Een ontbrekrud boeit. Middelen om zijn stembriefje te doen kennen: eene vouw, jene scheur, eene ietter enz. enz. Ja wel, zegt de heer tjosterusmaar de naamteekening is toch het gemakkelijkste middel, en daarom moet de wet het verbieden!*!! En b aan genomendat men dergelijke fraudes inderdaad zou gebruiken dan acht ik het juist als eene verdienste van mijn amande- ment, dat alsdan aan het licht zal komen, dat er fraude is gepleegd. (Hoe dan?!) Ook verbeeld ik mij, dat zulke kiezers, die zich met lijf en ziel aan den invloed van anderen verkocht hebben, voor geene verbetering vatbaar zijn, maar dezulken geldt het omandement niet, dat ik de eer had voor te stellen.'' Maar wie geldt het dan, scherpzinnige heer Costerus? zijn het dan brave, zelfstandige kiezers, en die zich niet met lijf en ziel verkocht hebben, wanneer zij zich zoo zeer onderden invloed van de leden van den Raad gesteld hebben, dat zij in plaats van door een t.eekendoor naamteekening hun stem briefje kenbaar maken? Zeker, 't is jammer, dat de heer Costerus niet te Dokkum gekozen is. Men zal uit deze zich zelve tegensprekende redeneringen en uit de opgewondenheid waarmede de heer Costerus eene zaak van zoo gering belang behandelde, slechts kunnen op maken, dat hij, het koste wat het koste, ook een amandc- ment, dat doorging, wilde maken; een dikwijls voorkomend, meer lastig en den voortgang der zaken stremmend streven van eerzuchtigendie, omdat zij geene groote celebi iteiten kunnen zijn, een bijzonder pieizicr. hebben om zich'dan in kleinigheid te doen gelden. Welnu, het is hem gelukt, maar de wet heeft er weinig baat van die nu eene nulliteit voor de uitgebragte stemmen meer telt, en den'kiezer eene beperking te meer oplegt, beide zonder eeriig doel. Wij worden met zoovele boeken gebenedijd die wij niet mal^ genoeg zijn te lezen; of die wij gelezen hebbende met dubbeld geld zouden willen betalen zoo wij er den vermors ten tijd mede terug hadden maar wij hebben óók wel eens een boek noodig dat nog niet geschreven is. Onder deze laatste soort rekenen wij eene goede taktiek voor sprekers in vergaderingen, bijzonderlijk in de Staten generaal. Misschien is het boek er nog niet,«omdat Jan en alle man het niet kan zamenlappen. De schrijver toch zou niet alleen een geletterd kenner der regelen en loopjes van welsprekendheid moeten zijn maar ook geconfijt in ons staatsregt, in onze wet- en besluitengevingen in de middelen of iorigtingen welke prac- tisch de redenaars in of uit den sloot helpen. Hij zou onder anderen moeten treden in een diep-wijsgeerig onderzoek der tropen en figuren waarmede men voet van stuk houdt; of zich den kostelijken tijd ten nutte kan nemen om gure en bedenkelijke zaken op zijde te laten; of welsprekend zwijgen kan wanneer iets op den nagel brandten er niet op de vingers moet gekeken worden; of sierlijke episodes kan impro viseren, aangaande personen, syslemen en te pas gebragte bij zondei heden of zijn hart lucht kan geven op zijn zondagsche stokpaardje, met of zonder doorslaan, met of zonder mom- aangezigt. Wij noemen maar zoo eens wat. Hoe ruim een veld! Ook zou de theorie der interpellatiën amendementen, incidenten, complimenten, allusiën, interlusiënpraelusiën enz. er grondig moeten worden uit en in elkander gezet; benevens de theorie van instructiën en riemen onder 't hart voor sprekers die zich zelve gaarne hoorenen die zoo zeker van hun juiste en ware inzigt zijn dat zij zonde zouden doen indien zij de ovengen loslieteneer zij het hun met alle mo gelijke moeite, duidelijkheid en geduld hadden aan 't verstand gebragt. (Het Instituut*zal toch het boek niet leveren?) hang der artt. 11 der Wet houdende algem. hem! I van het Wetb. v. strafv.en 156 der Grondwet. Een tegenstrib belen tegen dat regtsbegmsel kenmerkt altijd aristocratische en oudvaderhjke geneigdheden. Dat tegenstribbelen is bij ous< nog met geheel uitgestorven. Het is nog waard, te worden tegengegaan want het zou ons terugplaatsen onder die de" potische inrigtingen welke de wet zoowel toepasten als maak ten, en de wet bij de toepassing verhelpen wilden, maar te vens willekeur en eigen begrip in de plaats der wet konden stellen. Wij zeggen daar niet mede, dat eene letter van de overige etter losgerukt, op zich uilenspiegelsch moet'worden toegepast. Daarmede zouden wij in een ander uiterste ver vallen. Er moet gestraft worden krachtens de wet- niet DeaCweetnSH Tne bf1°,C\ng' eiCnCn geeSt' Cene heil^mheid. De wet ligt in de letter, dat is, in hetgeen er staat. De et is de juiste zin of beteekems van hare woorden. Gebrc- rhari'n. m°ete" verbolPen worden door de staalsmagt, 'TiZ "nSeYezen; nlet d,°or eene andere. Bij ons zouden ,u l',e,sttaals™aSt to kort doen met cene aanwrijving, een I I" u verhelpen te gaauw ware. Neemt intusschen „,r haar dat werk u,t de handen, dan laat zij het oi een deel op aankomen, en wordt er niets te gaau- vcr om. Het provisionele palliatief ligt bij ons niet in be- frJlno arulei mans zaken, ten einde tot veroordeeling e omen, maai in het regt van gratie, nadat er veroordeeld s sc loon it regt van gratie ook wel geene honderd jaren op de tegenwoordige wijze zal ingerigt blijven. Er was ber Alweder bet laisser faire. ligt, dat te Ilome door de policie he o-uuui ue poume net geheim der nevenpost werd geschonden, en op straat de klcederen van pcisouen werden -doorzocht. Er is uit te zien hoe Pio nono v |Z'-'.ne P°"0'e laai begaan. Zelfs had een ultra-behoudend r ag ad van lurijn zijne laatste allocutie van onwaarheid be- 'c 'en gevolge dat hij zijne raadslieden had laten begaan. n nu vernemen wij, dat hij de concurrentie in het oogen- i iaaijen laat begaan tusschen twee moeders gods. Ziel, dat is prachtig, onder ons liberaal" ministerie. In s eitogenbosch zijn (althans volgens het Handelsbl.) den 23 ezei nog loO menschen ongeholpen gebleven met de inwisse- ing van hun goudgeld. Hunne namen werden opgeteekend en einde zij den volgenden maandag geholpen wierden. Zeer mooi (naar omstandigheden)! Maar er bevonden er zich onder wier woonplaatsen ruim 12 uren van 's Hertogenbosch verwij- eul zijn. Zal het n liberale" ministerie ook zorgen voor hunne reis-verblijf-en verzuimkostenKom, kom, wij hagenaars onden immers teregt in het Haagje zelf. En wat doen zulke apen uit de achternesten met goud in den zak te loopen? Is eigens wat veel vandaan gekomen, dan zullen wij er den controleur eens opzwiepen. De tijd moet leeren, of Groot-Bri ttannie zijnen nieuwen maatregel kan volhouden om het werk der postkantoren te doeu stilstaan op zondag. Het vervoer zal er toch niet- om -tinnen worden opgehouden of de zondag zou overal op alle dagen der week worden achterna gevoeld. En er ïijn reeds ■igten aangeheven. Dit is een natuurlijk gevolg daarvan, dat in het orthodox-heilbegerige Engeland de maatregel zeker niet voortkwam uit zuiver maatschappelijke redenen. Russen en russengenooten -Jeggen het weder zoo druk aan met het knevelen der duitsche drukpers en met den turk- schen herdoop van ontkomen hongaren dat er nog meer van dito soort zal noodig wordep om de gemoederen zelve te kne velen die er weder door aan het gisten waren gebragt. 0c IctÉei' der strafwet, Het IPeekbl. v. h. regt heeft medegedeeld, dat art. 8 van het wetb. van slrafregt voor Louisiana luidt als volgt: «liet J5 aan de hoven uitdrukkelijk verboden, ecnige daad of ver zuim te straffen, niet door de letter der wet veroordeeld onder voorwendsel, dat zij het is door den geest der wet.' Het is beter, dat berispelijke daden oogenblikktlijk ongestraft blijven, dan dat de regtbanken zich de wetgevende magt aan matigen; eene handeling, veel misdadiger dan eenige van die welke men mogt voorgeven door dit middel te verhinderen. Er bestaan dus geene interpretative misdrijven. De wetge ving, wanneer zij het noodig zal oordeelenzal de letter der wet uilbreiden tot die handelingen welke haar zullen voorkomen gestraft te moeten worden." De zakelijke inhoud van dat artikel is zoo volkomen overeenkomstig aan gelouter- der regtsbeginselen van onzen tijd, dat wij er uit het land der vrijheid niet zooveel bombario van woorden bij zouden vr!Xai|ht h?bben/ BiJ ons te land vo'êt het 2elfde "it de en in druk: drie onvoorzigtigheden,Ën ~vrie"we"et."wie'hii edeeling der staatsmagten en onder anderen bepaaldelijk, soms te raauw op de vingers of in de kaart moet kiiken? schoon met minderen omhaal van woorden, uit den zamenl gt k'jken? Onze Majesteit zal niet langer paus zijner israëlieten zijn Daarom wordt door Onzer Majesteit regering voorgeschreven we hoogstdeszelfs israëlieten zich zelfstandig zullen hebben in te i igten en in het Haagje zullen synode houden binnen eene zaal voor niks. {Of er ook ministers van eeredienst noodig zijn Sint Groen heeft bij amendement verlangd, dat de provin ciale staten hem op zijne schooltjes de kortegisse niet uit han den zouden nemen. Er is gevraagdof niet mijnheer Stieltjes zou worden te wei k gesteld bij de canalisatie van Overijssel. Er had kunnen gevraagd woidcn, ot niet mijnheer Stieltjes zou worden ver zocht, om op goede voorwaarden daaraan zijne gebleken be kwaamheid en eerlijkheid dienstbaar te maken. Wel neen! Mijnheer Stieltjes had immers een en eed boven eenen minis- terswil gesteld. Bovendien, hij had zich beklaagd, hij zelf pn in rli-iiL- /l.in 1 rv J

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2