Omgekeerd.
stelt tie vo'ksverteaiwoordlgcr (het is er trouwens een MB
de Eerste Kamer) met beneden zich om gebruik e «naken
van het belaechciijke maar zeer hatelijke uitvindsel der vijan-
den van den heerThorbecke, om den meest const.tutionelen
staatsman van Nederland een republieken: te noemen en eene
toespeling daarop onder de parlementaire beraadslagingen te
mengen. Eindelik besluit hij met de hoop, dat wat er
ook gebeure, de natie zich als cén man om den troon zal
scharen om uit te roepen: leve de koning! weg met de
s republiek Zie daar de leus der partij: weg met de repu
bliek. d. i. weg met Thorïecke! Dergelijk een oorlogs
kreet heeft nooit oen lid van de liberale oppositie in de
kamer aangeheven.
Een Groninger, door het denkbeeld vervoerd dat de bezui
niging, die slechts ten voordeele van het vaderland strekken,
ook zijne academie zou kunnen treilen die ten voordeele van
hem verstrekt, heft den oorlogskreet aan, niet verholen of
bij toespelingmaar rond cn open verzekert hij dat men
«geenszins willens is voor het despotismus "van een minister
«te bukken; dat men, zeker van de overwinning, een kamp
«op leven en dood zal aangaan, waarin niemand zal achter
«blijven, dat de Stadsregering voorgaat en den moed heeft
«gehad de Burgerij ten strijde tegen den minister, Mr. J. li.
Idoeeëcke, op te roepen," enz. En welk was het blad,
dat zulke orde en wet verguizende taal in zijne kolommen
opneemt? Het blad van eenen oudminister van het Behoud,
die zelfs de ramp van oproer en strijd over ons land te halen
niet schuwt, wanneer het hem siechts nader aan zijn doel
zal brengen; want niet genoeg, dat de Nederlander zulke
taal opneemt, hij voegt er nog de volgende aanhitsing bij:
«Het is een treurig kenmerk van den tijd waarin wij leven
dat men tot zelfverdediging genoodzaakt wordt tegenover hen
wier genegenheid en hulp men liever zoude inroepen; maar
zeker is het, dat de lafhartigste in tijden als die wij bele
ven, het eerste het onderspit delft, en dat het betoonen van
moed en het ontwikkelen van kracht cn volharding ten minste
kans heeft op behoud."
Bekend is het, wie de Drentsche Courant schrijft, bekend,
wie de schipperij drijft ter zake van het Zwolsche Diep.
Een voorvechter van het behoud, een verguizer van alle vrij
zinnigheid een lofredenaar van van Randwijk en consorten,
niet ontbloot van talent, in alle opzigten een behoudsman
comuie il faut. Of het Zwolsche Diep een noodig en nut
tig werk is, of het tarief, dat eene proef is, billijk is of
niet en zells drukkend voor de kleine schipperij, laten wij
daar en willen de beslissing of het wel eens wettig is over
laten aan de regterlijke magtaan welke de kwestie behoort. -
Maar zijne cliënten in plaats van deze beslissing af te wach
ten tot verzet, tot openlijk verzet en aanvang van oproer
te laten overgaandat was in een vrijzinnigedie de wet
en niet willekeur of eigenbelang of partijzucht het hoogste
geldt, niet opgekomen.
Onze zoo rustige natie zal uit zulke gegevens oordeelen
aan welke zijde de ware zucht voor het algemeen belang, de
opregte liefde tot het vaderland, de ware zin voor de heer
schappij van orde en wet, gekoesterd en betracht worden.
gehoorzamen en brengen onwettige bevelen ten uitvoer
Maar het eindje draagt den last. Dan valt het onwettige
van zelf in duigen, en staat ook men met de hand in 't haar
Zullen wij dau steeds met ijdele hoop gevleidmet bijzaken
en kleinigheden opgehouden worden? Zal er steeds worden
zorg gedragen, dat onze beste volksvrienden met gebonden
handen staanzoodra wij ons inbeeldendat zii r,,,.5i
voor ons werkzaam zullen zijdS J 0
fi.aBerlvt'B'SsïiSzlijg;,
Men leest in 't Handelsblad van 3 Apiil j.l.«Te Liver
pool (Engeland) hebben zich reeds meer dan 3000 personen
aangemeld, om naar Noord-Amerika te worden overgevoerd-
de emigratie uil Europa schijnt in dit jaar buitengewoon sterk
te zullen wezen."
Wanneer men dergelijke bcrigten en profecijën in het Han
delsblad leestdat wet niemand van vooringenomenheid met
Amerika of met de landverhuizing derwaarts zal kunnen be
schuldigen, verdienen zij zeker ons vertrouwen. Wij twijfelen
er dan ook geen oogenb.lik aan of de verhuizing naar Ame
rika zal dit jaar buitengewoon groot zijn. Wie, trouwens,
die maar eenigzins in <le gelegenheid is om weg te komen
zou langer willen blijven, daar waar noch Vrijheid, noch
brood voor hem te vinden is, daar, waar slechts de ellende
cn de gevangenis hem aangrijnzen. Eu dit is voor den man
uit het Volk in bijna geheel Europa het gevalwaar hij het
oog slaat is het verstj'tsSïSi iiag en geSirek. Wel dun de
vertj'ekkenden zij kiezen
Europa zal in de oude
oude Europa zinkt geheel in zijnen vrocgerenbetreurens
waardigen toestand terugE Lees slechts verder
Voorheen in den worsten en barbaarschen voortijd,
toen de beschaving nog niet zoo algemeen doorgedrongen was,
noch de philautrojihie zulke reuzenschreden op het gebied der
staatkunde afgelegd had, in dien barbaarschen voortijd
zeggen wij werden de moordenaars aan het kruis gehan
gen in
het beste deelwant het oude
en nieuwe gruwelen vergaanhet
Ec4 voorSrerist v.ibi Najjotcosa is bijzonder leerzaam
voor allen die aandeel hebben aan wetgeving of regering. Zij
leeren daaruit, hoe verderfelijk zijne ondeugden geweest zijn,
voor Europa, voor zijn keizerrijk, voor hem zei ven zoo als
zijne dwingelandijzijne onregtvaardigheidzijne nienschen-
slagterij, zijne waanwijsheid, zijne ruwheid. Maar zij kunnen
veel leeren uit eene vergelijking van zijne deugden en be
kwaamheden met de lamheid en kleingeestigheid die ons on
ophoudelijk kwelt. Zijn vlug oordeel, zijn kort en bondig
woord, zijne voortvarendheid steken ontzaglijk af bij den pa
pierwinkel het lange nat en de eindelooze redevoeringen die
bij ons alles op de lange baan houden. Zijne geweldige
krachtdadigheid was dikwijls nog beter, en altijd opregter,
dan de sluipende omwegen van bekrompene zelfzucht die ons
om den tuin leiden. Zijn bedwang over al het geestelijke
was vaak verkieslijk boven onze eomplimeuteuse verdraag
zaamheid, met haar loven en bieden, met ha^ir ontzien van
allerlei dweeperij, gewurni en versletenheden, llij stelde groot
belang in de vorderingen van kunsten en hulpmiddelenen
wist er het genot van te bespoedigen terwijl bij ons de na
tie in dat opzigt zoo tamelijk aan zich zelve— ligt overgelaten
en bovendien met duizend spaken in 't wiel heeft te worste-
leti en te martelen. En wat dan nog heet gedaan tc worden
tot ondersteuning, wordt mets',al heimelijk toegestopt aan
lieve kinderen of aan hen die den weg weten te vinden.
Wat hij verordende verschafte zich althans de kracht van
wet. Bij ons heeft men geen grooter pliesier, dan eigendun
kelijk alles te beredderen, en eeuwig de grenzen der wetge- D_
vende magt te beknibbelen cn in te palmen. De flikflooijei'S van de gepleegde mishandelingen.
gen ui onze, op Verlichting en beschaving roemende
eeuw, hangt men de kruissen aan de moordenaars.
De keizer van Oostenrijk heeft den baron van Haynau,
(den beluchten moordenaar van Hongarije, meer algemeen
onder den naam van «de nieuwe Alba" bekend), den Vorst
Windischgrütz (de lafaard, die in het vorig jaar, door de
dappere Magyarenonder aanvoering van Bem van het slag
veld gejaagd en door geheel Europa bespot en uitgejouwd
werd) cn nog eenige andere schandvlekken der menschheid,
tot grootkruissen der ridderorde van Maria Tueresia be
noemd ter zake hunner aan het vaderland bewezeue yewig-
lige dienstenzegt het besluit.
Zou het mogelijk zijn de Volken der Oostenrijksche Monar
chie gruwelijker te tergen? Is dat niet de Natiën in het
aangezigt spuwen? Hoe! terwijl Duitschland'sOostenrijk's
Hongarije's en Italie's beroemdste mannen en beste burgers
als schapen ter slagtbank geleid werden, in den kerker weg
kwijnen of in ballingschap zuchten, worden hunne verraders
en moordenaars, worden wreedaardige beulen, lage werktui
gen des gewclds inet eere en heerlijkheid gekroond, gevleid
en verheven, en wordt hunne lage borst, die nimmer door
eenige edele aandoening doorlinteld werd, met het cereleeken
versierddat oorspronkelijk voor deugd en burgerzinvoor
braafheid en ware vaderlandsliefde bestemd was. Heeft men
sterker bewijs noodig, dat Europa in zijnen vortgen toestand
van ellende en verdrukking terug zinkt? Ontvlugte het dan,
wie kun! en heil zij den vertrekkende!
(Z. TV. B.)
ZWOLLEden 11 April. -Dingsdag j.l. begaf zich de heer
regter-commissaris Baron Bentincic vergezeld van den heer grif
fier benevens de heer substituut-officier dezer regtbank, naar
Zwartsluis, ten einde onderzoek te doen naar de mishandelin
gen die er zouden gepleegd zijn legen den geregtelijken bewaar
der van een schip hetwelk wegens niet-betaling van tol op
het Zwolsche Diep, was in beslag genomen.
Het schijnt daarbij te zijn gebleken dat de bewaarder na
een oogenblik het schip vrijwillig te hebben verlaten, ten
einde zich te Zwartsluis in eene naburige herberg tc begeven,
van daar door eenen grooten lioop volks is verdrongen en
weggestoolendaar men hem niet in de gemeente wilde dul
den; dat hij daarop in een huis is gevlugt, en dat hij het
zelve verlaten hebbende toen men verzekerd had hem geen
kwaad te zullen doen door dc menigte naar den Hassellerdijk
is voortgedreven alwaar hij door do policie is ontzet geworden.
Het blijkt uit het vorenstaande, dat het dezer dagen gege
ven berigt in het Handelsbladzoo in de voorstelling dei-
daadzaken als in de aanwijzing der personen onnaauwkcurig
is. De justitie doet ijverige nasporingen naar dc bedrijvers