TIemtJes. nevens de overige gezindten in Nederlanden vrijheid om de onderwijzers hunner, kinderen te kiezen, wa- ren hunne cischen. Maar juist de liberalen, de voorstanders der grondwet, van 1848 waren het, die de regtmatighcid dier eischcn erkenden, 'die, de vroegere mishandelingen verfoei- jemie, het als eéne der vruchten van de z-egepraal hunner beginselen beschouwdendat dit onregt niet meer zou plaats hebben, en ook deze vrucht achtten zij verzekerd, toen de heer Thorbecke aan het bewind kwam. Wat was natuurlij ker, dan dat de Afgescheidenen en die hunne stellingen toe gedaan zijn, tevreden waren met de nieuwe orde valzaken zich mede verheugden in de vestiging van dit ministerie en er het hunne zouden toebrengen om het steun en vastheid te geven Één man heeft dit alles veranderd. Opposant voor de grondwetsherziening, opposant Da dezelve, opposant tegen het ministerie, de Kempenaer, opposant, tegen het ministerie Thorbecke, is hij ontevreden ten allen tijde en met alles; en die man, klmkt als eene sombere falalitert, die man trekt de straks genoemden zoo on wederstaanbaar 'aan dat allen hem als volksvertegenwoordiger kiezen, ofschoon zij weten dat hij de bitterste bestrijder is van dat ministerie, van hetwelk zij, meer dan van ieder ander goed regt en de vervulling hunner wenschen kunnen verwachten. Maar hij doet meerhij maakt hen, die zich van alle staatkundige bemoeijingen ver hielden, tot politieke partijgangers, even heftig, als hij zelf is, in hunne afkeuringen even onbe- stemu 111 hunne eischen. Zoo als hij in de Kamer alleen staat, maar zulks vergoedt door groote kundigheden, dialec tisch talent en onvermoeidheid, zoo telt deze partij slechts weinigen onder de aanzienlijkenm;iar juist zeer rijke en voor hunne zaak ijverende leden. Zoo hapert het niet aan fondsen en zij rigten dagbladen op of maken zich van reeds bestaande meester. Overal cn luide klinkt hunne stem en eene in vergelijking luttel getal voert een toon en maakt eene beweging, of het op het punt stond van de meerderheid en de doordrijving hunner denkbeelden te verkrijgen. Geen nood. De tijd voor theocratiën en autocratiën is voorbij. "Voor een meer of minder vrijzinnig beginsel in de grondwet wil men strijden, maar tot de tijden terug te kee- ren, dat er .geene grondwet was, en, hetzij eene dynastie, hetzij eene oligarchie haren wil voor wet gaf, is onherroe pelijk voorbij. FeH esa ÜSisèctB'ie esa wjatiriaeSd. Aan de toespraak waarmede den 24 sept. jl. de commis saris des konings in Gelderland de provinciale staten geopend heeftontleenen wij de volgende gezegdenom er dan eenige opmerkingen aan toe te voegen. «Het menschelijk geslacht schijnt met gepakten bundel op reis. Zijn wachtwoord is voorwaarts. Op den kruisweg is slechts strijd, of men de historische, dan wel de rationeel geachte baan, zoo al niet eclectisch',eene nieuwe baan tus- schen beide, zal volgen. Het zal er op aankomen, of daarbij de rede de lichtvonken aanblaast, dan of de hartstogt die uitdooft. Mijne heeren! vooruitgang willen wij allen. Teruggang is een krachtverspillend stroomopwaarts zwemmen. Stilstand is niets dan eene doodende rust." doordriogt bovenal het maatschappelijk leven met een alles beheerschenden geest van waarheid. is ons besef van het wezen der volmaaktheid niet helder kunnen wij niet dan onvolmaakt menschenwerk leveren geen nood, geen gevaar, wanneer wij steeds waarheid tot rigtsnoer Demen. Ook in het staatkundige is toenemende liefde tot waarheid de beste waarborg voor degelijken voor uitgang. Waarheid is regtvaardigheid voor allen, en bovenal voor minderheden. Waarheid is zedelijkheid, Wie waarheid zoekt en liefde bezit, wordt overtuigd, dat het volksgeluk den hechtslen steun vindt in zedelijkheidbij ontwikkeling der verstandelijke vermogens «Hij, die alles van de regering verwacht, vergeet, dat men moet strevenom weinig behoefte aan regering te heb ben. Hij, die onvoorwaardelijk bepaalde vormen najaagt, on derwerpt de zaak aan den vorm en verliest zich allengs in het rijk der hersenschimmende meest bevredigende vorm is de beste." Uit die opmerkelijke brokken (en zoo komen er wel meer in de toespraak voor) schijnt te blijkendat de terugkomst uit de haagsche naar de geldersche lücht den toespreker geen kwaad had gedaan. Hoe treffend en juist is die tegenstelling en indeeling van historische en redelijke rigting! Inderdaad, zoo men de aan leidingen en verschijnselen van het maatschappelijk leven in twee hoofdsoorten splitsen mag; dan bemerken wij aan de eene zijde de gebeurtenis, bet bednjf, de herkomst, het aan geërfde, het feit de gewoonte do vormen aan de andere Zijde het natuurlijke, het redelijke, het absolute of eeuwi'Re., het onafhankelijke van tijd en plaats. De eerste hoofdsoort is reir. cn onrein eerwaardig en verderfelijk, tyranniek cn weldadig. Haar beste en duurzaamste deel had veel uit de andere hoofdsoort geput. Aan het historische en hergebra«te hechten zich het belang, het aartsvaderlijke, de domper'"de stilstand en teruggang; maar ook het verkregéne, de behoed zaamheid, de beteugeling, de bezadigdheid. Naar het na tuurlijke en redelijke, naar de eeuwige waarheid streeft het liberalisme. Maar dit is een streven slechts, een voortgaan. Want de historie is niet minder magtig dan de natuur.0 De voortgang uit het historische tot het natuurlijke is moeilijk en bezwaarlijk. Aan den eenen kant is het feit zoo vastge- worteld dat zelfs het fait. accompli (de volbragte handeling bij velen voor regt en onomstootelijk geldt. Aan den ande ren kant grijpen dikwerf onbevoegde, ruwe en al te onge duldige handen naar schijn- en droombeelden van het waar lijk heilige. En erger nog, wanneer roofzucht en misdaad hare rollen spelen in het drama der ontwikkeling. Zoo dik wijls hiermede de voortgang troebel en ontsierd wordt, pocht de domper op zijnen glans; tevens vergetende, dat zijn eigen domperwerk er de meeste aanleiding toe gaf, cn er de eer ste schuld van draagt. Dit-verschoont echter het verkeerde niet. En de taak van het ware liberalisme is, om, zich zelf opvoedende, zoowel dat verkeerde af te wendenals echten voortgang te bevorderen. Tot onlangs waren wij gewoon dat de domper slechts gedwongen zich opwaarts ligt, en dat een leelijke walm er dan onderuit slaat. Reeds Noordneder- and en Hessen hebben de hoop geleverddat de vreedzame magt van het betere hare kinderschoenen begint uit te trek ken. Die magt wil niet langer verstikt en verkreupeld blij ven maar groot worden en liefderijk. Het buitenlandsche goudgeld komt steeds op onze prijs couranten voor. Waarom niet ons inlandsche, sedert het evenzeer tot koopwaar gemaakt is? Dit wordt waarlijk hoog tijd, opdat hetgeen er nog van binnen onze grenzen is, niet ongebruikt en nutteloos in spaarpotten slape, maar onder de menschen komeopdat hetgeen er van naar buitenslands is weggevloeidweder binnenslands bruikbaar worde. Ook in zulke zaken moet de drukpers handel en wandel aan den gang helpen. Uit de provinc. staten van Zuid-Holland is eene commissie benoemd om, als van ouds, den koning hulde aan te bieden. Daar is misschien slechts eene repetitie van eene pluimstrij kerij mee bedoeld. Maar die repetitie door de nieuwe staten heeft toch eenige beteekenis. En waarlijkwij hebben in lang geenen koning gehad die zoo weinig verkeerde dingen deeden zooveel meer in dan uit de hand viel. Uit Zutphen wordt ons gemeld, dat in een der stembrief jes uit Epe, bij de opening op Woensdag jongstleden, onder den naam van Mr. H. J. Thooft, geschreven zouden zijn eenige rijmregelen, die weldra bekend werden. Wij kunnen dit echter moeijelijk overeenbrengen met het geheim der stemming; daar immers de billetten dadelijk na de lezing door een Stads-bode Detjes op elkaar zouden zijn gestapeld, en na den afloop der stern-opneming onmiddelijk, in tegen woordigheid der kiezers, werden ingepakt en verzegeld om daarna provisioneel bij het Bestuur in verzekerde bewaring te blijven. Bedoelde orthodoxe rijmen zouden, volgens het gerucht, luiden als volgt Ik was eens Lid der Club, die Redding is gcheeten; Maar die, tot heden toe, het brengen heeft vergeten Van zoo veel heil, door haar beloofd; Die twist en tweedragt zaait cn spanning allerwegen, Die eensgezindheid bant, het vaderland ten zegen Zoo 't heet, maar die liet zegen rooft; ^Vier leiders t is te doen tot hoogheid te geraken; Die, in hun* dwazen waan, naar 't Presidentschap haken Van Stedelijken Raad of ander hoog gezag, Naar t Secretaris-ambt der Provinciale Staten 9 Die, zij t in eens gezegd: al 't oude zouden halen, Alleen wijl 't nooit uit een van hen in Eere zag. Maar 'k haat een' kuiperij, die alle vrijheid dooft'. Ik breng een' vrije stem, en stem op A J H- J' THOOFT. Anderen willen weêr dat woorden en zin eenigzins van 't voorgaande verschillen, als: k Verraadde Reddings Club, verachtelijk dus gcheeten, Die trouw, tot heden toe, haar doel nooit heeft vergeten; °Ons aller heil," door haar beloofd; Die twist en tweedragt mijdt en streeft langs open' we^eo Die eensgezindheid mint, het vaderland ten zegen, Die schuwt elk wien *t dien zegen rooft;

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2