föesiacBfigde Hes'sgtfeBï.
„v -J: t "V - v\ x- ,x.
Zoo was onder de vele welgemeende handelingen van den mibistëi4
Thoboecke, die der reactie schijnbaar mishaagden, maar haar een
dolk in de hand speelden, om dien bewindsmand diep te krenken, ook
de laatste groote benoeming of continuatie van burgemeesters. En
waarlijk, daar zijn hoogst gewiglige bedenkingen tegen vele dier nomina-
tiën in te brengen. Notarissen, bezitters der meeste familie-gehei
men, daardoor gevreesd als burgemeesters, eu hierbij ruim bemiddeld,
zijn in beide betrekkingen gebleven, niettegenstaande er veelvuldige be
kwame en regtschapene mannen in die gemeenten gevonden werden.
De Nederlander brengt de feiten zelf in zijnen onbesuisden haat te berde
zeker niet vermoedende, aldus in zijne eigene strikken te snellen; doch
de feilen beslaan, in spijt van regt en orde beide, het zijn, helaas!
daadzaken. Maar wat bewijst dit nu tegen den minister? Immers
niets! volstrekt niets; het bewijst alléén, dat de gouverneurs der pro
vinciën, waarin zulke mis-benoemingen zijn geschied, den minister van
binnenlandsche zaken voordragten hebben gedaan, waarover zij zich be
hoorden te schamen, en waarvan dan ook de schande alléén op hunne
hoofden moet nederkomen. De minister kon toch de 1200 burgemees
ters niet één voor één zelf inspecteren of individuele kennis met hen
gaan maken. En ziedaar, waarde landgenooten de burgemeester-kwes
tie duidelijk, deugdelijk en kort opgehelderd; eenigzins anders dan u de
reactionnairen zulks zochten diets te maken. Doch het is der reactie
nog niet genoeg, enkel den persoon des ministers te beleedigen en hem
onverdiende smelten aan te wrijven maar in den zich ten onregte noe
menden Nederlander van den l,2den Maart, No. 479, worden tevens
het grootste gedeelte der leden van de tweede kamer, en in hen ook de
natie, die hen regtstrecks verkoos, te zamen schaamteloos ten toon ge
steld. De touwtjes toch, waarvan het artikel": de minister van binnen
landsche zakengewaagt, en waardoor men, ja de vroegere marionet
ten naar willekeur, deed knikken of schuddebollen, zijn door de te lang
misleide natie, maar vooral door de krachtige medehulp van juist on
zen waardigen Tiioriiecke zeiven, voor altijd verbroken. En dit bedenke
al wal edel en goed denkt wèl, dat het den volksvertegenwoordiger tot
dunrzame eer zal verstrekken, zich te kunnen beroemen, een kundig
cn braaf minister, uit zuivere inwendige overtuiging te hebben helpen
ondersteunen.
En nu nog een enkel woord over de beschuldiging van 's ministers
dralen, in de voordragten en het geveinsde dringen tot hel voorstellen
der organieke wetten, vooral het 5de der additionnele artikelen, de or
ganieke wet op vereeniging enz. Ofschoon wij allen overtuigd zijn,
waarde landgenooten! dat zij die hier het luidste schreeuwen juist de
genen zijn, die in hunne ziel deze wellen het meeste vreezen, zoo koes
teren ze echter nog eene flaauvve hoop, dat de voorstellen, wat over
haast bewerkt, voor 's lands parasietenteeit, nog eenigzins dragelijk
zullen uitvallen. De suppressie van districts-couimissarissenaanvan
kelijke afschaffing van overtollige inriglingen en posten, met zoo vele
andere doelmatige bezuinigingen nog in het verschiet, is hun een
dreigend zwaard van Damocles'. En als er daarenboven nu nog eens
geëischt zal worden, dat zelfs de hoogst gesalarieerden moeten werken
en wat hun nog verbazender schijnt, dat men wezenlijk kennis tot het
waarnemen der posten zal moeten bezitten dat er openbaarheid in alles
zal komen, waar moet het dan heen met hun alvermogend ne
potisme?!
Wat nu het langzaam werken des ministers betreft: van 's mans
ziekte gezwegen is hij nog niet zoo vele maanden in het bestuur
geweest, als zijne onmiddelijke voorgangers, vóór dat de nieuwe kamer
vergaderd, cn dus eenige wet van hen gevorderd, nog verschenen was
het werk wat zfj later leverden droeg, volgens liet oordeel van be
voegde regterszoovele blijken van overhaasting en onvolledigheid, dat
alle hunne belangrijke wets-ontwerpen werden afgekeurd.
Dit is het niet wat de natie wil; zij wil goed werk, en na de vooraf
genomen maatregelen van onderzoek te oordeelen, geloof ik, dat wij
ons hierin spoedig zullen mogen verheugen. Maar eerst moet de heer
Thorbecke wèl zijne menschcn leeren kennen, naauwkeurige berigten
inwinnen, en die met alle omzigligheid toetsen en hertoctsen, want dat
zulks noodig zij, is hiervoren toch voldingend gebleken.
Men late binnenlandsche zaken volkomen tijd, om doeltreffende, het
vaderland opbeurende middelen en wetten te beramen, de minister
paart aan den goeden wil, de uitgebreidste kennis, dat men justitie tijd
geve, om de regterlijke magt op eenen solieden voet te organiseren,
opdat er goed regt in den lande zij. Wij verwachten veel van den
heer van Rosenthal.
Dat men oorlog niet overhaaste, in het veelomvattend bestuderen
van een defensiewezen; meer overeenkomstig onze behoefte en finan
ciële hulpbronnen: over NeerlamJs morele kracht, kan niemand beter
oordeelen, dan de tegenwoordige beproefde minister zelf; cn zoo
fiunne men ook den tijd aan de overige ministerien, al naar mate van
het aanvankelijk vreemde cn moeijelijkc hunner betrekkingen.
Het oordeel dus tot dien oogenblik opgeschort, dan eerst zal het
kunnen blijken of het ministerie Tiiorbecke—Rosenthal, het groote
vertrouwen, door de kern van Neerlands volk in hetzelve gesteld, ver
diend hebbe, en of het waarlijk ter goeder trouw was, toen Tiiorbecke
uit hun aller naam,, in plaats van misleidende programma's te vertoo-
nen der vertegenwoordiging vol edel zelfbewustzijn toeriep*. wacht onze
daden af!" Neen, deze woorden blijven geene ijdele klanken in den mond
van hein die ze sprak; stellig bedoelen zij geen zulk onstelselmatig
dralen, geene zoo noodlottige daden, als welke ons vaderland sedert
jaren al nader en nader aan den rand des verderfs hebben gebragt.
liet tijdstip komt, waarop de reactie, met den blos der schaamte op
dc kaken zoo zij nog blozen kan en verlamd van krachten bij allen
ontmaskerd en bekend, haren lasterlijken strijd tegen een waarlijk
vrijzinnig ministerie zal moeten staken; dat zij zal ophouden, cn de
natie en de kamers regtstrecks, of in kronkelende boglen zijdelings,
te bestoken.
De tijd is genaderd dat dc waardige vertegenwoordigers des lands er
regtmatige eer in zullen stellen van een ministerie te hebben helpen
ondersteunen, dat naar geene ijuele onderscheidingen, geene rijke be
neficiën of sinecures dingtmaar alleen het waarachtig heil des vader
lands en eene eervolle plaats in diens geschiedenis beoogt. Voor dit
zelfde edele doel hebben ook onze regtstreeks gekozene volksvertegen
woordigers, onder .plegtige aanroeping van God en hun geweten, het
vereerend mandaat uit de handen der natie aangenomen; dat zij der
halve het goede mannelijk-onverschrokken blijven ondersteunenzich
door gëene marionetten-beschuldiging of Sirenen-zangen noch ter reg-
ter-noch ter linkerzijde van het pad ter vooruitgang en overeenstem
ming laten aflokkenhetwelk God geve, dat zij in het heilig onwan
kelbaar gevoel hunner hooge roeping en in weerwil van alle listen en
lagen, standvastig mogen beseffen!
Zutphen&8 Maart 1850. G. J. Roosegaarde.
De zondagmorgenpreekuitgevensonderneming schijnt tot een belangrijk
proces aanleiding te zullen geven, waardoor zal uitgemaakt worden ot
het geoorloofd is gehoorde redenen in druk te geven. Men wil dat de
behoudende vrienden in de le en 2e Kamer zeer eene ontkennende uit
spraak wenschenopdat ook de kamerredenenuilgave geslaakt worde,
en de wereld hoe langer hoe meer tot het heilig dunkel terugkeere.
Volgens de Staatscour. hebben de belastingen in 't eerste kwartaal
van dit jaar bijna een millioen guldens minder opgebragt dan in het
zelfde tijdsbestek van 1S49. Een sprekend bewijs van den bloei onzes
lands en de doelmatigheid van ons belastingstelsel. In eene aanzien
lijke gemeente in de Prov. Groningen is, op het Paaschfeestvoor nood
lijdende kerken en personen gecollecteerd de somma van zesentwintig
cent. Eere het gezond verstand dier gemeente! Een kieviets-eijer-
zoeker heeft vooispeld dat wij dit jaar een vrij droogen zomer zullen
hebben. Zouden de voorgenomen togten van Z. M. hier geene veran
dering in brengen? De hoofdzondenschrijverEugènf, Sue, is tot can-
didaat van het democratisch kiescollegie te Parijs aangenomen. De
Toekomst wil weten dat de koningin niet tot regentes is voorgesteld om
dat de grondwet spreekt van regent. Lamartine heeft in dc Wetg.
Vergadering gezegd dat de regeringen de socialistische bewegingen niet beter
kunnen tegengaan dan door de mindere klassen aan arbeid te helpen.
Schoone woorden, voorwaar! Mogt men ook bij ons begrijpen dat het
tegenwoordig belastingstelsel juist het tegengestelde veruorzaakt.. In
Californie heerscht groot gebrek* aan vrouwen. Meer dan 10,000 kun
nen dadelijk geplaatst Worden, daar de mannelijke en vrouwelijke be
volking als 30 tot 1 slaat. Mr. A. J. IlELMicn is volgens sommige
couranten benoemd tot President bij het Overijsselsche geregtshof; vol
gens andere, tol Procureur. Dit scheelt nog al! Volgëns de 's Grav.
N. B. heeft men hij 's konings jongste bezoek te Amsterdam de ontdek
king gedaan van Z. M. vastberadenheidgegrond op zedelijke beginselen
en verwacht men van hem het pleglanker voor het heil der natie in 't
algemeen en voor godsdienstzin in 't bijzonder! Hetzelfde blad zegt
dat het blankelten weer in de mode komt. Door Z. M. is een comité
van defensie benoemd, ter verdediging van het Rijk. Wij meenden dat
's lands finantiele toestand genoeg was om alle liefhebbers af te schrik
ken. Maastricht is thans zonder Burgemeester en Schepenen en even
wel gaat het goed. De Drenlsche C. spuwt gal en zwadder tegen
Kaleidoskoopomdat die haar masker een weinig opgeligt heeft en liet
edel doel barer pogingen bekend gemaakt. Licht en openbaarheid dienen
zulken Cour. en zaken niet! Eene vrouw welke de rede van Ds. Gutz-
laff in de Groote kerk alhier 1.1. Dingsdag had bijgewoond, betuigde
dat zij zeer was te leur gesteld, daar zij gemeend had, dat Z.Eerw.
in 't Chineesch zou gepreekt hebben. Woensdag 1.1. heeft Ds. Gutz-
laff te Zwolle geredevoerd, en den volgenden avond de Heer Bosco al
daar gegoocheld, beide voor een zeer talrijk publiek. In 1849 heb
ben 2078 personen bet gezegend land onzer vaderen verlatenmeest
naar N.-Amerika. Een boer uit de omstreken van Wageningen is naar
Oostenrijk beroepen, om daar de tabaksteelt in te voeren. Een kom-
pagnie Infanterie is van Leeuwarden naar Zwartsluis vertrokken om de
oproerige bewegingen aldaar, ter oorzake van den Zwolschen Diep-tol te
bedwingen.
WATERHOOGTE te DEVENTER, 's morgens S ure.
14 April 34 palm 8 duim.
15 o 33 8
16 33 0
17 32 8
18 April 33 palm 3 duim.
19 33 9
MARKTPRIJZEN te ZWOLLE, 19 April 1850.
TARWE 6.50 a 7.50. ROGGE (Oude) 4.70. (Nieuwe) f 3.70
A f 4.20. BOEKWEIT 3.40 a 4-60. GARST f 3.20 «4 ƒ3.60.
ERWTEN (Groene) f 6.00. HAVER f 2.70 A f 2.90. BOONEN
f 4.40 A 5.00. AARDAPPELEN f 1.10 A f 1.70.
BOTER n. p. 0.47'/2 A f 0.65. */s lün f 1L0° a f 12-00*
GRAANMARKT te DEVENTER, 19 April 1850.
TARWE was bij redelijke aanvoer meerder gevraagd, en bragt iets
betere prijzen op, zijnde verkocht van ƒ6.75 tot ƒ7.75. ROGGE
nagenoeg in een doen, van 3.80 tot 4.00. BOEKWEIT vindt
voortdurend genegene kooperszijnde verkocht voor 4 20 a ƒ4.60.
GARST met geringe aanvoer echter ook weinig gevraagd zijnde, bragt
niet moeite vorige prijzen op, 3.00 A 3.40. tl AVER 2.60 A 3.00.
AARDAPPELEN: 1.00 a 1.20, puik beste 1.50 het mud. Ter
markt 55 A 60 mud.
Per schip verzonden 700 A 800 mud tegen ƒ1.20 A 1.50 het mud.
BOTER: 1. soort 11.00 A 11.50. 2. soort 9.50 A 10.00.
GRAANMARKT te ZUTPHEN, 18 April 1850.
TARWE matig aangevoerd waardoor benoodigden ruim vorige prijzen
moesten besteden, alsvan 6.75 tot 7.65. ROGGE met vrij goe
den aanvoer, in 't begin geanimeerd, later langzaam tot vorige prijzen
afgegaan, van 3.75 tot 4.00. BOEKWEIT als voren, van 4.25
tot 4.70. GARST, HAVER en overige artikelen niet ter markt.
AARDAPPELEN van 1.00 tot 1.50; verscheept ruim 1000 mud.
BOTER: Van 11.25 tot 11.50 het '/s Vat.
MARKTPRIJZEN te ARNHEM, Vrijdag 19 April.
TARWE (Nieuwe) 6.40 a ƒ8.50. ROGGE ƒ3.90 A ƒ4.20.
BOEKWEIT f 4.40 4.60. GARST 3.40 A 3.75. VOER.-