liarreu eu Jkoeiseas.
die kortzigtighcid en verblindheid ook in het vervolg dezelfde
partij te kunnen trekken als zij zoo langen tijd gedaan hebben..
Er kunnen zeker in de tabel van verdeeling geographische
misstellingen wezen, die aangewezen kunnen worden, en voor
verbetering vatbaar zijn, maar oui hierover te kunnen oor-
deelenzuilen wij de inlichtingen uit de notulen der werk
zaamheden van de Commissiondoor welke deze indeeling
bewerkt is, moeten afwachten. Wat het beginsel in het al
gemeen aangaat, dit is in de Arnhemsche en andere Couran
ten omstandig genoeg behandeld de beweringen of liever de
wijze van voorstelling der Zutphensche Cöurant willen wij
in ons volgend nummer nog een weinig nader bekijken.
«Gisteren is op den Kloveniersburgwal een zeven-
jarig kind overreden, Handelsbl van 31 Mei.)
Een oud spreekwoord leert, dat men nog eer door eene
kar, dan door eene koets wordt overreden. Wij hebben veel
op met spreekwoorden. In den regel zeiJs nog meer dan met
hovelingen. Want, volgens een ander zeggen, zijn spreek
woorden de wijsheid op straat. Hovelingen zouden op zijn
hoogst slechts de wijsheid aan 't hof zijn. Gewis, wie soms
een uur vat) zijn leveu op straat moet verslenteren kan het
geluk hebben van er wijslieid op te doen. Yqorai op straat in
Parijs, in Lyon in gruote steden, wanneer daar de ellende
rondloopt, dat vuile eti afzigtehjke reuzenkind der eigenwijze
kunstmiddelen en der onnatuurlijkheid de ellende verschopt
en verwaarloosd naar geest en hgchaambijna een dier in
menschenlompenbijna eene armee van wolven, loeiende en
al'gerigt op tie kans tot woest en lomp geweld. He wijs
heid die op straat wordt opgedaan wint tiet in degelijkheid
van de wijsheid der scholen en der stelsels (net hof daar bui
ten gelat,en). Zij moge doorgaans (Vat minder hoog vliegen
zij is beter te betrouwen. Wel is waar komt ooispronkelijk
zoowel een spreekwoord uit een enkel man voort, als een
hoogwijs stelsel. Maar stelsels vinden bijval bij secten. Hoe
meer stelsels er komen, hoe minder kans er voor ieder stelsel
is, om gelijk te hebben. Op straat gaat het anders toe, dan
bij secten en scholen. Haar vindt geen zeggen bhjvenden
bijval en wordt geen woord een spreekwoord, of de alge-
meene ondervinding moet het steekhoudend bevinden. Er is
ook geen vreedzamer leven dan dat der spreekwoorden onder
elkander. He schoenlappers op een pothuis, de professoren
aan eene academie leven zoo vredig niet (het hof weder daar
buiten gelaten).
Het bijgebragte spreekwoord zal wel te minder tegenspraak
vinden, hoe meer het beschouwd wordt als eene overlevering
uit het verledene. Maar zou de beschaving zich reeds zoo
ruim en breed verspreid hebben dat de toekomst het weldra
zal kunnen logenstraileu? Nog een ander spreekwoord loopt
er niet ver mede uiteen, namelijk dit: »YVie van niet komt
i tot iet, is allemans verdriet." Zal ook dit zoo spoedig in
een museum van oudheden kunneu worden weggezet? Uf
zijn reeds de zeissen- en barnkade-mannen de tioop en de
troost voor de zamenleving?
Liever dus, dau het spreekwoord reeds voor versleten aan
te zien, willen wij nagaan,, of er niet een beter gebruik van
te maken is, dan biooteiijk op die karren te schelden en er
uit de hoogte op neder te zien. Het spreekwoord leert toch
niet, dat koetsen uiet overrijden; het leert slechts, dat koet
sen minder overrijden. Geelt dit reden aan koetsen om zich
op het spreekwoord te verhovaardigeuom er hooge aanspra
ken en regten op te bouwen, wij zouden bijna zeggen om
ook eens even druk aan het overrijden te gaan? Neen, hel
geeft reden aan koetsen om de betere midueien tot beschaving
welke de fortuin haar heelt toebedeeld, daartoe aan te wen
den dat zij baar
over ijden geheel en al atleeren dat zij
hiermede aan" de kan en een heilzaam voorbeeld gevenen dat
zij voor de karren eene betere en meer beschavende toekomst
helpen bespoedigen.
Wat de karren betreft, deze zullen een goed gebruik van
het spreekwoord maken, wanneer zij het hoe langer hoe meer
uit de wereld helpen en hieibij niet enkel de hulp afwach
ten die haar te beurt zal vallen, niet enkel een vlijtig gebruik
maken van de aangebodene middelen tot beschaving en. regl-
schapenheidmaar ook zelve die middelen helpen uitbreiden
en vermeerderen. Hoe meer en hoe spoediger de karren, van
hare zijde, alle overrijden afkeren, hoe honger zij in achting
rijzen, en hoe onmogelijker het wordt dat koetsen uit de
hoogte op haar zouden oedemen.
Het Handelsblad deelt uit Hoesborgh dd. 25 Mei het vol
gende mede: He ambtenaar bij de belastingen G., gisteren
avond ingevolge zijne instiuclie bij hernieuwing eene visitatie
doende bij deu vleeschhouwer '1'. G., werd in zijne werk
en dreigt bij
zaamheden belemmerd, door eenige batdadigen die hem nood
zaakten in de nabij zijnde kazerne van het detachement
infanterie alhier in garnizoen, te vlugten. Niet dan onder
geleide van den eersten agent van politie en met adsistentie
van eenige militairen, gelukte het hem, onder een hagel van
steenen, zijne woning te bereiken, lntusschen vermeerderde
de toeloop van ontevredenen. He glazen van het huis, waarin
G. gelogeeid was, werden ingeworpen, en in den beginne
sctieen het, dat de menigte alieo eerbied voor de hoogere
autoriteiten had uitgeschud. Eindelijk echter tegen midder
nacht gelukte het den wethouder T, die zich moedig in het
lumoer had begeven, en niettegenstaande het voortdurend
wei pen van steenen en grind, rustig op zijnen post bleef,
geholpen door den kantonregterhet volk tot bedaren te
biengen. (He wrevel over het hatelijke en onregtvaardige
v«n ons belastingstelseldat den minderen man verdrukt en
uitzingt, smeult als een vuur onder de asch
elke gelegenheid met de vreeselijkste uitbarsting.)
Ongeveer twee honderd ingezetenen van Zwartsluis hebben
zich tot Z.M. den koning gewénd, ter zake van deu beluch
ten tol op het Zwolsche Hiep. Zij vragen eerbiedig dien tol
op te heffen of tot een minder bedrag te doen innen.
He ambachtslieden zoo heet het in dat adres han
deldrijvende!), winkel- cn neringdoenden, landbezitters, vis-
schers en niet het minst de ai beidslicden ondervinden in hun
bestaan groote nadoelen van de kribben of leidammen in het
Zwolsche Hiep. Ueze toch vertragen de afstrooming van het
overtollige binnenwater, tot. groote schade van tallooze bun
ders binnenland, en wat, meer is: de schipperij begint haren
weg niet meer over Zwartsluis Ie nemen, en dit is verlies
voor alle fabrijken, voor de neringdoenden en arbeidslieden.
Uit de Smilde komen 's jaarlijks te Zwartsluis ter markt 2(300
pramen met turf en uit het Hoogeveen 3000, alzoo 56(10
pramen, die door de sjouwerlieden der gemeente worden
overgewerkt in grootere vaartuigen. Iedere praam geeft f 3.20
te zauien dus voor die werklieden eene som van f 17,020.00.
In de laatste 14 dagen echter zijn er reeds 70 pramen minder
verwerkt, hetgeen voor hen eene verminderde verdienste van
f 224 daarstelt." He rekwestranten verklaren verder, dat
sommige bladen de besprokene zaken geheel verkeerd voor
stellen vooral wanneer zij beweren, dat de arbeidende klasse
te Zwartsluis volstrekt geen belang heett bij de kwestie van
het Zwolsche Hiep, en het slechts de ineergegoeden zijn, die
in dit alles de hand hebben. (Ook le Smilde is onder de
veeneiyenaren een dergelijk adres in omloop.) DC.)
Wij hebben uit het Handelsblad en andere bladen en ook
meer omstaudiglijk uit onze berigten uit 's Hage, vernomen,
dat jonkheer li. L. van Andringa de kempenaerals een gevolg
van zijne laatste advertentie in het Handelsbladde konink
lijke erfgenamen en wel met name deu kornng, prins Hen
drik en prinses Sophie, op den 23 dezer in behoorlijken vorm
heeft doen dagvaarden voor den Hoogen llaad der iNederlan-
den opdat door dat hoogst rcgterhjke collegie worde beslist,
of de uitdrukkelijke wilsbepahngen van Willem 11, als rege
rend koning door hem, ten beiioeve van Jtir. de kempenaer
en derden, in het belang van dien vorst zeiven gemaakt, cn
gestaafd door zijne koninklijke haudteekening en bezegeling
onder verband, bepaaldelijk aan zijne erven opgelegdom
die verbindtenissen uit de koninklijke nalatenschap gestand te
doen, al dan niet voor die erven verpligtend moet worden
geacht.
Aangezien prinses Sophie zich uitlandig houilt en de regter-
lijke magt weldra tiet tijdvak der vacanlie zal intreden, zullen
de pleidooijen in deze hoogst gewigtige zaak, waarvan de ge
schiedenis geen voorbeeld aanbiedt eerst over eenige maanden
kunnen aanvangen. Hydra
Een groot getal grondbezitters, te Stecnwijk en Steenv/ij'
kerwold, zijn voornemens, in een'adres aan de Tweede kamer
hunne bezwaren bloot te leggen tegen het ontwerp van Pro
vinciale wet, en uict name tegen de overgang-bepalingvervat
in art. 177 en de daarbij behoorende tabel. Uaarbij wordt
aan de steden een groot overwigt gegeven boven hut platte
land, bij de eerste zamenstelling onzer provinciale vertegen
woordiging. He steden Zwolle, Deventer en kampen, die te
zamen eene bevolking tellen van circa 41,600 zi'elenzullen
van de 47 leden, die de Staten van Overijssel zullen uitma
ken, 24 kiezen, en bij gevolg de grootste nelft; de zes plat
telands-kiesdistricten daarentegen, met eene bevolking van
ongeveer 134,000 zielenzullen slechts 23 leden en dus de
kleinste helft mogen kiezen. He stad kampen alleei», zal zes
leden kiezen; Almelo, Enschede, Stecnwijk geen enkel lid.
SleenwCl.)