trsrt™.
0 November 1830.
N°. 43.
NIEUWS- EN
ADVERTENTIE-BLAD
u
I»c StaatsJjegrootSng.
KALEIDOSKOOP
ZWOLLE DEVENTER
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
[rijs van bet abonnement is-Voor Zwolle, Deventer.
Mtphen en Apeldoorn "to cent in de drie maanden
>veral elders franco per post8T/2oent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
1 De prijs der Advertentiön is van êdn tot vijf regels
|50 cent, en 10 cent voor elkeu meerderen regel, be
halve 55cent zegelregl bij iedere plaatsiug.
7,'.-v
Een minister, hoe knap overigens, die met weet te praten
List in een constitutionelen staat een hoofdvereischte voor
jijne betrekking. In 't bijsonder moet hij deze gave weten
aan te wenden om de zaken op het beste te doen voorko
men niet door het kwade lomp weg te ontkennen of met
valsehe voorstellingen te verbloemen ieder zou het inzien
en hem een leugenaar scheldenmaar door het goede zoo
schitterend te doen uitkomen dat de g'ans er var.op d
keerziide terug straalt, en het donker tempert. Onze Minis
ter van financiën heeft reeds zoo menig blijk van dit talent
gegeven dat niemand hem, wat dit punt aangaat, als tegen
ziine betrekking'niet opgewassen zal beschouwen. Sierlijk en
innemend spreidde hij ook weder deze gave ten toon in de
redevoering, waarmede hij onlangs de begrootingswetten aan
rlp Twppde Kamer indiende.
Hii vangt aan met het tekort van 1848. De hoop dat
het de Regering gelukken zoude, zonder buitengewone oilers
van de natie te vragenhet geschokte evenwigl lusschen onl-
vanqsten en uitgaven ie herstellen; die hoop, hij zegt het met
een warm gevoel van erkentelijkheid voor den zegen, die in
dit opziet op hunne werkzaamheden rustte, die hoop heelt
zich verwezenlijkt. Het tekort van 1848 is, na de definitive
sluiting der rekening, gebleken te bedragen 9,7-0,092./
Tn mindering daarvan kunnen strekken de batige slotten van
vroegere diensten, ten bedrage van 1,076,102.21'Aen het
batige slot van de dienst van 1849, hetwelk de aanzienlijke
som°van ƒ7,557,545.40'/* bedraagt. Op 10 Januarij van het
loopende jaar bedroeg het tekort van 1848 dus niet meer dan
f 1,086,445.09V2.
Met welgevallen verwijlt de Minister bij dat zoo aanzien
lijk batig slot van 1849. De hooge prijzen voor de koloniale
waren bedongen, deed de raming van het batig slot der ko-
loniale rekening met f 5,o93,333.33 .overtreffen; dooi het
zuinig beheer der ministers en het standvastig doorgezet stel-
1 sel van bezuiniging op de staatsdienstzijn op de begrooting
van 1849 1,98*6,039.89'/s bespaard. Deze omstandigheid zal
der natie tot een onwederlegbaar bewijs strekkendat de
belofte in 1848 en 1849 herhaaldelijk gegeven, geen ijdele
klank was.
Een derde helder punt is het vooruitzigt op de uitkomst
van de dienst van 1850, waardoor de nog restende 11 ton-
nen van het tekort \an 1848 geheel zullen kunnen/ gedekt
worden. De opbrengst der 9 eerste maanden overtrefttegen
gewoonte, de raming van dat tijdperk, en levert, vergeleken
f niet de 9 eerste maanden van 1849, een meerder op van
1,033,289.69. De 4'A percents schatkistbiljetten, waarvan
in 1848 voor acht millioen in omloop moesten worden ge-
bragt, zijn reeds grootendcels ingetrokken, terwijl de nog in
omloop zijnde met den aanvang van het volgende jaar zullen
ingetrokken worden.
Een vierde lichtpunt. Die gunstige staat onzer nnantièn
duidt onwederlegbaar aandat de materiële toestand der na
tieover het algemeen genomen, vooruitgegaan is. Zulks
ZtJTPHENAPELDOORN.
De AdverlenliBD moeten vóór Vrijdag middag ie
uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjberk Willisk;
Deventer, A. Ter Goske; ZutphenJ.H. Mellisk;
Apeldoorn, B. Gusxtue
volgtvooreerstuit den aard der belastingenwelke in
1850 meer opbragten dan in 1849. Het zijn de in- en uit
gaande regten, 14 percent, de accijnsen 4'/2 pet., de zegel
en registratie-regten 7 pet., en het regt op den waarborg
der gouden en zilveren werken, nagenoeg 17 percent van
het bedrag van de 9 eerste maanden van 1849. Ten tweede
uit de uitkomsten die de algemeene statistiek van handel
en scheepvaart over 1849 aanwijst. De algemeene waarde
van alle in- en uitgevoerde goederen te zamen bedroegen in
1849 eene som van f 492,558,454. Zij overtrof die van 1846
met 27, van 1847 met 23, van 1848 met 46, en het ge
middelde van die drie jaren met 32 millioen guldens. De
uitvoer van zeer vele producten van den landbouw, bepaal
delijk. die van boter, meekrap en sommige graansoorten, de
uitvoer van de voortbrengselen der belangrijkste takken van
fabriekmatige nijverheid, bijzonder van gedistilleerd, vele
manufacturen, en vooral die van geraffineerde suiker, nam
in "rootere of mindere evenredigheid toe. Wat de beweging
der scheepvaart aangaat, in 1849 Jn meer ingeklaard dan
in 1848- 806 schepen, metende 93,438 tonnenen uitge
klaard 2*63 schepen, metende 73,640 tonnen. Bedenkt men
nu dat de opbrengst der in- en uitgaande regten dit jaar
aanmerkelijk toenam, en slaat men tevens het oog op de
uitkomsten van de voorloopige statistieke opgave van den
handel over de zes eerste maanden van 18oü, dan mag men
zich op goede gronden vleijen met de hoop, dat de uitkomst
van 1850 nog gunstiger zijn zal.
unstige toestand! Maar al dat licht zon ver-
d° schilder brengt ook schaduw aan in zijn
Welk een
blinden een goeil -
tafereel100 ook Je Minister. Uit bovenstaande mag men
tot het besluit komen dat men wat de finanticn betreft
de toekomst met meer gerustheid kan te gemoet zien maar
die gerustheid - niet tot argeloosheid mogen overgaan. De
uitgestrektheid der staatsbehoeflen legt nog altijd eene zware
taak aan de Regering en aan de vertegenwoor ligmg op -
hoogst noodzakelijke, uitgaven zullen op den duur, in het
wel begrepen belang van den Staat, me altijd uitgesteld
kunnen worden. De verwikkelingen (verspillingen?) van het
verledene hebben ook wel eens uitgaven op de toekomst doen
verschuiven, die toch eindelijk voldaan zullen moeten wor-
ioo als <le som der renten van het fonds voor de droog-
den
die in 1843 op het kapi-
makmg van het Haarlemmermeer j -
taal riin geimputeerd, en die aan dat kapitaal teruggegeven
lullen moeten worden. Doch ook met het oog hierop is het
verblijdend het uitzigt te hebben dat het evenw.gt tusschen
ontvangsten en uitgaven, met alleen wat het veiledene be
treft weldra zonder buitengewone inspanning geheel herste d
zal zijn maar dat ook eenige buitengewone uitgave s Rijks
ding van dc begrooting der uitgaven en de voordragt dei-
middelen voor 1851, als van eene zeer dagelnksche zaak. Er
is eeene verandering in de ïnngtrng; ook hel bedrag is ten
naasten bij hetzelfde, ofschoon iets hoogcrwaaromtrent de