■NIEUWS- EM
AD VERTMTIE-BL AD
12 October 1880.
J\To. 41.
ws mmm
$mk
KALEIDOSKOOP
21VOUE f DEVEMÏES5
Dit biotl verecbljut geregeld alle Zaturdageo. Oe
prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer
Zulphen en Apeldoorn 73 cent in de 'drie maanden
overal elders franco par post8T/2oent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De pr(Js der Advcrtentien i6 van dón tot v<jf regela
50 cent, en 10 cent voor elkeu meerderen regel, be
halve Sooent aegelregt bij iedere plaóuïng.
BE TROOWBEDE.
Waren troonreden, onder het overige régime, meestal
stukken opgesteld met het doel om behalve eene reeks van
woorden en een gebed tot slotniets te zeggen dat eenige
beteekenis had, de koninklijke aanspraak ter opening dezer
zitting onderscheidt zich, even als de meeste stukken, welke-
tot hiertoe van dit ministerie uitgingendoor een zekeren
rijkdom van zaken bij spaarzaamheid van woorden, door
degelijkheid bij vermijding van noodeloozen omhaal en schit
terende phrasen. Het geheel heeft een praktisch aanzien en
ofschoon troonreden uit den aard der zaak zelden iets nieuws
leerenen voldoenwanneer zij een beknopt overz-igfr van""
den stand der meest gewigtige zaken geven zoo is deze toch
geenszins van belangrijke vermeldingen ontbloot en laat zich
ook in dit opzigt niet onvoldaan uit de handen- leggen.
Na een korte herinnering, dat deze vertegenwoordiging
geheel en al overeenkomstig de instellingen der nieuwe grond
wet is verkozenkomen in de'eerste plaats de buitenlandsche
zaken op het tapijt. Omtrent, dit departement hoorde men
sedert onheugelijke tijden niets dan klagten over nalatigheid
en onbehulpzaamheidover verzuim van Y lands handelsbe
langen in het buitenland en over eene laakbare schroomval
ligheid, waar het op de verdediging der regten van Nederland
of van Nederlanders tegen over den vreemde aankwam. Ook
thans is het nog ver van te voldoen en worden er klagten
over de geringe activieteit en gebrek aan takt bij onze diplo
matie aangeheven. In de troonrede geeft dit Departement
behalve de stereotype vermelding van, de goede verstandhouding
met alle Mogendheden, drie mededeelingen. De eerste over
Limburg, waaromtrent de weg gevolgd wordt, «dien de
tractaten en »het belang van Nederland aanwijzen." Wij ge-
looven dat het ware-belang van Nederland is, dat het van
het Hertogdomen daarmede van alle bemoeijenis met het
ongelukkige en weinig verstandige Duitschland voor goed en
wel af was. Dc tweede: i) de buitenlandsche handel gaat
vooruit,1' is geene nieuwe, maar altoos blijde boodschap;
dat de jongste veranderingen onzer scheepvaartwetgeving,
indien onze handelstand de handen niet in den schoot laat
liegen, maar zijne krachten kent en wil inspannendien voor
uitgang zal bevorderenis eene regtmatige verwachting. De
derde mededeeling betreft de republiek van Venezuelawij
zullen er maar niets van zeggen, na al het geen de Nieuwe
Rotterdamsche Courant daaromtrent van tijd tot lijd gemeld
heeft.
De ministericn van Oorlog en Marine belooven de wetten
op de bevordering, het ontslag en de pensionering van mili
taire officierende zoo zeer gewenschte vermeerdering der
active zeemagt, mogelijk gemaakt door eene doelmatige ver
eenvoudiging van het beheer en de inrigtingen der marine;
terwijl tot de vorming van een deugdelijk verdedigingsstelsel
voorbereidende maatregelen genomen zijndie een goeden
uitslag beloven. Opdat deze of gene niet denken zou,
dat in deze woorden iets bijzondersbij voorbeeld cene be-
£OTE>HE13ÏAPEll&O'DENc
De Adverleotión moeien vóór Vryd3g middag ie
uu» ter DrukkorQ ie Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden, betzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. TjeekkVVilunk;
DeventerA. T«a Gühkis; Zulphen, I. II. RIeluhk;
Apeldoorn, B. Günriho.
zuiniging schuilt, herinneren wij., dat zij enkel op de be
noeming eener commissie ter vermelde zaak doelen.
De boven verwachting gunstige afloop der najaarsveilingen
van de Handelmaatschappij komt ook ditmaal, als eene vrien
delijke fee, de schatkist boven de raming beschenken. Het
ministerie van koloniën kondigt aan dat de koloniale geld
middelen in staat zullen zijn tot eene hoogere bijdrage ten
behoeve van het Moederlanddan waarop gerekend was.
Moge men maar bedenkendat feeën wispelturig en hare
gunsten onzeker zijn. Overigens word de aanbieding der
wetsontwerpen tot regeling der koloniale belangen over
eenkomstig de grondwet, in den loop dezer zitting toegezegd.
De vermelding onzer binnenlandsche aangelegenheden vangt
aan met de korte maar veel beteekenende woorden Onze
huishoudelijke toestand geeft reden tot tevredenheid en moed.
liet is verheugend op te merken dat zij die de zaken bestu
ren moed op die -zaken hebben; vroeger had men altijd
hoop en vooruitzigt. Daarop wordt gewag gemaakt van
den gezegenden oogst van het vorige jaarvan den hoogea
watervloed en de nationale weldadigheidvan den middel-
matigen oogst in dit jaar, en wordt gewezen op de volgende
verschijnselen: »De ontginning van gronden staat niet stil,
over het algemeen gaat de landbouw in vermogen en ken-
»nis vooruit; ook de ambachts-en fabrijknijverheid.vertoont
b ontwikkelingonderscheidene takken staan gunstig." Deze
vermelding van de inspanning van het nijvere gedeelte der
natie in den mond van den vorstis zeer passend aangebragt
onder de gewigtigste aangelegenheden van het Rijk.
Wat de middelen van vervoer aangaat, de hoop op eene
aansluiting onzer spoorwegen aan die van het buitenland,
voor eenigen tijd door een gerucht opgewekt, doch 'twelk
sedert door niets bevestigd werdwordt thans weder verle
vendigd door de verzekering, dat de Regering, nog in den
loop dezer zitting, de medewerking daartoe van de Kamers
wenscht te vragen. De verbetering eischende toestand der
rivieren zal bij de voor te dragen Rijksbegrooting ter sprake
eebragt worden.
Behalve dc reeds genoemde wetsontwerpen zullen weldra
aan de vertegenwoordiging worden voorgelegd, die op het
gemeente- en armbestuur, op de onteigening ten algemeenen
nutte, op het regt -van vereeniging en vergadering, op de
verantwoordelijkheid der Ministers, en op de nieuwe regter-
lijke inrigting. Wij hechten aan het woordje weldradaar
het andere onderwerpen, wier regeling dringend verlangd
wordt, van deze zitting niet uitsluit; doch in Weerwil daar
van maakt het eenen onaangenamen indrukdat de wet op
het onderwijs, die zeer noodzakelijk wordt, niet met name
genoemd is.
Eindelijk komt het tot de hoofdzaak, de geldmiddelen.
i>De gesteldheid der geldmiddelen is voldoende. Genoegzaam
j alle bronnen van 's Rijks inkomsten beantwoorden ruim aan
de verwachting. Deze omstandigheid, gepaard met de uitr
j «komsten van een spaarzaam beheer, opent het uitzigt, dat,