S»ostwe< cu foungcls. Een Iieiüg suau. ■voortgaan. Wat hebben alle die kamerleden er ook hunnen neus in te stek Ahoe, aan wie, voor hoeveel, en op welke voorwaarden, 700 of zoo veel bunders domein ve; kocht zijn? Voor die f 300 kan men méér pliesier hebben. Welzoo, 't is dan ernst geweest met de post wet, en zij is er dóór. Aan het monopolie zullen wij nu te danken kunnen hebben, dat de schatzeef beter gevuld worde (en dat andere belastingen kunnen gematigd worden!). Bijkomende voor deeltjes zijn, dat iedereen zoo niet narekenen kan, wat eene uitgebreide brievenposterij opbrengten dat aan elke onmenlievende gemeente, door lastige uien en weinige gele genheden, het noodige kan worden ingepeperd. Onderlusschen wet is wet. Dc heeren van de Kamers moeten 't weten. En wij ingezetenen behooren te gehoorzamen trouw en eerlijk zonder ontduiking. Wij zullen nu eens zienhoe de regering het postwezen ten onzen gerieve inrigt. Die inrigting zal eene van de toetssteenen zijn waar wij het gehalte van onze re gering aan kunnen kennen. Voorts (onze industriën zijn toch niet te menigvuldig), uit de postwet kan eene nieuwe indus trie ontslaan, de bungei-industrie. En eene verbetering" dei- patentwet zal van die industrie partij'kunnen trekken. Turven en kurken toch zijn geene aardige bungels.. Bij koekebakkers en in galanterie-winkels moet ieder zich voortaan voorzien kunnen 'van veel beleefder bungelskant en klaar en in soorten met de touwtjes er aan. ]n het groot zal het bungefWak. een afzonderlijk vak kunnen worden, geholpen door de kunsten van smeden en loodgieters. Al zullen juist de bungels niet dienen tot «bezuiniging en vereenvoudiging", ze zullen heen en terug kunnen gaan en zelfs in de wandeling kouien. Des noods zullen ze vastgemaakt kunnen worden met eenvormige sloten waar ieder het sleuteltje van draagt; even als postkarren ge maakt worden naar een eenvormig wagenspoor. Ziet eens, art. 154 der Grondwet was wel voorzigtig ge steld. Het luidt: «Het geheim der aan de post of andere openbare instelling vag vervoer toevertrouwde brieven is on schendbaar, behalve op last des regtersin de gevallen in de wet omschreven." Eenen dikken brief, vol met pakjes en andere brievenzal geen getrouw particulier per spoor of schuit verzenden kunnen. Dus, vivat de buugel! Nedergeslagen oogen. Enkele malen het hoogste oogwit hemelwaarts. Ziet niemand aan. Zalvingen, zoo hoog boven heiden.sche verheven, dat ze harten zouden stelen tot diep uit Vlaanderen en Portugal. Is het geestdrift en vuur? Of is het voortvarendheid en doeltreffendheid? Is de toehoorder warm gewordenof steeds vervuld van de rondgestrooide bc- rigten? De kroon op het werk is eene collecte. Gaven wei- ligt de meesten zonder te weten waarvoor? Nu als 't voor bijbelvertalingen volgt of medegaat, zullen die vertalingen zelfs nog boven de zalvingen kunnen uitmunten. Den Oden April 1850 werd te 's Hage tusschen Z. Exc. den minister van binnenlandsche zaken Mr. J. R. Thorbecke en den raad van administratie der in liquidatie zijnde Overijssel- sche Spoorwegmaatschappijvertegenwoordigd door de heeren J. D. graaf van Rechteren als Voorzitter en D. van Schreven als Secretaris, de overeenkomst gesloten nopens de bestem ming van het depót der genoemde maatschappijvoor eene op te rigten Overijsselsche kanalisatie-maatschappij. Deze zoo lang gewenschte handeling was voor de drie genoemde per sonen, wien de bloei cn de welvaart van Overijssel na ter harte gaat, belangrijk; maar hoogst gewlgtig zal zij spoedig voor het gewest worden dat slechts kanalen behoeft om in stoffelijke welvaart toe te nemen. [Woensdag j.l. is het depót, bestaande in 780 Certificaten W. S. a 1000 ieder, rentende 2'/» pet., te Zwolle aange komen, vertegenwoordigende een kapitaal van f 429,000; met de verschenen renten ongeveer f 450,000.] Bij een zeer gemotiveerd vonnis van de Arrondisscments- Regtbank te Zwolle, van woensdag jl. is de eisch van de weduwe Gort c. s. tegen de Naamlooze Maatschappij tot verbetering van het Zvvolsche Diep ontzegd geworden en is daarbij hoofdzakelijk beslist dat de Koninklijke besluiten uit kracht waarvan de tol geheven wordt behoorlijk zijn afge kondigd, en dat de Koning volkomen bevoegd is om tollen te leggen op een openbaar vaarwater. Gaap als men u den lepel biedt Of naderhand en krijgt ge niet. Cats. Een arbeider te Ddigt aan de Hannoversche gren zen, had onlangs zijne vrouw verloren. Maar zonder echt genoot konde hij niet leven daarom verzocht hij zijnen broe der onder belofte van een pond tabak een meisje van zijne kennis des avonds bij hem aan huis te doen komen. Deze kwam, en hij stelde haar een huwelijk voor, onder beding dat zij dadelijk ja of neen zoude zeggen. Zij weigerde dit, maar ging onder belofte van zich te zullen bedenken henen. Den volgenden dag zond hij zijn' broeder naar een ander meisje onder dezelfde voorwaarden. Deze kwam ook, cn met haar was de zaak spoedig geklonken. Terwijl zij zich nu in elkanders bijzijn verheugdenkwam de schoone van den vorigen avond om het aanbod aan te nemen, doch moest bitter teleurgesteld vertrekken. De man had aan eene vrouw genoeg. (Op verzoek nemen wij 't onderstaand stok van den waar- digen President der Zutphensche KiezersvereenigingRedding door Bezuiniginguit de N. Roti. C. óver. liet is ons een genoegen op te merken dat zijne gevoelens hoofdzakelijk met de onze overeenstemmen zoo als wij vertrouwen dat ze die van iederen eerlijken en verlichten vaderlander zijn.) Het is een onloochenbaar feit,-dat, sedert de verandering onzer grond wettige. instellingen in den ja re 1S48, de mannen van reactie, zoo door middel van dagbladenals op vele andere wijzen (waartoe ik slechts naar hetgeen-te dier tijde in menige kiezersvergadering is voorgevallen, behoef le verwijzen) nebben getracht de partij van gematigden vooruit gang te belemmeren. Bovenal had men liet geladen op den beer Tuoit- BeCKG, wien rnen afschilderde als rpode republikeindemocraat, socialist, cn ullramonlnan of Jesuit, al zoo men meende naar den aard en de denkwijze der bevolking, waar men hem in minachting of verdenking hoopte te kunnen brengen. Het is even zoo onloochenbaardat, in weerwil van alle geheime ma chination en fijn gesponnen intrigues, waarvan de nog altijd magtrijke belioudspartij gebruik maakte, die oneervolle pogingen meest overal zijn afgestuit op den geest der in tij-is ontwaakte natie, en van dezulken barer leden die hunne opene bedoelingen en gevoelens cordaat en rond borstig verdedigden, en, sterk door reine waarbeidsinin en vaderlands liefde, deden zegevieren^ Maar ook na die geleden nederlaag, liield de partij van reactie niet op, denzelfden laakbaren weg te bewandelen. Men poogde door alle middelen de antipathie der burgers op le wekken tegen liet ministerie Dosker Cürtius oE Kempenaer ten gevolge van een overwegenden invloed der liberale partij op den ministerieled zetel gebragttoen daar entegen die bewindslieden in de beginselenvroeger door hen verkon digdbegonnen te verflaauwen toen was liet, dat diezelfde reactie eens klaps van positie veranderde, en de verdediging van mannen, nog even te voren door hen gelaaktop zich namdoelt toen eindelijk de natie zich veriieugen mogt in een homogeen vrijzinnig ministerie, mannen van gematigden vooruitgang, werd er de verderfelijke reactionnaire partij slechts te woedender door. Van nu 'af aan toch, beschouwde zij zicli en te regt, als voor altijd verloren! Maar ook van nu of aan braakte de laster zijn volslen zwadder tegen de mannen des lichts en der open baarheid los; maar bovenal tegen den regt door zee gaanden, onver schrokken Thorbecke, jegens hem, die de hoogste achting geniet van allen, die Oud-Hollandsclie deugd en trouw weten te waarderen; doch nu ook juist deed de nijd zijner belagers (ook van lien, die hem vroe ger niet kenden) hem te meer in alle zijne grootheid den volke bekend worden! Had uien waarlijk ongeveinsde bezwaren tegen den bewinds man, ondanks ben ten ministericlen zetel verheven, waarom dan niet op eene loyale wijze den strijd over beginselen aangevangen, zoo ais liet een eerlijk roml karakter betaamt? Maar neen, dat kon men niet, in plaats van dien, verdraait en verwringt men de waarheid, strijdt niet geheime vergiftigde wapenen, en maalt bet tegenwoordig ministerie doch bovenal den minister van binnenlandsche zaken met de hatelijkste bedriegelijke kleuren af, valt zijdelings liet politiek karakter aan van hen, op wier openbare handelingen tot dusverre nog geen vlek is le ontdekken. Verkropte reactionnaire spijt knaagt aan hunne populariteit, ten einde hun de sympathie der natie te ontrooven, die de duurzame kracht der regeringen is, en daarom is tiet nuodig deze factie voorlaan openlijk te bekampen, haar des noods geheel naakt ten toon te stellen, en niet te rusten, zoo lang dc heiligschennende Hydra haar slangenhoofd baldadig opheft. Wanneer men het ministerie toch eenmaal door ver- foeijclijke leugens de gehechtheid, niet van het domme gemeen, of een groot numeriek gedeelte (zoo als de Nederlander zich vrij onkicsch uitdrukt, in zijn nommer van den 20slen Februarij II maar de liefde van den welgezeten nijvcren burgerstand, de kern des volks, mogt hebben ontrukt, deszelfs populariteit geknakt, als de eenstem migheid in liet ministerie zelf ondermijnd en daardoor zijn val ware voorbereid; dan eerst kan en zat de reactie uit hare schuilhoeken niet driest cn onbedekt gelaat, ten verdelgenden strijd durven aanruk ken, om den voor bet vaderland allergevaarlijksten kamp te wagen, onder de leus: valles of niets; après nous te délugeDeze omstandig heden hebben mij, die overigens aan geen openbare sciirijven gewoon ben, en geene posten bekleed noch verlang, bewogen, otn door middel der onafhankelijke dagbladen, naar mijn beste verinogen aan te tooncn de wijze waarop men liet tegenwoordig ministerie, en vooral binnenland sche zaken, tracht impopulair te maken, cn zulks zoo ongepast als onverdiend; waarbij men trouwens de andere ministers opzettelijk wat; schijnt te sparen. Daardoor hoop ik te zullen medewerken ter ontmaskering eener partij met haren aanhang in den lande, die achtereenvolgend door den alge- meenen kreet der afkeuring van liet kussen gesloten, allerlei Iwan- liopige pogingen aanwendt, 0111 den verloren zetel te heroveren; cn tevens hoop ik iels bij le dragen, om den min-ingelicliten staatsburger, waarheid van bedekte logen te helpen onderscheiden. Mogt mijn voorbeeld navolging vinden, cn ieder die zich vrij en onaf hankelijk gevoelt, waar hij de reactie op onwaarheid of laster betrapt, zulks openlijk bekend maken, tot heil van Neêrlands ingezetenen, en tot wering van lien, die zoo gaarne andermaal liet bestuur naar bun persoonlijk belang cn verderfelijken lust zouden willen regelen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2