«fan de Slapper.
Geeieugtie Berigten.
worden overgegaan tot eene keus voor de Provinciale Staten
en tevens gelegenheid gegeven tot invulling der Stembilletten
voor de leden van de 2e kamer door de commissiebestaande
uit de Heeren Ankersmit, Liese, Do. VVesselinkVeeneman
van Baaien en Js. van Delden. Men vertrouwt dat de
kiezers zich deze gelegenheid zullen ten nutte maken om tot
het belang van vaderland en volk mede te werken.
GOUDA 20 Aug. Heden namiddag omstreeks 5 ure ver
zamelde zich cene talrijke menigte in de nabijheid der Groote-
of Mallegat-Sluiseven buiten de Rotterdammerpoort. Een
te dezer Stede vreemd voorval lokte die talrijke toeschou
wers. De Inspecteur van den Waterstaat, de heer Grevc,
had zich aldaar begeventot het doen inspecteren der sluis
deuren, door middel van eenen duiker. Weinig was men
voorbereid op den treurigen afloop welke deze zaak zoude
nemen. Immers, nadat de nedergelaten persoon, blijkens de
teekenenwelke men aan het water kon bespeurenreeds
een weinig in den omtrek der sluisdeuren geloopen en een'
geruimen tijd onder water doorgebragt had, verwonderde men
zichgenoemde teekenen van beweging niet meer waar te
nemen, even min als eenig door hem te geven sein. Die
verwondering steeg ten toptoen ook de tot hem gerigte
seinen onbeantwoord blevenhetgeen de order tot ophijsching
ten gevolge had; doch, wie zal het wagen de vreeselijke
ontsteltenis te beschrijven welke zich van al de aanwezigen
meester maakte, toen men een te naauwernood meer levend
schepsel boven water haalde. Men vermoedt dat eenig nood
lottig toeval op eene zoo jammerlijke wijze een einde heeft
gemaakt aan het leven van dien ongelukkigenalthans aan
den toestel schijnt niets ontbroken te hebben en ook de
toestand van het lijk doet, naar wij vernemen, veronderstel
len dat hier meer moet gedacht worden aan eene ligchame-
lijke ongesteldheid, geheel afgescheiden van het verblijf onder
water. De ongelukkige was woonachtig te Hellevoetsluis en
hoewel gehuwdbeweent alleen zijne weduwe in hem eenen
braven echtgenoot.
Jan Barendsein de wandeling Jan de lapper genaamd,
omdat hij van beroep Schoenlapper wasleefde in het mid
den der zeventiende eeuw. Volgens gewoonte dier tijden
deed hij verscheidene zeetogten en klom door beleid en
moed op tot den rang van dek-officier. In dien rang diende
hij op de vloot onder den Admiraal Maarten Harpertzn.
Tromp, op een schip, dat eenen kapitein tot bevelhebber had,
die liever de kogels in de verte dan om zijne ooren hoorde
fluiten, dat is: hij hield zich zoo veel mogelijk buiten schot.
En evenwel was de dappere Tromp, die een afschuw had
van eiken bloodaard, gedwoDgen den laffen bloed op de vloot
te houden, omdat hij een adelijk heertje was. Eenmaal ge
beurde het echter, dat onze lafaard, door het uitschieten
van den wind, midden onder den vijand'geraakte. Wat het
Hollandsch spreekwoord zegt: bloo jan doo jan gebeurde; de
lafbek en zijn even dappere luitenant lkgen weldra onder den
voet. Het scheepsvolkniet gewoon onder zoo'n melkmuil te
vechten, schreeuwde, dat men het schip aan den vijand moest
overgeven. Maar wat deed onze Jan? Hij greep de lonten riep
woedend: dat gebeurt niet, ik ben uw kapitein en als ge vechten
wilt, zullen de Engelschen blop de lappen krijgen; zoo
niet, dan jaag ik het schip door alle kruid naar den duivel!
Vivat, Jan de Lapper," riepen de matrozen, hij is onze
kapitein."
En als leeuwen gingen ze onder zijn kommamlo aan het werk.
Jan plaatste zijn schip tusschen twee Engelsche schepen
schoot het eene in den grond en joeg het andere op de vlugt.
Tromp, die het gevecht onder het oog had, en het schip
kende, konde volstrekt niet begrijpen, dat deszelfs kapitein,
die anders altijd zoo schandelijk afhield, zoo woedend vocht.
Maar spoedig werd dat geheim opgelost. Na het gevecht
seinde de Admiraal alle kapiteins aan boorden ook Jan
begaf zich in zijne sloep en roeide naar het Admiraalschip.
Zoodra Tromp hem zag aankomen, herkende hij hem dadelijk
dewijl hij zich het vorige jaar op het Admiraalschip had
bevonden, en riep verrukt:» Wel Jan, hoe komt gij hier."
Admiraal," zeide Jan, »mijn kapiten, die je kent, en zijn
luitenant zijn naar de maanen het scheelde maar weinig
of ons schip was het ook; maar verdord, toen was het mijn
beurt! Ik nam het komando op, en heb de Engelschen naar
het gat geveegd, dat het hun heugen zal. Nu ben ik kapitein
op het schip en kom dan in die kwaliteit op uw sein aan
boorden hoop onder Gods hulp en met uwe premissie mijn
schip te Texel binnen te brengen."
«Kom op, brave man," zeide de Admiraal, idat zal je ge
beuren en Jan voer na het houden van den krijgsraad
weder naar zijn schip, dat hij behouden binnen bragt.
Bij hunne aankomst in het Vaderland gaf de Admiraal zulk,
een gunstig verslag van 's mans dapperheid dat hij van de
Admiraliteit eenen gouden keten met een daaraan vast zijnde
medaille ontving, en daarenboven eene premie van 250 gul
den. Nu was Jan er boven ophij kocht voor een gedeelte
van dat geld leder in voorraadvoor de rest een zwart
zondagspaken stapte wekelijks met zijne vrouw als een
ordelijk burger met ziin gouden keten om den hals versierd,
naar de kerk.
Het volgend jaar kwam de Admiraal vroeg in het voorjaai
door Haarlem rijdenom in den Haag het in zee brengen
van 'slands vloot te bevorderen, 't Geval wilde, dat juist
de Melksbrug werd opgehaald en dus de Admiraal moest
wachten. Jandie kort daarbij in een pothuis schoenen
zat te lappen, sprong, zoodra hij den Admiraal zag, voor den
dag en vloog naar hem toe,
«Wel, Jan," zeide de Admiraal, jij in je poasthuisals de
trom voor 's lands vloot slaat?"
Ja, Admiraal," zeide Jan, ik kan niet dienen en dat
spijt mij thans."
«En waarom niet?" zeide Tromp.
Omdat ik," zei Jan, als kapitein ben binnengekomen en
niet anders dan als kapitein kan uitvarenen om mij dat te
doen worden daar geven de Heeren den duivel vaneens
kapitein altijd kapitein, eri anders maar schoenlapper!"
Tromp, die den leeuwenmoed van onzen Jan kende
sprak van hem bij de Staten met dat gevolg, dat onzi
schoenlapper tot kapitein over eene nienwe korvet werd
aangesteld, en in het eerstvolgend gevecht, na drie Engelsche
schepen tot wijken gedwongen te hebbenals een echt held
voor het vaderland sneuvelde.
In Belgie hebben geweldige onweders en stortregens de vorige weck
veel schade aangerigt. Onze koningin is te Heidelberg door haar v;
der afgehaald en met hera naar Baden-Baden gereisd. De president de-
fransche republiek doet eene rondreis in 't zuiden des lands en vindt
over 't geheel een gewenscht onthaal. De Brielsche cipier is eervol
in zijne functie hersteld. De gouverneur der prov. Utrecht zal eersc
daags aftreden. De berigten uit de Oost luiden niet gunstig. Me
vrouw Rochussen is ziek. Te Groningen en Gouda klaagt men over
de slechte verlichting der stad. Te Deventer laat men die nog geheei
op de maan aankomeu. De keizer van China is, volgens telegraph;
sche berigten, gunstig voor de christenen en den opiumhandel gezim
De 6e algemeene jaarlijksche vergadering van het Ned. Onderwijzer:
genootschap werd dezer dagen te Arnhem gehouden en met een maai
tijd plus roerende feestdronken op het stations-gebouw besloten. De
Spaansche minnen voor den prins van Asturie zijn ieder met f 5000 en
rijke geschenken naar huis gezonden. Zij hebben zich voor eene vo
gende gelegenheid gerecommandeerd. Prins Frederik is te 's Hage
teruggekeerd en aldaar aangekomen de groot-aga van Syrië. Idem U
Brussel Lola Montes, na een overhaaste vlugt uit Parijs. De Nederl.
dwerg Jan Uannema en Mile Rachel bevinden zich beide te Uamburg en
geven in denzelfdeu schouwburg voorstellingen. De eerste is bij de
laatste ten eten geweest en met een kostbaren ring vereerd. Het
Engelsche parlement en de Nederlandsche kamers zijn dezer dagen ge
sloten, de laatste tevens ontbonden. Te Rotterdam is de vloer eener
danszaal onder het dansen van de hupsa bezweken. Verwacht m
den loop van dit of het volgende jaar de groote komeet die in 1264 zoc -
veel an«Tst veroorzaakte. Uitgevonden te London een nieuwe soort
van parapluis, die in den rokzak kunnen geborgen worden. De kt-
ningin van Engeland heeft met haar gemaal een uitstapje naar Ostende
gemaakt. Te Tiel is een koopman in R. C. kerkboeken enz. op bet
ter daad met zakkenrollen betrapt. Bij Etten zijn bij het graven
gouden muntspetiën en penningen en te Deventer een menschelijk ge
raamte gevonden. Te Havelte staat eene hortensia voor de tweede
maal gedurende dit zomer in bloei. Te 's Hage is door eene wandr-
lende dame een zwarte zijden mantille verloren. Idem een brief met
een bankbillet te 's Hage op den post bezorgd. De Zierikzeesche
Nieuwsbode heeft zijn 7den verjaardag dichterlijk gevierd, met een vers
van volgend kaliber:
En al zit, op mijn verjaring,
De Patroon in Themis doos
Voor vier weken in bewaring (1),
Hij rijdt door en is niet boos.
Een Herv. zeer fatsoenlijk jongmensch te Amsterdam van 26 jaren met
eene fabriekzaak, vraagt een Dorpspredikant's vurige dochter. Ee,.
respectable weduwe wenschte zich het beheer van een of ander etablis
sement te zien opdragen. Te Rotterdam is een mees, na het verin
van zijn gaaike, met eene vink gepaard. Een jong Engelschman wb
als Reiscompagnon en tolk dienen naar de eeuwige stad. Een be
daagd, talentvol, levendig en gezond weduwnaar, Van probitcit, i
vende in een schoon oord, zoekt eene fatsoenlijke deugdzame, bedaayye
jufvrouw of weduwe, die van hare inkomsten jouisseertom wederzijd>
elkander het leven te veraangenamen. Een fatsoenlijk man wenscht
van eene nict-Roonische weduwe, zonder kinderen, eene benedenkamci
met bed te huren, en al bet wetenswaardige te vernemen. -- De ku
zersvergaderingen zijn schier overal ijverig in de \veer. l)e Goudsche
pijpenfabrieken verkeeren in een bijzonderen bloei; niet uithoolde der
kiesver^aderin^enzoo als sommigen mogtcn deuken, maar wegens
bestellingen naar N.-Amerika. In de meeste kiesdistricten van Drenthe,
ziju de lleeren L. van Heiden Reinestein en P. van der Veen tot kan
didaten voor de 2e kamer aangenomen. Men hoopt dus eindelijk van
den graaf der toevallige kinderen verlost te worden. -
(1) De uitgever zit wegens persdelict voor 4 weken gevangen.