lïex. pIIssisMiss.
geest en ligchaam van ons staatsregt, en tij alleen nog op de
been blijft door de krukken, opzettelijk gereed gemaakt tot
ondersteuning van het afgeleefde. Inderdaadvoor liefheb
bers is het de moeite wei waard, die wet eens op te slaan.
Zij kunnen dan het hart ophalen aan echt jaarvijft.ensche
geuren van stichtelijke vaderlijkheid voor diepgetroffen knip
mutsen. Maar, wat wij tégen het betoog in het Weekblad
hebben, is, dat er geen woord gerept wordt van de maat
schappelijke vragen, of nu en dan een gezamenlijke rustdag
wenscheiijk is, of de wetgeving zich daarmede dient te be-
moeijen, of dan het feest gevoeghjkst om den zevenden dag
wordt gehouden, of oude gewoonten van de grootste meer
derheid daartoe den zondag ais den verkieshjksten aanwijzen,
of en hoe confiscatie of verbod van broodwinning wgrdt opge
wogen door inrigtingen tot zedelijke verheffing tol bescti^g
van den geest en tot verfrissching van krachten. Wij spreken
hier niet van maatregelen welke vereischt worden tot rust en
stilte om de zamenkomsten in de kerkgebouwen: want zulke
maatregelen kunnen zich niet geheel beperken tot den zondag
of bepaalde dagen en uren.
De heilige vader heeft in zijne daden altijd iets zeer merk
waardigs. Den koning van .Napels heeft hij groote onder
scheidingen geschonken, ld ij is daarbij niet te werk gegaan
als souvereiii tot souvereinals vorst tot vorst, maar als
meerdere tot mindere; en heeft inzonderheid daardoor ge
toond, steeds een groot vriend en voorstander van vrijheid te
zijn. Want hij heeft den koning van Napels niet den titel
geschonken van allerwijssten allerdappersten allerëdelsten
allerregtvaardigsten allerkundigsten allerbeschaafdsten of al-
Jerliberaalsten koning; maar den titel van allefvroomsten ko
ning. Hij heeft dus aan ieder de vrijheid gelaten om, naar
eigene wijze van zien, den geschonken titel te beschouwen
als een compliment, een persifflage, of eerj vonnis. Van het
bekende tot het onbekende, of wel van het gebeurde tot het
aanstaande besluitende, mogen wij nu ook verwachten, dat
van wege den heiligen vader alle mogelijke vrijheid zal gela
ten worden aan iets dat bij ons heet in de maak te zijn, na
melijk aan onze wet op het onderwijs.
Het Bestuur van het vijfde handhuishoudkundig Congres te
houden binnen Leyden, 1014 Junij e.k,, heeft het pro
gramma van hetzelve openbaar gemaakt. Behalve de berigten
van het vorig bestuur, de ingekomen stukken, en de regeling
van de wijze van stemmen, enz., zal men zich ook voorna
melijk bezighouden met de rapporten der navolgende commis-
siën 1°. over de statistiek van Nederland; 2U van landbouw
kundig onderwijsenz. 3". over eene geologische kaart van
ons land; 4°. over de oprigting eener één cent daags maat
schappij; 5°. over de houtteelt; 6°. over de reglementen op
dê hengstenkeuren7° over het opnemen van kapitalen voor
den landbouw en de hulpbanken8°. over de ontveeningen
en den turfaccijns, als bezwaar daartegen; 9°. tot inpoldering
der Lauwerzee en van een gedeelte van den üollart; 10".
over het benoemen van een inspecteur van den landbouw
11°. tot het leveren van een plan eener landhuishoudkundige
flora van Nederlandenz.12'h tot het doen van vergelij
kende weerkundige, waarnemingen, met betrekking tot den
land- en tuinbouw; 13°. over de maatregelen die haar het
meest geschikt voorkomen, om ter beteugeling der longziekte
van bét rundvee te worden genomen 14°. over hetgeen de
ondervinding wegens het gebruik van het zout tot bemesting
en bij de voeding van het vee geleerd heeft; 15°. over de
veeziekte bij het rundvee; 16°. over het onderzoek der
Drentsche grondsoorten; 17° omtrent het drooghouden van
polders en droogmaken van plassen; 18°. over associatie!) tot
het gemeenschappelijk, maken van boter en kaas; 19°. van
een onderzoek naar den zedelijken en materiëelen toestand
der arbeidende bevolking ten platte lande en van de mid
delen om dien zoo veel mogelijk te verbeteren. Naar aan
leiding van het besluit van het 4de Congres, om sommige
vraagpunten in sectien te behandelen en deze tijdig ter kennis
van het algemeen te brengetiheeft het bestuur goedgeaéht,
voorloopig de navolgende vier sectien te moeten opgevenals:
Akkerbouw, Veeteelt en ZuivelbereidingIloutteelt en Tuin
bouwvoor ieder van welke eenige punten ter bespreking
zijn bepaald. Deze sectien zullen Maandag avond den lOden
Junij ten 6 ure, en voorts iedtren dag van 9 tot 11 ure bij
elkander komen in het gemeenelandshuis van Rijnland, zul
lende het Congres op Dingsdag 11 Junij en volgende dagen,
telkens aanvangen ten 11 ure, in de stads gehoorzaal. Op
vertoon van hun toegangs-kaart, staan voor de leden van
het Congres de academische en stedelijke inrigtingen open;
en woensdag 12 Junij zal er 's avonds zamenkooist met muzijk j
en illuminatie plaats hebben en Donderdag 13 Junij ten 5
ure een vriendschappelijke maaltijd gehouden worden. Voorts
op nader te bepalen dagen en uren bezigtiging van den
Leeghwater-, tentoonstelling van vee en wol door de afd.
Leyden van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw
harddraverij, voor welke laatste de regering der stad Leyden
een zilveren prijs en het bestuur van het Congres de pre»
mie geeft.
De entree voor het Congres is bepaald op 1.50, men
melde zich daartoe, en voor derr maaltijd van 3 tot 8 Junii
aan bij den Heer Mr. P. C. Lezwijn, tweede Penningmeester van
het bestuur, en later aan het gemeenelandhuis van Rijnland.
De Tied, zégt: dat er aan het ministerie van binnenl. zaken
'r i ®i.e ri wordt aan de wet op de gemeente-verkiezingen
gelijk het Handelsblad verzekert wordt betwijfeld. Integen
deel wordt hét als plan des ministers opgegevende gemeente
wet eerst voor te dragen nadat deze Staten Generaal door
andere, naar de te verwachten kieswet zamen te stellen zullen
zijn vervangen en ook de tegenwoordige Staten der provinciën
vooi nieuwe zullen plaats gemaakt hebben die alsdan over
de gemeentewet hun oordeel zullen hebben uit tc brengen.
De Staten der provincie- Overijssel zijn door den Heer Staats
raad Gouverneur, ingevolge bekomene magtiging des Konings
opgeroepen tot het houden eener buitengewone vergadering,
op Donderdag den 2 Mei aanstaande, ten einde drie leden
in het bestuur der opterigtene Overijsselsche kanalisatie-maat
schappij te benoemen.
Z. M. heeft het Departement van Oorlog gemagtigdom
de miliciens van 1849 voor den tijd van drie maanden onder
de wapenen op te roepen; ten einde gekleed en geoefend te
worden. Mitsdien zullen de bedoelde miliciens op 15 Mei
zich in de hoofdplaats der provincie verzamelen.
Hoewel het hoegenaamd niet te pas kwam en er om geene
verandering van Regeringsvorm gedacht werd, heeft de heer
Hoffman in de Eerste Kamer eensklaps eene kuur gekregen
die hem deed uitroepen: Leve de Koningweg met de republiek 11
Indien de heer Hoffman meer zulke kuren krijgt, gelooven
wijdat het niet ongepast zoude wezen te roepen Leve de
Republiek! weg met Mijnheer Hoffman! Echo d. V.)
De 's Grav. TV. B. bevat onderstaande oproeping aan zijne stad-
genooten die wij ook voor andere steden niet ongepast achten
Waarde Sladgenoolen!
Weest toch zoo goed met mij eene petitie te teekenen aan
het stedelijk bestuur, tot wijziging van de dienst der nacht
wacht.
Men zal het over eenige jaren niet voor geloofelijk houden,
dat, tot in het jaar 1859 toe, in de residentie van Nederland
en elders, burgers bezoldigd werden, om des nachts door
luid schreeuwen aan de slapendendie het niet hooi en kun
nen, en aan de slapeloozenzieken en wakenden, die het
liever Diet hooren willente verkondigen hoe veel uren de klok
heit, waarnaar geen mcnsch nieuwsgierig is, en om, dooreen
schel geluidgevend instrument, zoo mogelijk de slapenden te
hinderen en aan de bezig zijnde dieven van verre reeds te
vertellen, dat die burgers zoo op 't oogenblik zullen aankomen
om ze te pakken. Is dat alles niet gek?
Nu wil ik die arme wakende burgers niet van hun bestaan
beroovenof alle toezigt, vooral in geval van brand, niet
afsnijden, en daarom proponeer ik, dat bet stedelijk bestuur
die zelfde personen, op die zelfde uren op die zelfde plaatsen
voor die zelfde bezoldiging, met dat zelfde instrument (doch
alleen voor het geval van brand en bij behoefte aan onder
linge adsistentie)met de zelfde voorzorgen, dat zij waar
achtig het doen zullen, goed gewapend, stilletjes en zonder
schreeuwen en zonder het roeren der klep, zullen laten rond
wandelen.
Er zou eigenlijk niets aan veranderd worden dan drie zaken
lo. Zoud en die noodeloozc nachtelijke burengeruchten wor
den vermeden, waarvoor een gewoon niensch, volgens art.
479, r.o. 8, Code Penal, wordt gestraft.
2o. De longen van de arme wakers en de ooren van de
wakenden zouden worden gespaard.
En 3o. De dieven en andere boeven zouden minder gewaar
schuwd worden dat men nadert om ze te pakken.
Wat zou de naneef anders van ons denken?
Een ingezetendie nog al eens wakker ligt.
Deventer 24 April 1850.
De avond van den 23 bood ons muzijkaal publiek een uit
gezocht genot aan. De reeds algemeen bekende zangeres Mej.
A. Weintual stelde hare stadgenooten in staat, hare buiten-