hare Wi\st|g; egoyen e -verzekeringen, de mogelijkheid ;jf<#.y..vercenïoajimn0;$p bezuiniging inzag van de gelukkige ^tis'tjrn-f{i,ghei(l', ,|dat^"r<erwijl de -voorbeeldeloos lijdzame natie iüovtging meifAiêh fete'':spnném, om het reuzencijfer zijner belastmgen ^lA'^J^ngen7"êen nsch afzonderlijke adoiinisira- jaaiiijks - ècfie zienlijke som ter harer beschik king^ stelde geen gebruik wist te maken tot verbetering van den verwrikten staat der financiën maar dezelve niet an ders wist aan te wenden dan tot handhaving en bestendi ging cener te weelderige huishouding, en het houden der begrooting voor eenc bevolking van drie millioenen inwoners op een bedrag van zeventig millioenen. Allegorischmet toepassing. Wie kent niet het land van Achtera In eene der voornaamste steden van dat land wordt de knuppel wijn bereid. Wie zou nooit dien werelciberoeuiden drank geproefd hebben? Elders is dikwijls geprobeerd om den kiiuppehvijn na te maken; all ij ds vergeefs. Eene der voornaamste fabrieken van dien wijn heel van ouds het Niemandsverdriet, en voert steeds dezen naam in haar uithangbord. Maar sedert eenigen tijd voeren in die stad hoe langer hoe meer knuppel wijn-fabrie ken den zelfden naam van Niemandsverdriet in hare uithang borden. Zou de vaderlandsliefde dezer fabrieken bedoeld heb ben om alzoo de gelegenheden te vermeerderen tot het beko men van goeden knuppelwijn? Of zou die vaderlandsliefde tie gegadigden overal voorzigtig hebben willen maken, om zich wel te verzekeren dat hun knuppel wijn alleen en uit sluitend. uit het van ouds beroemde Niemandsverdriet her komstig ware? Het doel zal toch wel het minst geweest zijn, achterdocht te werpen op de andere fabrieken, nieuwe of oude, die eenen verschillenden haar eigenen naam dragen. In ons politieke leven zijn beginselen op te merken van een diergelijk verschijnsel. Maar hier gaat het meer regt op den man af. Een ministerie waar het goede van verwacht wordt, kan vergeleken worden bij het echte en eigenlijke NiemandsverdrietMaar liet <>nlbreekt er niet aan speculan ten die in dagbladen daartoe ingerigtof bij andere gele genheden eerst allerlei legenden over het, Niemandsverdriet vinden rond te strooijen. Wat later zal misschien hunne vaderlandsliefde, of welke liefde het ook zij, gaarne de firma overnemen. Evenwelhunne bedoeling zou ook zeer wei kunnen zijn althans uitwerken om ieder voorzigtig te ma ken en tegen nieuwe firma's des te meer op zijne hoede te doen zijn. Ook zou er iets op kunnen volgen waar in het geheel niet op gerekend was; namelijk, dat niet de fabrikant' wierd van de been gewerkt, maar dat zijne fabriek beter wierd inge- ngt. Inderdaad, de vaderlandsliefde der speculanten zou een heilzaam werk verrigt hebbenindien er uit voortkwam dat de fabrikant niet meer niet eigen handen de vaten hielp rollen of ^le flesschcn hielp spoelen maar de sedert lang be- noodigdc regelingen ontwierp, en eiken werkman zijne taak te bewerken en te verantwoorden geven kon. Op school bij meester Kikkerbaard is een baas van een' ondermeester. Hij kan en doet van alles. Hij heeft overal het opzigl over. Als de werkmeid bij tijds de schoenen gepoetstde kleeren geklopt en de school ge veegd heeft, dan is hij zelf er vrij van; maar hij moet toch nazienof zij het goed heeft gedaan. Als de keukenmeid vroeg genoeg de aardappels heeft geschild dan laat hij aan haar ook over om ze te koken; maar hij heet ze te proeven eer zc op tafel komen. Hij onderwijst op de vroege ochtend- schooiop de voormiddag- en namiddagschobl, op de avond school en op de latere avondschool. In de tusschentijdcn ziet hij schriften cn opstellen na. Tegen den nacht bestudeert, hij de lessen die hij den volgenden dag te geven heeft. Hij on derwijst ook op de zondagschoolen houdt redevoeringen in het onderwijzers-gezelschap. Die ondermeester gaat een examen afleggen voor de provinciale schoolcommissie. Mis schien zaf hij druipen. Jn de Beantwoording der regering op het Verslag van rap porteurs over (Ie staafsbegrootingwordt uit elkander gezet, hoe aan het departement van justitie »de tijd nog niet heeft kunnen worden gevonden1' tot het ontwerpen van allerhande verbeteringen in onze wetgeving. Aangaande het departement van binnen!, zaken sluit die Beantwoording met het volgende 9 Men gelieve hierbij in aanmerking te nemen, dat aan het departement van Binnenlandsche Zaken slechts een zeer ma- tig deel van den tijd tot het voorbereiden en ontwerpen van wetten kan worden besteed. Verre de meeste zaken, »bij dat departement te verrigtenen wel zóó dat zij geene «achterstelling bij eenig wels-ontvremhoe drim-enr! i, «gedoogenzijn van eenen aard, dat zij ni,,t .„Ni «bekendheid komen, en dus in de schaal algemeene «ter schatting bedient, met worden nel':™ "Ch t Is klaar als de dag. De inrigling deu.'t n? 7 welke ministers gij wilt, rij kunnen onmogelijk'len tin li<, lijd vinden voor de groote belangen van het L "™'llgen derland. Waarom dus <l,e inrigtmg niet veran, d »J; niet, bij voorbeeld, een .depaltemen^ vanX"SL^T gevoegd, dat niet gemoeid wierd met de daklij" h° I rondere voorvallen maar door de on.lerv'7, departementen wierd geholpen en ondersteund? Ef d!o zou het volk ontlast worden! Dat gaat zoo niet in 't Haagje! In het Nijbroek (tusschen Deventer en Vaassen) hebben rich volgens loopemie verhalen, verscheiden kei teekenen veitoond van onzen trap tan beschaving. I. üc schoolmeester en de gereformeerde koster moeten naar een persoon zijn. hef1!"!! gC,'eforraecr(l kerkbestuur steekt er de handen in het beioep van eenen nieuwen schoolmeester. hchhen °mniloen.wilden er den waaroemenden ondermeester en hr i "8 sch™n slechts den derden rang had, het bestuur eenen meester met den tweeden rang verlangde, die ook fransch moest kunnen onderwijzen, pn I* U,t het geformeerde armeozakje (anders is er geen) l' i Jn fe f)06t te Deventer waren er, een paar maanden ge- lool brandbrieven gekomen, slecht en met pot- riK,K, »ts.c L°Vren 'i vtTvaUt-'ntie aanmaningen om den onder- mcestei te behouden. 0ok heelt bet vpemgerigt er verboden, dat de veld wachter gehuisvest wierd in een armenhuisje. VI. £en bedreigd huis, dat van eenen diaken; is verle den zaturdag-avond afgebrand. Eenige avonden vroeger was er (e voorgevel van versperd. Nu herinnert men zich, dat levende verbranding der bewoners was aangekondigd. >if. De nijb roe kers schijnen met hun allen nog niet .zoo vlijtig rondgeroken te hebben dat het uitvaagsel aangewezen en achter de tralies is. Het dwaalt toch welligt tusschen hen ',0i7ifT u wect> "c Secb Bengel of meid is? II. Het geregt heeft, naar het schijnt nog vruchteloos, op (.c p>aats zelve onderzoek, gedaan. IX. Ook de pastorie en andere huizen zijn er bedreigd. Op de aankondiging van een amsterdamsch maandblad Het levensgenot der arbeidende klasse verbeelden wij ons voorzR- tigheid te moeten aanbevelen. Wij hopen hartelijkdat wij ons vcigissen: want in zoodanig blad kan door echte volksvrienden zeer veek goeds worden bewerkt. De tijd zal het wel ophel deren. Ligt mogelijk is onze vrees voorbarig. Maar, aan eenige uitdrukkingen eigenheden en taalfouten in het pro spectus, meenen wij een luchtje te ruiken, als of er iets achter de mouw zat, cn de Besognekamer of iets diergelijks er niet onërkentelijk voor zijn zal; terwijl het uiterlijke zich Teedt bijna in een pakje a la snoeshaan, en zich voordoet a*s op de hoogte slaande van het wetenschappelijk verkregene. Aan de geachte Redactie der Kaleidoskoon. M. M. r In een zoogenaamd verlag over de Begrootingvoorkomende in de Zutphensche Courant van den 7den dezer, No. 49, en onder nader opschriftMinisteriële crisiswordt met zeer weinig kennis van zaken wederom eene sehimprede op den I Minister van Binnenlandsche Zaken geleverd. Aan het eind van dat venijnig stukje Wordt gezegd: »dat de Regering in »haar antwoord paal cn perk heeft gesteld aan de bezuini- gingswoedeen dat zij tc kennen heeft gegeven, dat de lijst der bezuinigingen gesloten was. Het schijnt dus dat zij geene redding voor het Vaderland door bezuiniging te gemoet ziet." (Redding door Bezuiniging die doorn in het oog voor de tegenpartij natuurlijk met cursijf-letters gedrukt.) Dit zegt het anti-Thorbeckiaansche blad, vermeerdert het ver trouwen op dit ministerie. Wij gelooven zulks gaarne van een Redactie, die hare vrees voor bezuininigingin den aan vang van dat zelfde curieuse stuk zoo onverholen te kennen geeft, ook als zij daar zegt: dat.door de aanwezigheid der «ministers van Justitie, Oorlog en Marine die waarborg be slaat, dat men niet ie ver zal gaan op den democratischer! »weg en de noodige hervormingen" (wonder nog, dat ze die erkent!) «zullen worden ingevoerd, "zonder dat door eene Doverdrevene bezuiniging de werkelijke belangen des Vader lands voor deze bestaat." De vleijerij jegens den minister van Justitie en de zucht om den heer Tho-becke, niet veel beter dan als een roode republikein aan de kaak te stellen, doen genoegzaam zien uit I welke bron die schandelijke in zich zelf weersprekende rede-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2