jdjjÊ*0è^ x
jfifefiifleni tp&Qfr\ vreest hij oak- noch de bestrijders onzer
Ajfipr Ö^ANJj^'g^fchön kene burgèrschapsregten noch onheil-
bijjiMi£Tn ofschoon de d uister! in g zijn naam
\s^vei^r^^^)d'r'a -zal. dien bij Zuip hens burgerij, waartoe.
X^Uafhartj^,-/(|tê!aaszelf schijnt te bchoorenalom bekend
begrijpen we 't niet, hoe de uitgever derge
lijke "icd*brde'mde iogen en smet heeft durven opnemen of zich
van zulke verdachte handlangers bedient!
Wat deed toch de Vereeoiging, dat kwaad was in de oogen
der thans anti-ministeriële partij, die haar onophoudelijk
vervolgt? Zij berigtte eenvoudig, door uwe welwillende
Kaleidoskoop van den 1 dezer: dat zij den Heer Mr. F. G.
Nieuwbnhuijs tot haren Candidaat had benoemden da
delijk valt de tweespalt-zaaijende steller ons,, in de Zutph.
Cour. aan, zeggende: »dat die keuze ongelukkig genoemd kan
worden; dat de stemmen hier niet meer vrij zijn; dat het
bij ons eene partij-zaak is, en eindelijk roept hij allen op
b tot een krachtig protest tegen den dwang eener eenzijdige
D Vereenig in(jdien men niet lijdelijk mag toezieD." Wel
verklaart hij den Heer N. overigens voor een regtschapen
man doch wij tarten hem ook dit tegen te spreken
maar achter fdezen Judas-kus verborg hij het Satanische wa
pen, om zoo mogelijk onzen kieswaardigen Candidaat cenen
zedelijken moordsteek toe te brengen.
Doch genoeg ter inleiding: ieder die niet willens blind is,
doorzag gereedelijk het huichelend verraad. Evenwel werd
door mij, uit bedachtzame voorzorg, deze bedekte aanslag
en, betrekkelijkzoo zacht mogelijk aan het licht gebragt,
in de Kaleidoskoop van den 8 dezer. En hierop volgde nu
het schendstuk in de lieve Zutph. Courant van den 15:
hetgeen ons vergund zij thans wat nader toe te lichten en
te ontwikkelen hoe zeer mij het woord bekend zij: »eer zal
»de Moorman zijne huid veranderen of het luipaard zijne
j> vlakken."
Vooreerst zegt de tegenstrever dat hij te doen heeft met
personen, die de uitsluiting ten top hebben gedreven.-7
Dit is onwaar! Redding door Bezuiniging sluit niemand uit
dan dezulken, die haarvan den beginne af, door allerlei
soms zeer clandestine middelen zochten uit te sluiten of wier
der nieuwe orde van zaken en alle openbaarheid vijandige opinie
en réactionnaire strekking openbaar bekend zijn. Gezwegen
van hen, die geene leden der Vereeniging zijndeons aanzoek
ter Candidatuur niet durfden accepteren, zijn van de 15 be
noemingen er slechts 4, en alleen voor Provinciale Staten,
uit haar midden geschied: de Heeren Thooft, Groen,
Thorbecke, Dullert, van Zuijlenvan Lijnden, van Pan-,
huijsKrepelde KruijlF, van der Meulen zijne geene Leden
der Vereeniging, wei de Heeren Roosegaarde Dam, Put
man Cramer en thans Mr. F. C. Nieuwenhuijswat was
op hen aan te merken? Spreek!
Des stellers naam wordt verzwegen, zegt hij: Dom der
verguizing wille." Hij moet dan zelf' wel zeer van zijne
verguizingwaardigheid overtuigd zijnwant R. d. B. heeft
zich nooit aan logen noch laster schuldig gemaakt, en tart
het anders den zwaddervollen steller zulks te bewijzen!
Dat een gedeelte der partij des Behouds onedele pogingen
bezigt is te over bekendwie toch bedreigden den win
kelier en den werkbaas met verlies van nering en werk of
onttrok hun die, indien ze zich niet lieten schrappen van
de Lijst onzer Leden, welke men haar ontmoffeld had? Zon
der ingekankerden overmoed durfde men immers het produc
tive gedeelte der burgerij zóó niet vertrappen? en zelfzucht
geopenbaard in postenbejag en ambtenschepping heeft het
arme Vaderland geruïneerd. Ja, de Hemel weet, waar het
nog heengegaan ware, indien H. H. M. M. onze geëerbiedigde
Koningen en een edeldenkend Ministerie het uilmergehngs-
systeem niet hadden beteugeld, en er geene nieuwe menschen
in de Kamers waren opgetreden?!
Dat R. d. B. geene lage vleijers noch pluimstrijkers onder
hare Leden telt, maar werkelijk op vele mannen mag bogen
die edelcordaat en regtschapen zijn: ik tart het u dit
te loochenen
Uit het zouteloos opgevoerde tooneel-voorbeeld zou men
overigens alleen dit gevolg kunnen trekkendat de duivel
als vader der logenenook met volle regt uw patroon kan
zijn: wij, we hebben nimmer het licht geschuwd, en,
als zoodanig zullen we voorzeker meer op de Engelen gelijken
dan op uwen duisteren, kwaadwilligen aanhang.
Wat nu uwe logenachtige bewering betreft »dat onze ar
tikelen alle uit ééne pen zouden zijn gevloeid" weer
spreek eerst het protest van mannen, in wier schaduw gij,
onbeschaamde steller! niet eens verdient te staan, en wij
zullen nader antwoorden.' In de logische volgorde der ge
dachten zijt gij ons vermoedelijk de baas, want gij smaalt de
mijne; maar wat nut trekt het publiek uit uwe meer logisch
opgedischfc verzinselenboven de min-gekunstelde en opge
smukte taal der waarheid?
Ban huichelt gij: »van den Heer Nieuwenhuijs niets kwaads
te hebben gezegd," dit kunt ge ook niet; doch
zwijgt zeer Jooselijk van het vergif, dat tevens op uwe ver-
guldeüe schalen werd toegediend, en op welke laatste eii u
nog zoo arglistig als verachtelijk durft, beroepen
Omdat ik gezegd heb: »dat de noodige staatkunde en
dervinding voor Lid van Provinc. Staten, bij goeden wil
•e° godheid, wel te verkrijgen rijn," - waar ook juist
wel niemand aan zal twijfelen komt gij met uw versleten
Wien de Heer een ambt geeft, dien geeft Hij ook het ver
stand Is het Lidmaatschap der Provinc. Staten dan ook
al een ambt? Ja, het was voorheen een middel om aan
ambtenzeer vette ambten te gerakenen velenwier stof
gij likt, karakterlooze steller! droomen nog steeds van ach
teruitgang, bezondigen zich onbedacht tegen den Vader der
lichten en kittelen zich misschien liever in het flikkeren der
Oostennjksche bajonetten! Maar onze mannen bej*agen eeene
geldposten en hebben ze nooit gezocht; zij volgen de roep
stem hunner medeburgers om, met opoffering van geld en
tijd, nuttig te zijn voor tijdgenoot en nageslacht. Dit kan
des kruipers ziel welligt niet vatten; maar bewijs het tegen
deel, ol strijkdoor te zwijgen, uw eigen vonnis! °En
vvaren bmtendien die oude Staten allemaal zulke knappe,
staatkundige mannen; waren de gefiltreerde knikkebollende
kamers zulke hoogst vernuftige collegien? Onze langs de
U.1 e"P aalsen °f kasteelen slingerende provinciale wegen en
s lands benarden toestand mogen hier antwoorden
ere er schildert gij ons kortweg af als ultra-vrijzinnigen
(waai'om maar niet liever in eens als Communisten?) en
nu wij gematigd gebruik durven, maken van onze door de
nieuwe Grondwet geschonkene regtennu zijn we démocra-
^en77" Neen, gevaarlijke steller! de Leden onzer Vereeni-
gmg zijn geene democratenjuist zijn zij 't, die hunnen con-
stitutionelen Koning opregt huldigen en Hoogstdeszelfs be
staande Ministerie met hart en ziel zijn toegedaanwij be
schouwen dit laatste niet als een overgangs-ministeriezoo
als geruchtelijk velen uwer. R. d. B. eerbiedigt boven alles
Wet en Orde, en men zal haar, trots alle bespieders, nooit
op eenen hiermee strijdigen weg aantreffen. Maar hoogen
prijs stellen ^wij tevens op de nieuwe Staats-instellingen
leeds in 1845 geprojecteerdtoenonder andereneen aan
Nederland te vroeg ontvallen, edele Graaf van Rechtere'n,
een Luzac en een Ihorbecke hunne nooit volprezene krachten
daartoe inspanden; en die wij, Gode zij dank! thans nog
ruimer bevestigd zien.
Weldenkende Grooten van Geboorte of FortuinBurgers
en Gij allen geachte medekiezers! wacht u voor de verderfe
lijke cameléontische slaven en onzelfstandige vleijers van iedere
in het duister wroetende partijwant ze zijn voor niemand
te vertrouwen! Beoordeelt ons niet verkeerd! R. d. B.
eerbiedigt gaarn eeDs ieders eerlijke, ook van haar verschil
lende denkwijze; maar haar verwijt treft, en kan alleen tref
fen die aan klevers van t Behoudwelke met verkrachting
der eigene overtuiging, zich van allerlei veile instrumenten
bedienen, om, benevens waarheid en regt, den in hun oog
min-aanzienlijken medekiezer te vertrappen en zijne maat
schappelijke vrijheid te ontrooven! Wij eeren gaarne ieder
naar zijnen rang en stand, geven den Keizer wat des Keizers
is; maar bewierooken even min de Caligula's, in groot of
klein formaat, als hunne nietige reptiliën en geen braaf
karakter zal ons dit misduiden.
Wat nu eindelijk het slot van des stellers beschouwingen
betrefthier erkennen wij met innig leedwezendat zijn sluw
vooruitzigt volkomen bewaarheid is geworden. Men heeft
zooveel verbrokkeling en verdeeldheid weten uit te lokken
dat er werkelijk eene herstemming moet plaats hebben,
iets dat, helaas! nooit buiten eenige personaliteit kan geschie
den. Eene heerlijke overwinning, een laakbare triumf,
des stellers onzalige bedoelingen waardigHet was immers
een kunstig uitgedacht middelom nieuwe partijen te stoken
en de bestaande al meer en meer van elkaar te verwijderen?
Iweedragt ondersteunde trouwens, ten allen tijde, hare twee
lingzuster de logenopdat deze het masker niet te spoedig
worde afgerukt, en waartoe zij insgelijks alle toenadering
zorgvuldig moet belemmeren. Zeer consequent roept steller
dan nu ook, door zijn Rijkstrompet, alle zijne vrienden op
tegen den Candidaat onzer Vereeniging, een man op
wiens regtschapenheid hij-zelf verklaart: sniet het minste te
kunnen aanmerkende uitslag zal dus een maatstaf
wezen hoe vele vrienden steller in ons kies-district nog tellen
mag? ik geloof niet, dat het thans legio zijn zal. Jammer,
dat zoo veel vernuft tot zulke kwade zaken wordt aangewend!
Ter eere der Stemgeregtigden in het geheele Kies-district
Zutphenwier tot nog toe gekozene Vertegenwoordigers alom
met lof in den lande bekend zijnter hunner blijvende
eer in dezen, hopen en vertrouwen wij, dat de steller in de
Zutphensche Courant, na al het hierboven aangevoerde, wel