<$L II. W Tea ISokkel Eluiiilaak te Neede.
wet shtai, )js de doordrijverij op het
«altaar des^ vaclerlai|^f^/^sUpt>ldH^erdcn. Maar wat wil de
natie u dan:;toéh b^j'rs da«< ea^regering door haar zelve
uitgezocht? Laat iij zich onder het uitzoeken bij den neus
leiden door weryefsy opv'ijiétaars en kunstenarijen, dan heeft
zij slecÜtseigene dwaasheid te klagen. Ja, zoo is
het: als dé'"kiezers zich laten bedotten door eene tyrannij in
een nieuw pak, dan hebben zij niet veel betprs in de plaats
van de tyrannij in het oude pak. Maar de kiezers zullen wel
leerenal zoude het des noods door schade en schande zijn.
Zij zullen wel leerenbeter uit eigene oogen te zien en
hunne stemmen niet vooraf blindelings te onderwérpen aan
andermans bestier. Zij zullen wel leerendat zijom een
uitëenloopcn op luk-raak tc vermijdenniet noodi<* hebben
tot een erger uiteiste over te slaan, namelijk tof het weg
schenken van andermans rept. Immers, ieder ingezeten of
medeburger heeft regt, dat ieder kiezer naar zijn beste ver
mogen kieze. Aan dat regt wordt niét voldaan door den
kiezer die de zorg voor zijne keuzen op anderen afschuift,
en, als hem daarop zijne keuzen worden voorgeschreven,
meent gebonden te zijn door een woord dat hij ongeregtwd
was te geven. Zulke kiezers hebben voor zich niets te kla
gen, wanneer hunne gekozenen even blindelings aan gedien
stige bezorgers overlaten om te werk te gaan, of zich vooraf
reeds verbinden om te knikkebollen. Maar over zulke kiezers
hebben anderen te klagen, wier belangen zoo vlug door hen
waren op het spel gezet. Een. kiezer toch is als zoodanig
een publiek persoon; veelmeer, dan een huisvader, een
voogd, een gestiehtsrregent enz. een publiek persoon is. De
kiezer is ten-naastc-bij een ambtenaar, die verantwoordelijk
is voor de goede verrigting van zijn ambtswerk, en zonder
wettige toelating geenen verwalter of gemagtigde in zijne plaats
kan stellen zoo als een privaat persoon dat kan voor zijne
private zaken.
Onderwijs ;n de staatshuishoudkunde op de lagere scholen
Ik. weet wel dat dit enkele denkbeeld vele staatsmannen
doet huiveren en dat zij het van zich afstooten met eene
minachting die ten minste gelijk staat aan hunnen schrik.
Maar ik beken dat ik voor mij evenmin den schrik als de
minachting voor zulk eene onderneming begrijp. Indien er
heden ten dage iets is dat waarlijk de zamenleving bedreigt,
dan is het de onwetendheid. Zij doet niet minder kwaad
aan onze eeuw, zoo verlicht als deze is, dan zij aan de vo
rige eeuwen gedaan heeft, hoewel onder eenen anderen vorm.
Zonder de onwetendheid vraag ik wat die onzinnige en om
verwerpende ieeringep vermogen zouden welke zij eerst in
blaast en welke zij vervolgens aanneemt en versterkt. Ge
looft men, dat, zonder de onwetendheid, de geest onzer
werkliedende geest onzer boeren, zoo gemakkelijk zou
openstaan voor predikingen die nog meer op dwaling dan op
hartstogten rekenen Leert aan de menschen hoe de per
soonlijke rijkdom zich vormt; laat hen dien maatschap*
pelijken rijkdom begrijpen welken zoo vele eeuwen allengs
gevormd hebben en welken wij allen door onzen arbeid ver
meerderen moetengeeft hun die eenvoudige cn klare be
grippen die te voorschijn treden uit allerlei werkelijkheden te
midden waarvan zij leven; en wanneer gij alzoo.de verstan
den zult verlicht hebben, wanneer gij hun de huishoudelijke
zaken en de onwrikbare wetten die ze regeren zult hebben
doen begrijpenzult gij meer gedaan hebben voor de wel
vaart en de rust der zamenleving, meer gedaan hebben voor
het geluk en de deugd der burgers dan gij ooit voor de orde
zult kunnen doen door de strengste wetten en het hardste
bedwang."
Uit liet fransch van Bartuélemy Saint-Hilaire.
HooMstedeaa.
De hessen-despoot was dan weder bang, waarvoor? voor
zijne hoofdstad. Want in een klein nest naast de grens is hij
minder benaauwd. Zonderling 't Meeste rumoer in hoofd
steden. In Parijs, Ween enBerlijn, DresdenRome! En
juist de hoofdsleden zijn het welke de meeste zijde spinnen
bij tyrannij en misbruiken. Zij groeijen overal tegen de ver
drukking in. 't Is er altijd kermis, te midden der groote
uitgestrektheden vol zwaegens en ontberens. De despoot zal
intusschen zijne hoofdstad wel rakkeren, tot ze hem mit han
gende pootjes terughaalt. A ha! liet volk ziet in de hoofd
stad de tyranny van nabij. 'Als het er zijne weelde geniet,
klopt het hart over de wijze waardoor het geld cr toe bin
nenkwam. Op school mag soms de vertroetelde lieveling
den meester niet lijden, juist omdat zijn gemoed dat onrede
lijk voortrekken niet verdragen kan. Zoo slecht zijn de men
schen nog niet, of in massa haten zij den dwingeland, ook
dien welke hun den afval toestopt.
Uit Zutphen wordt ons bcrigtdat
trikt Ruurlo, bij gelegenheid cencr vrije ^oofd-kicsdis*
volgende week voor een lid der provinciale in (ie
van den heer II. W. van Lyndon te Zutphen P,aats.
tinchem de benoeming heeft aangenomen k ter Doe"
Woltcrbcek te Borculo van de. kandidatuur herft L
en verzocht heeft, de stemmen welke de kiezers
zouden willen uitbrengen, te vereenigen op den hJF i u
W. ten Bokkcl Huinink te Neede, opdat daardoor de vrii
nige partij in dit distrikt hare kracht versterke tegen overdo
behoudende partij, welke uit niet minder dan drie Burge
meesters heeft te kiezen, zijnde die van DoetinchemAneerln
en Ncede. b
Van den heer Huinink mag gezegd worden dat hij \s
braaf, eerlijk, vrijzinnig en bekend met de behoefte van dit
distrikt; zoodat met volle overtuiging deze kandidaat de
krachtdadigste bevordering verdient van de kiezers in het
hoofddistrikt Ruurlo. Alle kiezers, die het welbegrepen be
lang van volk en vaderland dus wenschen te' bevorderen,
en zich den eernaam van opregt staatsburger waardig té
makenworden dringend en welmeenend uitgenoodi^d te
stemmen op den Heer:
Aan alle vrijzinnige Stenigereg lig den in het Kiesdislrikt Zutphen.
Zeer geachte Medekiezers
Was, na het bedanken voor het Lidmaatschap der Provin
ciale Staten door den heer Mr. J. P. P. Baron van Zuylen
van JNeyvelt, het Bestuur der Vereeniging Redding door Be
zuiniging er in geslaagd, ter voorziening in die vacature, een
dubbeltal bereidvaardige mannen op te sporen en aan haar
voor tc dragen; beiden onafhankelijk, cordaat, van echt
vrijzinnige gevoelens en ongeveinsde instemming met de strek
king van het bestaande Ministerie: Ver mindering van noo-
detooze uil gaven en drukkende lastende Vereeniging had uit
zoodanig tweetal gekozenden heer K. J. van der Meülen
te nrummen. Deze, haar Kandidaat, heeft op dien van de
ZutphensChe courant, den heer Mr. II. J. Thooft, wel eene
hoogst aanzienlijke meerderheid behaald (370 Stemmen tegen
213); doch het was niet de bij de Wet gevorderde volstrekte
meerderheid. Eene herstemming tusschen beide genoemde
heeren is mitsdien gelast, en de Vereeniging vermeent hier
niets te moeten bijvoegen dan (om alle misleiding te weren),
dat de heer van der Meulen, bij missive van den 15 dezer'
verklaard heeft: indien hij verkozen werd, zijne benoeming
te zullen aannemen."
Evenwel verzoeken wij u dringend om alten bij de her
stemming getrouw op te komen en toch voor geene voorbij
gaande belangen de blijvendenamelijk die van land en ge
west, te laten varen! Overigens weet gij allen, dat onze
Kandidaat, wegens zijnen maatschappelijken stand, geene
meerderen heeft te ontzien; dat hij" geene posten bekleedt
noch verlangt, en geene nabestaande bloedverwanten, ten
koste van den lande, heeft te bezorgen.
Bovendien zal, na al het vooi gevallene uit de getrouwe
opkoming der vrijzinnige Kiezers moeten blijken: »of het
grootste gedeelte der natie, de nijvere middenstand, vóór of
tegen het behoud en diep ingewortelde stelsel van Népotisnie
(familie-begunsting) gezind is:" want bij deze herstemming
geldt het nog minder de personen zelve, dan wel vooral de
beginselen dergenen die hen hebben voorgesteld.
Blijft dus stemmen of stemt allen nog met de VcreenigiD*
op den Heer:
K. J. van der MEULEN te Brummen.
Zutphen den 28 September.
Namens de Vereeniging: Redding door Bezuiniging.
G. J. ROSEGAARDE. Voorzitter.
P. WEL IER.. Adjunct-Secretaris
IWELLO den 23 September 1850.
In het Kiesdistrikt Zutphen eene herstemming moetende
plaats hebben voor een Lid der Provinciale Statenheeft de
commissie ter regeling van het verkiezingswerk in het onder-
Kiesdistiikt Voorst, in eene op heden gchoudcu Vergadering
bij meerderheid van stemmen bepaald om
den Heer K. J. van der MEULEN, te Brummen
als den meest wenschelijketot Kandidaat voor de Provin
ciale Staten aan te bevelen.