11 Mei 1850.
N°. 19.
ADVERTENTIE-BLAD
NIEUWS- EN
Iiies- cu Provinciale wet.
I.
Ziedaar dan de zoo lang gewenschte wetsontwerpen, rege
lende het Kicsregt en de benoeming van Afgevaardigden ter
Eerste en Tweede Kameren ter regeling van de zamenstelling
en de maat van de Provinciale Staten; de eerstelingen wan
neer zij wet wordenvan die reeks van organieke wetten
die aan onze grondwet uitvoering moeten gevende eerste
lingen van den Minister van liinnenl. Zaken als zoodanig.
Reeds eene eerste lezing doet de verwachting ontstaandat
aan deze ontwerpen eene betere ontvangst zal te beurt val
len dan aan die van den heer de Kempenaer te meer daai
de meeste punten, die volgens het vinnig verslag van 5Ü Juni]
1849, verschil van meening tusschen laatstgenoemde en d(f
Tweede Kamer opleverden hier in den zin van deze zijn
voorgesteld. Geen wonder, want de heer Thorbecke was een
der Rapporteurs, die bovengenoemd verslag opmaakten.
Eene der zaken, waarin zich deze voordragten van die des
heeren de Kempenaer gunstig onderscheiden, is de gelijktijdige
aanbieding. Zij behooren bij elkander en het was eene
iuiste grief tegen de voordragten van het vorig ministerie
dat de Kieswetj die den 21sten Mei werd aangeboden eerst
den Sisten Julij door de Provinciale wet gevolgd werd, een
tijdstip daarenboven, waarop het onmogelijk was het ont-
werp voor den afloop der zitting van- 184J af te handelen.
Een punt van verschil maakte het uit, of de regeling van
het kiesregt voor eens moest plaats hebben in de wet, die
volgens art. 5 van de additionneele artikelen der grondwet
het kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter le en
2e kamer moet regelen, dau of die regeling weder op nieuw
in de Provinciale- en Gemcente-wet moet herhaald worden.
De heer de Kempekaer was van het laatste gevoelen, wijl het
verkiezingswerk voor provinciale- en gemeente-raden onder
anderen moet worden geregeld naar de tijdstippenwaarop
de leden van dezelve zullen aftreden. Daarom werd in zijne
voorstellen al hetgeen het kiesregt ten aanzien der provin
ciale- en plaatselijke besturen betreft in de provinciale- en
geinecnte-wct op nieuw geregeld. De heer Thorbecke in te
gendeel meent, dat het kiesregt, of het ter benoeming der
lands- of der provinciale, dan der plaatselijke vertegen woor
dtin" wordt uitgeoefend, in 't wezen geene verandering on
dergaat. Het behoeft, op welke dezer soorten van vertegen
woordiging ook toegepast altijd dezelfde voorschriften. Het
-opmaken van kiezerslijstenhet beslissen der daarover gere
zen geschillenhet oproepen van kiezers, het rondzenden
inleveren en openen van stembriefjes zijn de verrigtingen
die daarbij altijd, en altijd op dezelfde wijze, zullen moeten
"eschieden. Verschil kan alleen bestaan met opzigt tot den
census en de voorwaarde van het ingezetenschapen om dit
aan te duiden zijn eenige woorden, geene afzonderlijke wet
ten, noodig. Dit schijnt ook den zin der grondwet te zijn,
die eene wet vordert «regelende het kiesregt en de benoe-
»ming van afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer," en
niet: regelende het kiesregt voor de benoeming.
Een ander punt van verschil is de vorming der kiesdistrik-
ten. De heer de Kempenaer had iedere provincie in distrikten
verdeeld en zoo voor de 68 afgevaardigden ter Tweede Kamer
68 hoofdkiesdistrikten voorgesteld. Hier tegen werd aange
voerd dat art. 76 der grondwet van kiesdistrikten spreekt
waarin liet Rijk verdeeld wordt. De heer de Kempenaer
meende, dat kon wel waar zijn, doch als de Provinciën in
kiesdistrikten verdeeld zijn, dan was het Rijk zulks ook. -
Ja maar het was zulk eene onverschillige zaak niet: de
grondwet schrijft voor, dat voor ieder 45000 der bevolking
een lid van de Tweede Kamer moet worden gekozen en dat
het aantal dier leden, bij elke toeneming der bevolking met
45000azielen met één vermeerdert. Wanneer werkelijk dit
geval plaats vond*, zou men bij eene provinciale verdeeling,
óf de fractiën der bevolking, die in der provinciën overschie
ten en te zamen de 4a000 uitmaken, onvertegenwoordigd
moeten laten óf den bijgevoegden vertegenwoordiger moeten
doen kiezen uit eene provincie, welker bevolking met minder
dan met 45000 zielen is toegenomen: het een zou even on
grondwettig zijn als het andere.
Men zou zeggen tegen deze redenering viel niet veel in te
brengenen de heer de Kempenaer bragt er dan ook niets
tc«en in, om ze te weerleggen. Hij voerde alleen aan dat
de" zwarigheden, om zulk eene vcrdeeling van het Rijk te
maken, onoverkomelijk waren. Om die te kunnen daarstel-
len zou een zeer omslaglig onderzoek moeten ingesteld wor
den en daarbij worden bevonden dat men kiesdistrikten
zou bekomen in meerdere provinciën gelegen ja dat ge
meenten zouden moeien worden gesplitst. Door het eerste
zou de geest van provincialismus opgewekt, en tot onderliu-
gen strijd aangevuurd worden 1 Daardoor zou moeten bij
eengevoegd worden, wat onvercenigbaarzelfs soms vijandig
is'. Daaruit zouden naijver, zamenspanningen kuiperijen,
verdeeldheid, strijd geboren worden bij de verkiezingen in
zoodanige kiesdistrikten!
Wij weten hot niet, maar zouden het haast vermoeden,
dat de heer Thorbecke, met het oog op die vermelding van
onoverkomelijke zwarigheden, op het eiud zijner memorie van
toelichting op lakonieke wijze vermeldthoe hij commissies
benoemd heeft, en ten einde de door deze voorgedragene
ontwerpen in verband met elkandei te hei zien en daarin de
gevorderde1 eenheid en overeenstemming te brengendie com-
missiën verzocht heelt den 25stcn Maart in de residentie bij
een te komen; dat deze herziening in vier bijeenkomsten
heeft plaats gehad, en geleid tot de vaststelling van een plan
voor de verdeeling van het Rijk in kiesdisti ikten en voor den
gevorderden census.
Het ontwerp eener nieuwe kieswet voor de leden der beide
Kamers ziet thans het licht.
Om kiezer te wezen moet men zijn, Nederlander, meerder
jarig, ingezeten en in het volle genot zijnei bui geil. en bur-
gerschapsregtenDe kiezer voor de Prov. Staten moet bo
vendien in° de provinciedie voor de gemeentenin de
ZETPOEN, APEIDOORM
Do AdverlentiSn moeien vMr Vrijdag middagoi»
uur tor Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden betzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjbekk Willink;
Leventer, A. Ter Gunnb; ZulphenJ. H. Mblljnk;
Apeldoornfr. Gunning.
ZWOLLE, DEVENTER,
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer
Zulphen en Apeldoorn Tö cent in de drie maanden;
eral elders franco per post8T/2cent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advertentien is van één tot vijf regels
50 cent, *nn 10 cent voor eiken meerderen regel, be
halve 35cent zegelregt bij iedere plaatsing.