneer is er verzuim? Ook wanneer het hun gelast is? En wie beticht gaarne of met vzmc'htdie heeren van'»— Het n^-vervolgen u ook niet altiid verzuim. - Ons dunkt, in de nieuwe wet moest het gebrekkige verbeterd, het goede behouden, en niets ver- erserd worden. Wie thans, aangaande onze Oost, zijn hof wil maken bij deTfassoendieke W', moet het gezag", en van gevoelen zijndat javanen en mo van he gezag cepd°kunoen worden als andere men- Ïn" Hn moet vooral den draak steken met de «philan- thropie". SC'W"lieft[en mo"est "lief hebben, even of 't menschen'waren? b Iwat er bovenop en onderin wordt gevon- schen nij dwaze woord beduidt zooveel als men- th!°pie ook heen, als het „gezag" brui- Onze Oostmet alwat er bovenop SWOL1LE, ©EVEOTEB, ZUTTPHEINAPELDOORN. Dil blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De prijs van hel abonnement is voor Zwolle, Deventer Zutplien en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden; .veral elders franco per post87'/2oent. Alle post kantoren nemen bestellingen aun. De prijs der Advertentiën is van één.tot vijf regels I 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be- halve Socent zegelregt bij iedere plaatsing. De AdverteDtiën moeten vóór Vrijdag middag ie uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeehk Willltk; DeventerA. Ter Gühkb; Zutphen J. H. Mellink; Apeldoorn, B. Gdhkirg.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 1