illi
deesgelijkfoeülem.
Ab*t. 4® «tier kieswet
GeiiJEilneiai voor «I® wet.
Wij lezen van 13 dezer uit Parijs: «De schriftelijke gocJ-
u keuring van den Paus van het aandeel hetwelk aan de gees
telijkheid bij de nieuwe wet op het onderwijs is gegevenis
iiingekomen." Is het mogelijk? De groote natie", de repu
bliekhet land der vrijheid, wil bij de wet een aandeel in het
onderwijs geven aan eene klasse van personen die cr als zoo
danig niets mede te maken hebben! Met die natie, welke
kon ingen wegjaagt, wordt paardje gespeeld door nonnen en
pastoors! En bij hetgeen die natie binnen hare grenzen ver
ordenen zal laat zij zich de goedkeuring aanleunen van eenen
buifenlandschen vorst
Ach neen, van den trap van beschaving waarop Frankrijk
staat, is dat zoo vreemd niet. Bij ons in Nederland zal over
het geheel, niet de uitwendige, maar de wezenlijke en zake
lijke beschaving nog wel een trapje minder laag staan dan in
Frankrijk. En bij ons te land vernamen wij onlangs uit de
couranten evcn-dilo van een Protestantsch landbouwkundig ge
sticht te Montfoort. Als ploegen, schoppen, vlegels, kalmo-
lens, paarden j ossen, akkers, weiden, kaasjes en botertjes,
botanie en chemie iets met het protestantisme hebben uit te
staan; waarom dan ook de scholen niet met den paus?
wordt door de JY. rolt. cour. tegen »vele aanmerkingen in
bescherming genomen, op grond van nuttigheid, 't ls waar,
ook uit dien hoofde kan over het art. geredeneerd worden
Maar de voorname vraag is, of het art. grondwettig is. Wij
zouden liever cl ie vraag opgelost, dan ontweken vinden. Ol
nemen wij het bij ons met zulke dingen zoo naauvv niet?
"Wij vernemen uit eene goede bron, dat, in strijd met het
geen sommige bladen daaromtrent hebben medegedeeld bij de
regering niet bestaat noch ooit bestaan heeft het plan om na
de aanneming der kies- en andere organieke wetten de Tweede
Kamer te ontbinden. Een dusdanige maatregel zou ook te
minder raadzaam zijn omdat toch steeds de helft der kamer
tegen September moet vernieuwd worden. \an daar dan ook,
dat in het ontwerp der kieswetonder de overgangsbepalingen
de verkiezing geregeld wordt, ter vervulling van de in Sep
tember aftredende leden. Daarentegen schijnt het zeker, dat
na de aanneming der provinciale wet de Eerste kamer zal wor
den ontbondenom de verkiezingen der nieuwe kamer door
de nieuwe provinciale staten te doen plaats grijpen. Overigens
is het wel aan geen redelijken twijfel ónderhevingof de re
gering bezit nog in genoegzame mate het vertrouwen der natie,
om bij eene geheele of gedeeltelijke vernieuwing der kamers
op eene overwegende meerderheid te kunnen rekenen.
Wij zien in de groote haast en meerderheid waarmede
de wet op het regentschap er doorgegaan is, eene soort van
votum van vertrouwen aan het ministerie gegeven. De tegen
stand was in t oogvallend gering; zou dit ook toe te schrijven
zijn aan de antiministeriëele zijde, welke de zoogenaamde
sympathie voor de Koningin blijkbaar had Dan bewijst het
dat het ministerie in de Kamer dc ondersteuning vindt die t
verdient, en in 't belang van 't Vaderland, behoeft; en dat
de coalitie tegen het ministerie in den Nederlander geen weei-
klank vindt.
Grootere bespotting van de ridderorden kan men zich niet
wel denken, dan wanneer men de wed<|fLjdsche uitwisseling
van dat speelgoed ziet, dezer dagen, tusschen de Koningen
van Nederland en Zweden gedaan aan hunne respectieve Ka-
roerheeren, etc.; 'tis nog minder dan 't pousseren van een
kaartje; 'tis bijna 't geven van wederkeenge fooijen aan de
onderhoorigen.
Uit Mannheim wordt geschreven, dat aldaar eene buiten
gewone levendigheid heerschtten gevolge van de vele land
verhuizers, die dagelijks uit alle deden van Zuid-Duitschland
aankomen en den Rijn afzakken, om zich naar Noord-Amenka
in te schepen. De agenten der expediteurs doen zeer goede
zaken. Daarentegen klaagt men -zeer over het verval van de
vroeger zoo levendige scheepvaart tusschen de Nederlanden en
Mannheim, zelfs die met Keulen is merkelijk afgenomen. Als
oorzaak hiervan noemt men den tegenwoordige!» staat van
zaken in Raden, alsmede de invoering van hel nieuwe Zwitser-
sche tarief. Men beweert dat Beijeren voornemens is uit
het Duitsche tolverbond te treden, ingeval het door Oostenrijk
ontworpen algemeen stelsel van handel en tollen niet tot uit
voering mogt komen.
Men schrijft uit Apeldoorn van 14 Mei: Te oordeelen naar
de toebereidselen welke men op het Loo ziet maken zal ei
niets worden nagelaten, wat strekken kan, oui het aanstaande J
Koninklijk Concours van Handboog- en Buksen-schutterijen
op 20 junij e. k., luisterrijk en voor de deelnemers aange
naam te doen zijn. Voorloopig vernemen wijdat de verga
dering tot het nazien der mandaten en vaststellen van het
reglement van orde, den vorigen avond zal gehouden worden,
om welke redenen het te wenschen isdat de schutterijen
niet al te laat aankomen; iets hetwelk ook bevorderlijk kan
zijn aan het bekomen van geschikt logement.
In den loop dezeu week zijn te Blankenham van acht in de
weide loopende schapen zeven dood gebeten en een geheel
verslonden, zonder te weten, door welk dier zulks geschied
is. Men hoopt dit. op 't spoor te komen, om voor verdere
gevolgen zich te kunnen hoeden.
In het begin dezer maand is door verscheidene Ingezetenen
der gemeente Helder en Nieuwe Diep een verzoekschrift bij
de Tweede kamer der Staten generaal ingezonden, waarbij de
invloed der vertegen woord igers op het Ministerie wordt inge
roepen, om le bewerken dat de gemeente Helder binnen den
kring der fortificatiën uit het onvrije territoir wordt ontsla
gen en tot los--en ladingplaats worde aangewezen, of wel bij
de behandeling der wetten omtrent tic scheepvaartzoodanige
wijzigingen in de algeineene wet van 26 Augustus 1822 te
brengen, dat niet langer het ongehooide schouwspel worde
vertoond dat terwijl de regering den Nederlander aan onbe-
perkte concurrentie wil blootstellen en zelfs tot bevordering
van tien doorvoer zeker billijke en weinig bezwarende tollen
ten nadeele van 's rijks schatkist wil afschaffen de schoonste
haven van ons land voor den ne-derlandschen handel onvrucht
baar gehouden wordt. (Ziedaar al weder een gevolg van ons
noodlottig belastingstelsel waardoor ons land te gronde gaat,
'en waarvan men nog van geene radicale hervorming schijnt
te willen weten.)
De vrouw van den secretaris -men lette wel - den een-
voudigen secretaris bij het Fransche gezantschap tc 's Graven-
hage moest dezer dagen in dc kraam en is dan ook gelukkig
bevallen. Kraamvrouw en kind bevinden zich, volgens het
op de deur der woning aangeplakte briefjenaar omstandig
heden vrij wel.
Dus alles volgens den gewonen en gewenschten loop van
zaken in de huwelijks- en kraambed-wereld.
"Voor de deur der woning en op eenige schreden afstands
ter wederzijde van het huis heeft men eene dikke laag zand,
strooenz. geworpen, opdat het geraas op de straat de kraam
vrouw niet zou hinderen. Ook dat is nog niets ongeloofelijks.
Immers, voor rijke en aanzienlijke zieken wordt zulks veelal
gedaan. -
Niet genoeg was het, op de boven vermelde wijze de ze
nuwen en oorvliezen dier diplomatische kraamvrouw te hebben
beveiligd tegen het straatgedruisch. Neen, waarlijk, dat was
niet genoeg.
Dagelijks staat een agent van poücie in de onmiddellijke
nabijheid der woning, om den voorbijganger, des noodshet
zwijgen op tfc leggen, wanneer hij b. v. zijne koopwaren uit
roept, of den orgeldraaijer te beletten in den omtrek zijn
instrument te doen Viooren. Kortom, ten einde elk mogelijk
gedruisch en geraas te weren
Laat nu eens een ambachtsman of een burger het beproeven
eenen policie-beambte te verlangen0111 het kraambed zijner
vrouw te behoeden voor geraas van buiten, floe zal hij ont
vangen worden!...
Op uitnoodiging der Zeeuwsche Landbouw-maatschappij
hebben de schoolonderwijzers te Wilhelminadorp en YVolfaarts-
dijk zich bereid getoond 0111 de landbouwkundige schei- en
natuurkunde op hunne scholen te onderwijzen; genoemde
maatschappij levert, daartoe dc uoodigste scheikundige toestel
len. In de school te Heinkenzand" wordt sedert korten tijd
ook het landhuishoudkuudig boekhouden onderwezen.
Onze dagbladen gewaagden meermalen van een schaapherder
te Uilen (Noord-Braband) F. van der Wijstdie, zonder
eenige opleiding genóten te hebben bouten beelden sneed
welke een bijzonderen aanleg voor de beeldende kunsten toon
den. Sedert November 1849 ontvangt hij onderwijs aan de
akademie voor schoone kunsten te Antwerpen. Bij de pleg-
tige prijsuitdeeling den 28 j.l. aan die school gehouden be
haalde hij met groote onderscheiding den eersten rang; onder
toejuiching van de aanzienlijkste ingezetenen dezer stad werd
hij door den gouverneur der provincie met het eereloef be
kroond eenige dagen vroeger was hij reeds namens de stad
met eene serenade vereerd.