k advertentds-blad. met jtaar mm. 4 Januarij 1051. IV". 1. NIEUWS- EN KALEBOSKOOP SWOSLLE DEVENTER Dil blad verschijnt geregeld alle Zaturdageo. De prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer Zutphen en Apeldoorn 1o Gent in de drie maanden overal elders franco per post8T/2oeDt. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Adverlentiên is-van dén tot vijf regels SO cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be-' halve óocentzegelregt bij iedere plaatsing. 'OTTIP1ENAPEÏJttOORJtf. De AdvorteptiÖn moeteD vóór Vrijdag middag tc uur tor Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post kantoren, of té Ztbolle bij W. E. J. Tjeenk Willink.; Deventer, A. Tee Gunne; Zutphen, h H. Mbllwk; ApeldoonnB. Gunning. fi>€ IbCBiocmïlc goiweraeuivgencraal* Wij deelen zeer in de algerneene treurigheid over den heer Bruce, zoo in de kracht des levens aan vaderland eii coloniën ontvallen. Niet hij zal naar onze Oost vertrekken, maar zijn lijk komt herwaarts terug. Zijn waardig karakter en uitstekende bekwaam heden waren ons hier en in gansch Overijssel van nabij bekend. Het gehëele vaderland had hem op hoogen prijs leeren stellen. De ondervinding en ken nis, door hem in velerlei betrekkingen opgedaant waren schatten die niet bij too verslag aan eenen op volger overgaan.. De diepe gevoeligheid van zijn ge moed is wei-ligt niet bestand geweest tegen die spoedige schokken en beschikkingen van lotverwisseling en ver plaatsing. Zijne nagedachtenis zal op ongewone schaal in -eere blijvenmaar des te ontzettender trof de' slagons vooral in de stad waar hij geboren en op gevoed isen wel het grootste deel van zijn leven heeft dóorgebragt. Het jaar 1850 is afgelegd, en met hetzelve de eerste helft der negentiende eeuw. "Vooral het laatste geeft ruime stof tot overdenking. Hoe bewegelijk waren meerendeels die 50 jarenhoe rijk aan ge beurtenissen ook voor ons Vaderland. Republiek onder tel kens veranderden vorm gedwongen koningrijk wegschrap- ping uit de rij der Statenwaaronder het zich twee eeuwen lang zoo luisterrijk had gehandhaafd; herstel als constitution- necl koningrijk,' vereeniging- met België, gewelddadige af scheuring van laatstgenoemd rijk nadat de natie weder op zich zelve staat, afschudding van den sluimer, die haar in zoo vele opzigten bevangen hadontwaking van publieken geest, belangstelling in de algerneene zaken, ontwikkeling van nijveren zin, van bedrijvigheiden handelsgeest. Dankbaarheid moet ons bezielenals wij den blik naar 1800 terug slaan. Nog .een Staat, maar dié zijne zelfstandig heid reeds verloren had, geene magt meer bezat om zich voor beleedigingen en de ergste, knevelarijen vrij te waren, Denken wij aan die' volken die met rede often onregte in 1848 naar meerdere politieke vrijheid meenden te moeten streven, wat is er van geworden? Italië verslagen en zuch tende onder vreemde krijgsbenden. Frankrijk, eene republic, zonder achting naar buiten noch naar binnen alleen staande blijvend door de onderlinge vrees der partijenonzekerheid van toekomst en geen raagt, zelfs geen wil om die toekomst te leiden eene vrije republiek met eene drukperswet, als naauwelijks een despoot zoude durven ontwerpen. Hongarijeti afgestreden en, even als de Costenrijksche staten in Italië, sterker onderdrukt dan ooit. Duitschland dat voor eene vrijere ontwikkeling zijner staatsburgerlijke regten zoo wek schijnt rijp te wezenovergeleverd aan de onbeschaamdste reactie, die met het brutaal geweid der militaire magt de eene grondwet voor, de andere na verscheurt, en de regten der burgers vertreedt. Bij ons zag het jaar 1850 de regeling en ontwikkeling der uitgebreidere regten en vrijheden, door -de herziening der grondwet in 1848 verworven, welke eenigen lijd vertraagd was, op gang gebragt en met .rustige schreden voortgezet Behalve andere, de Kieswet en Provinciale wet tot gereedheid en teveos tot uitvoering gekomen. De nieuwe, door het volk crekozene Provinciale vertegenwoordiging reeds geraadpleegd over het ontwerp van gemeentewet. Terwijl in Duitschland de nijverheiddie de scaobken van 1848 nöCT niet te boven wasdoor den staat -van spanning gedrukt °bleef, en vooral door het onder de wapens houden van een groot deel der werkzame bevolking, de welvaart en het bestaan van tallooze huisgezinnen moedwillig vernield werd en de verarming schrikbarend toenam, ging in het rustige Nederland de toeneming van handel en scheepvaart en van den afzet der voortbrengselen van zijnen landbouw en van dezen en genen tak van nijverheid, welke zich in 1849 zoo gelukkig openbaarde, gedurende het jaar 1850 met <rel ij ken tred vooruit. Terwijl daar de bekrompen geest van eweoe bescherming en uitsluiting van anderen toeneemt ver ruimt in Nederland de verlichte zienswijze omtrent de ware beginselen der volkshuishoudkunde err geeft het gevoel van lust en krachten moed tot huldiging der vrijheid van handel en bedrijf. Terwijl daar onderhandelingen over de hooge belangen der nijverheid gestaakt moesten worden en congres sen over toltarieven onverrigter zake moesten uiteen gaan, werd hier. aan handel en scheepvaart een nieuwen prikkel, en op vollen wege om zich de oplossing in het Fransche rijk waardig te maken. Thans weer een vrije, cigenmagtige I en zooals zich laat hopen, eene nieuwe vlugt gegeven door staat, eene zelfstandige natie; die wel in morele en stoffelijke tiet tot stand komen der nieuwe wetgeving op de scheepvaart. A Terwijl eindelijk in FrankrijkItalië en vooral in Duitsch land de staatsfinanciën, in den grond geschokt, meer en verward wordenen de staatsschulden door leening ontwikkeling allen niet meer vooruitstreeft, maar toch er weer naar dingt om bij de eerste voorgangers niet achteraan te komen. Wanneer wij na willen gaan, wat het afgeloopen jaar hieraan heeft toegebragtwaar het bij den aanvapg ons vond, waar het bij zijn heengaan ons liet, dan valt ons onwille keurig het vers van HüijgenS inwaar hij zegt, zijn voorspoed te beter te gevoelenwanneer bij cons anders leed er tegen over stelt. meer op leening toenemen zoodat de naauwkeurige statisticus F. von Reden berekend heeft, dat de gezamenlijke staatsschuld van Europa in de drie jaren, 1848, 1849 en 1850 met de schrikwekkende som van 2100 millioen guldens is toegeno- men heeft Nederland niet alleen geene bijdrage tot die schuldvermeerdering geleverd, maar zal het, blijkens een

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 1