6 December 18oö.
N°. 49.
NIEUWS- EN
ADVËRTENTIE-BL A 8
RALEIDOSKOOP
«WOILE DEVENTER
DH toati vecschijot geregeld alle Zaturdagen. De
prijs vao het abonoemeDt is voor Zwolle, Deventer.-
Zutphen eo Apeldoorn 15 cent in de drie maanden
overal elders franco per post 8T/2oeot. Alle pon-
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der AdvertentiHn is van dén tot v(jf regels
tO cent, eo 10 cent voor eiken meerderen regel, be-
ütfve Saceuieegelregt bij iedere plaataiog.
5'
■■■•X' u-
ZtCBTPnENAPEJLDDÖI&itf.
D»- AdvertentiGQ moeten vóér VrQdag middag ie
nur ter Drukkerij te Deventer lijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten 4
franco geschieden betzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjsenk Willink;
Deventer,-A. Teb Gunnu; ZulphenJ. II*Mbllink;
Apeldoorn, B. Göwsisp-.
Hel vcpinocdclijk batig slot der koloniale ad
ministratie kier te lande*
I.
De begrootingen onzer overzeesche bezittingen en koloniën,
Nederlandsch Indië, Suriname, Curasao en onderhoorighe-
den, en de etablissamenten ter kuste van Guinea, hebben
dit met elkander gemeendat bij alle de inkomsten door de
uitgaven overtroffen worden. Hierbij is echter dit onder
scheid, dat, terwijl voor Suriname, Curacao en Afrika het
tekort wezenlijk is, en door toezending van gelden uit het
moederland moet worden aangevuldOost-Indië daarentegen
zoovele produkten naar Nederland afzendt, dat uit den ver
koop daarvan niet slechts het tekort dier administratie en der
overige genoemde geboet wordt, maar zelfs dat van onze
staatsbegrootingwant ook deze, als de voornaamste,
prijkt jaarlijks met een te kort van niet minder dan 14 mil-
lioen wordt aangevuld.
De Oost-Indische begrooting namelijk, welke in de 70 mil-
lioen bedraagt, is gesplitst in twee deelen. Het eerste deel,
'twelk de ontvangsten en uitgaven inhoudt, welke in Indië
plaats hebben, bevat dus de administratie aldaar; het andere
deel bevat de uitgaven en ontvangsten, welke hier te lande
plaats hebben. Het eerste deel, de administratie in Indië,
heeft tot ontvangsten hoofdzakelijk de onderscheidene belas
tingen, van den inlander en den handel geheventen bedrage
gewoonlijk van 40 tot 42 millioenen tot uitgaven, bene
vens de kosten vau bestuur, oorlog, marine enz., de onkos
ten, welke op de teelt, den aankoop en verscheping der
produkten vallen, die naar Nederland verzonden worden,
en om de 24 millioen beloopen. Daar alle deze uitgaven
om de 52 tot 54 mjllioen bedragen, komt de kas in Indië
jaarlijks tien tot twaalf millioen te kort.
Het tweede deel der Indische begrooting, in Nederland
geadministreerd heeft tot ontvangsten de netto-opbrengst van
den verkoop der uit Java overgezondene produkten, en ten
laste: 1°. verschillende uitgaven hier te lande ten behoeve
der overzeesche bezittingen te doen, pensioenen, verloftrac-
tementen enz.; 2°. het te kort der administratie in Neder
landsch Iodië3°. de tekorten van de administration der an
dere overzeesche bezittingen. Wat, nadat al deze uitgaven
geschied zijn, overblijft, wordt gemeenlijk het Indisch of
koloniaal batig slot genoemd.
Maar dit batig slot, hoezeer wisselvallig en van ecne me
nigte omstandigheden, als misgewas of ruime oogsthooge
of lage prijs der produkten, afhankelijk, is ook reeds be
steed eer het nog gewonnen is. Vooreerst heeft het nog
eene bepaalde uitgave tot zijn laste. Toen de vaderlijke re
gering van Willem I. op zijn ijverigst was in het, door lee
ningen en andere middelen, opstapelen onzer nationale schuld,
kwam de in het punt van geld creëren nooit uitgedachte vorst
op den vond, om een deel dier verbindtenissen op Neder
landsch Indië te leggen. Het maakte in den grond der zaak
wel hoegenaamd geen verschil, of de schatkist eerst het geld
van de Indische administratie ontviDg en het vervolgens aan
renten uitgaf, dan of zij het ontving om het als renten uit
te gevenmaar het gaf een zekeren glimpen de menigte
bemoeide zich nog zoo weinig met 's lands zaken en had
er bij gevolg dan ook zoo weinig begrip vandat deze het
al zeer mooi vond, dat Indië de schuld betaalde van Neder
land. Voor hen die het hokus pokus van den maatregel be
grepen had de vorst eene gewigtige aanbeveling van denzelve
uit de hooge politiekde verovering van Java namelijk zou
minder begeerlijk worden voor eene vreemde mogendheid,
wanneer het met eene schuldenlast van 160 millioen be
zwaard was
Dientengevolge moet uit de geldmiddelen van 's Rijke over
zeesche bezittingen jaarlijks eene som van 9,800,000, als
renten ten laste dier bezittingen daargesteld, worden nitge-
keerd. Deze som wordt zonder omwegen als eene zekere
ontvangst, onder de middelen en inkomsten tot dekking der
uitgaven opgenomen. Daarenboven wordt geraamd, wat dan
nog uit die geldmiddelen zal overschieten en ook dit als eene
inkomst op de raming der middelen gebragtdit heet dan
het vermoedelijk batig slot der koloniale administratie hier te
lande. Wanneer eene jaarlijksche dienst der Indische adminis
tratie gesloten, en dus het ware resultaat bekend is, dan
wordt met dit overschot, indien er een is, de comoedie ge
speeld, dat bij eene.wet bepaald wordt, dat dit batig slot,
hetwelk tot een hooger of lager bedrag reeds bij de begroo-
tingswet als inkomst was aangenomen, i.i 's lands schatkist
zal gestort worden. Dit heet de regeling van het batig, slot
der Indische administratie bij de wel.
Het door en door verkeerde, het zwendelachtige om het bij
den waren naam te noemenvan deze wijze van handelen
valt te zeer in het oog, dan dat niet ieder het zou inzien.
Eerst wordt eene bêgrooting der behoeften opgemaaktdie
naar de algemeene opinie en naar de bekentenis der bewinds
lieden zelve te hoog iszonder de middelen en het vermogen
der belastingschuldigen in aanmerking te nemen dan maakt
men eene raming der middelenwelke die begrooting moeten
dekkënmaar die, hoe sterk men de snaar gespannen, hoe
hoog men de belastingen opgevoerd hebbe, toch nog voor
een vijfde beneden die begrooting blijft. Meer dan vier vijfdén
van het bedrag der uitgaven is er uit de natie niet te persen
de begrooting is een vijfde hooger dan de middelen van het
land met alle inspanning in staat zijn op te leveren.
Wat doet men nu? Zegt mende bêgrooting moet ver
minderd worden het koste wat het kostewant de middelen
zijn er niet om de uitgaven te bestrijden? Verre van daar.
,Men laat de begrooting zoo als zij is, en vult het ontbrekende
vijfde deel stout weg op de raming in met 14 millioen van
het vermoedelijk batig slot der Indische administratie.
Het is lang goed gegaan door aan Indië het noodige te
onthouden en den Javaan uit tejjuA-ten, opdat het werkelijk
o nie-K'zou achterlijven maar hoe
menigvuldig worden de teekeflen.^pdat^T&ya werkelijk uitgeput
batig saldo bij de raming
raakt wanneer er aan den J^vaa"n.»^é-rië\®erade,uah1^^^M>n-
ken, in Indië geene verbe^rjngen van algeuieencn aard ten