Ordentelijke Iisi
Opgehoopte smaat mesnre comhlel
In <1, N. n°u C. vu„ <>U cW komt cc" in^foiulen
vaag tut ynesland voor, aangaande [cëne plaatselijke aan
schrijving met verbod van opgehoopte maat of maat Jnfet den
Over sleetite betalers
te kennen, tot het bes luit, dat zulke belastingen, wier
administratie zoo veel geld nutteloos verslindt, ten verderve
van het land zijn; maar neen, de belastiugen en de ambte
naren moeten.. blijv_e.o.slechts de leges uit de.schatkist aan
de ambtenaren vergoed worden. Zij moeten dus toch wor-
den opgebragten het groote kwaad blijft bestaan.
Er zijn altoos menschen, die zeer wantrouwig zijn omtrent
de beweringen van het gezond verstandmaar een groot en
eerbied hebben voor de uitspraken der wetenschap. Dezulken
raden wij aan na te lezen wat de heer de Eruijn Kops in
zijne Beginselen van staathuishoudkundeomtrent dc vernietiging
van rijkdommen en de belastingen, als uitspraken der weten
schap opgeeft. Een dier voorschriften is, dat het geld van de
belastingschuldigen zoo veel mogelijk geheel in de schatkist konie.
j> Maar merkt hij aan, dit is niet het geval met'de be
lastingen die een groot getal ambtenaren vereischen, zooals
*zeer dikwijls met de belastingen op de levensmiddelen en an
dere voorwerpen van verbruik. Óm deze te kunnen treffen,
is een groot getal kommiezen en andere ambtenaren noodig;
deze moeten betaald worden, en dit geld moet natuurlijk
ook uit de belastingen gevonden worden.
Maar die wetenschap heeft ook hare vertegenwoordigers
in de tweede Kamer, zoo als de heeren Sloet tot OUfhuis
van Zuijlen van Nijevelt en anderen. Zullen deze de regelen
hunner wetenschap langer zoo tergend laten verguizen door
het Ministerie van Finanti.cn? Wij ge.looven het niet, maar
verwachten eerstdaags eenen algemeencn kruistogt van de
wetenschap tegen ons belastingstelsel
doen stilletjes hun werk, vermorsen geenen tijd met lezen,
en bemoeijen zich niet met diDgen die hun niet aangaan.
Zij weten wel, dat Mijnheer die, en Mijnheer die, hoog in
't spul zijn nemen ordentelijk den hoed voor Hen af, en
zeggen ordentelijk EkselerjssieHeer Beron of zóó wat;
maar vragen niet, welke posten Zij bekleeden, waar Hun
werkkring in bestaat, of hoe Zij zich daarin kwijten. Wel
is waar, door goed op te passen, zijn of worden ordente
lijke lui kiezers. Maar dan moeten zij altijd stemmen op
ordentelijke heeren hun aangewezen door ordentelijke heeren
en dames, den domeneerof den pastoor. Want zelve heb-
Den ordentelijke lui daar geen verstand van. En, mogten
zij vervallen tot de dwaasheid, om daar wel verstand van te
willen hebbenof naar de geschiktheden van ordentelijke
candidaten te infermeren dan zouden immers de verkiezin
gen weder moeten worden afgeschaft. Als 't regent, of als
de zon schijnt, daar hebben ordentelijke lui niets over te
neuzewateren. Waarom zouden zij dan te neuzewateren heb-*1
ben, als Mijnheer die, of Mijnheer die, hoog in 't spul
komt? Op zondag gaan ordezitelijke lui eens kuijeren of
praten met ordentelijke buurlui over koetjes en kalfjes, maar
halen niet van alles over de vloer. Om ordentelijke klan-
disie te hebbenmoeten zij steeds bedenkendat de eene
dienst de andere waard is. Aileen in den Haag zouden or
dentelijke lui het misschien zoo ver kunnen .brengendat
zij omtrent openbare zaken niet al te grof de plank missloe
gen maar elders zouden zij de klok hooren luiden zonder
te weten waar de klepel hangt.
Geheel en al tegenover ordentelijke lui staan kroegloopers
likkebroersluilakkenenz. Die hebben weer meer van
varkens.
13' WCDS£lUC V00ral 01,hulderinS -gaande het
In de eerste plaats zijn door belangstellenden na te slaan
de koninkl. besluiten van 18 dee. 181!), St bl „o £7
vöora in art. 14 en van 27 oet. 1827, Stbl'. 46
vooral in artt. 128, 20 en 21.
Of degenen Mie met den kop metenstrafbaar zijn, m0et
nagegaan worden u,t de wetten van 21 aug. 1816, Stbl
van 6 maart 1818, Stbl. n». 12, uit art. 73 der Groncb
van lölo, en uit de grondwettige beginselen
uitvoerende magf. o o
34
wet
omtrent
zoo in ue pruimen
cardinalen of bis-
PaS5]I»SEl«.
lJ hegnjpen niet, hoe de eugelschen zoo in d
Z'jn met de pauslijke benoemingen
^nS ^un^t' a's Kalekloskoop generaals cn burge
meesters benoemde den Kerkdijken staat, dat de paus en
«.ne geadministreerden daar al zier weinig mee in de
men zouden zijn.
prui-
komt een aardigstukje voor in de Mengel,ngen der Camper
-helemaal zulke betalers doorgaans des le
bctei weten te bestellen worden in dat stukje behoedmid
delen aan de hand gedaan tegen dien vorm van diefstal.
0,lS W1J houden alweder de vrije drukpers voor
een groot behoedmiddel tegen zulke opligters. Wie zich
gedwee en geduldig laat opligten is er gaauw de dupe van.
s hij er toch mee kapot moet, waarom dan niet nog iets
geprobeerd dat misschien kan helpen? Wil dc patient niet
aanstonds eene lijst van zijne slechte betalers in de couran
ten zettenwelnuhij waarschuwe hen eerst bij brieven
dan nog des nöods eerst met eene advertentie die alleen zij
begrijpen. Dat alles kan veel beleefder worden ingerigt
dan ooit eene dagvaarding er zou uitzien, 't Is ook veel
minder kostbaar, dan de weg regtens. Maar 't spreekt van
zelf, dat alle mogelijke regtvaardigheid en menschelijkheid
er bij moeten worden in acht genomen.
EERSTE KAMER.
Het Weekblad v. d. Helder e. h. ND. heeft de vraag der
nuttigheid, bij ons, v#n de Eerste kamer aangeroerd. Naar
het ons voorkomt, is die nuttigheid wel niet van de aller-
grootste, maar toch nog al groot, en mag die kamer wel
de beste van tweeën heeten. Wij meenen dit met weinig
woorden te kunnen aantoonen. A. Als de koning zelf niet
ja of neen wil zeggeningeval hij er het oranjecrediet of
iets anders niet aan wagen wil, dan wordt aan de meerder
heid der Eerste kamer beduid om ja of neen te zeggen.
Daar is dan de grap mee uit, en is .de voorbarige voJksmee-
ning wijselijk behoed tegen overijling. B, De arme stad
's Gravenhage kan niet rond komen met hetgeen zij nu of
dan uit 's lands geldbeursje mogt genieten. Daarom is het
zeer noodig, dat de rijksten uit den lande Haar wat geld
komen verteren.
Een zeeschip ©p 't droog-© in de scfoa&zeef*
Te Amsterdam schijnt een meesterstuk van een vonnis te
zijn uitgesproken. Niet alleen was er een wegens sluikerij
aangehaald zeeschip verbeurd verklaardbij procedureniet
tegen den eigenaar, maar tegen den sluiker: maar zelfs is
het schip er frank en vrij aan den staat toegewezenzonder
bezwaar van geldschieters, in het schip bevoorregt. Wat
deden ook die geldschietersbuiten hun wetenmet het
schip te"laten smokkelen?!
ESgcsiiscSiiappcBB vaaa het Koolstofzam*.
Eene zamenspraak tussclien oenen meester en zijnen leerling.
(Eene bijdrage lot-oplossing van het beruchte raadsel).
De meester. Waaruit bestaat het koolstofzuur?
De leerling. Uit twee simple dingen, hoedanige er ruim
vijf dozijn zijn; dat zijn de zoogenaamde enkelvoudige licha
men, waaruit alles bestaat dat gemaakt is. Die ligchamen
zoude men als de leden eener familie kunnen beschouwen,
en ze als zoodanig zusters en broeders noemen, die door hu
welijk, dat wil hier zeggen door verbinding met een ander
alles wat wij zien hebben voortgebragt.
De meester. Onder welke gedaante komt de koolstof voor?
De leerling. De koolstof is een ligchaam dat in verschil
lende toestanden voorkomt, want nu schittert zij als diamant
in de vorstenkroon, dan weder is zij het voorname bestand
deel der zwarte korst die het aangezigt van den smid bedekt.
In het eerste geval is ze dus zoo doorschijnend als water in
het tweede zoo dof als modder.
De meester. En wat is de zuurstof, dat andere bestanddeel
van het koolstofzuur?
De leerling. Een ligchaam dat volstrekt tot onderhoudim*
van liet leven vereischt wordt, echter vermengd met andere
ligchamen. Het geelt de roode kleur aan het bloed van mensch
en visch, doch een vogeltje in enkel zuurstof geplaatst zoude
na korten tijd eensklaps sterven, terwijl een eik er zooveel tc
harder om groeijen zoude.
De meester. Kan dc koolstof ook ingeademd worden?
De leerling. Men ondervindt het tegendeel, wanneer men
bij eene walmende lamp in een besloten vertrek zit, het
duurt dan niet lang of men is wel voorzien van hoofdpijn.
De meester. Waarbij wordt koolstofzuur geboren?
De leerling. Bij de ademhaling, zoodat het reeds bij Adams
tijd bestond, en zelfs nu nog zich bevindt in de kussen en
de liefkozingen van twee geliefdenof de zuchten van een
verliefd droomend meisje, ja zelfs in de speculatie van den
courantier om abonncs voor zijn blad.
De meester. Wordt het koolstofzuur ook bij de verbran
ding gevormd?
De leerling. Ja zoodat wanneer met Kersmis en Nieuwjaar
jong en oud bij den haard gezeten is, het in groote hoeveel
heid wordt voortgebragtde kool verbindt zich bij dc ver
branding met zuurstof, tot koolstofzuur.
De meester. Waar blijft dan al het koolstofzuur?
De leerÜDg. Het trekt naar het groene woud, waar het