NIEUWS- ENf ADVERTENTIE-BLAD
0 April IBoO.
KALEIDOSKOOP
2WOUE, ©EVENTE©,
ZUTPHEJVAPESLDOOaiM.
Dit blad verscbijnt geregeld alle Zaturdagen. De
Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer
Zutphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden
overal elders franco per post87'/2ceot. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advertentiön is van dén tot vijf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be
halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing.
De Advertentiën moeten vóór Vrijdag middag vier
uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post
kantorenof te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink;
LeventerA. Tea Gunne Zutphen J. II. Mellink;
ApeldoornB. (Gunning.
Politieke Verlichting teu aanzien van Tcrecu-
Tousliging en bezuiniging
I.
In geen opzigt staat het wel slechter met de politieke ver
lichting zoo der regering als der natie, dan ten opzigte van
vereenvoudiging en bezuiniging. Zie slechts de houding van
beiden bij het bekend worden voorleden jaar van het tekort
van 15 millioenen op de diensten van 1848 en 1849. Had
men nu, onder den zoogenoemden nieuwen toestand van za
ken de zoo eenvoudige en verstaanbare waarheid erkend
dat een tekort het bewijs is, dat er te veel wordt uitgege
ven, en dus in de eerste plaats de uitgave behoorde vermin
derd te worden, nadat de belastingen zoo hoog zijn opge
voerd, dat zij voor geene vermeerdering vatbaar zijn? Niet
minder dan dat, en willen en wetens ging men voort de ge
wone uitgaven eenige millioenen boven de inkomsten te stel
len, in de hoop, dat de wisselvallige bate van den verkoop
der Oost-Indische producten wel zoo veel zou opleverendat
dit meerdere er uit kon bestreden worden. In de zitting van
19 Junij zeide de Minister van Finantiën, dat de spoedige
aanbieding van het ontwerp ter dekking van het tekort over
1848 na de opening der kamers daaraan moest toegeschreven
worden, dat de Minister van Koloniën aangekondigd had,
dat er ook in 1849 een tekort zou plaats hebben op de op
brengsten der koloniën; maar desniettemin ging men op den-
zelfden weg voort, en dacht men niet aan vermindering der
uitgaven. L)ie vrees van den Minister is door den onver-
wachten uitslag der veilingen van de Nederl. Handelmaat
schappij gelukkig niet bewaarheid, maar men zat met een
tekort, men zag een nieuw tegemoet, en tóch liet men be
staan wat bestaat, en droeg eene begroeting voor al weder
van millioenen boven de middelen en met de veronderstelling
van een Indisch batig slot. En wie staat er voor in dat er
dit jaar een batig slot zijn zal? Nu juicht men in de hooge
prijzenwelke voor de meeste stapelproducten onzer Oost-
Indische bezittingen gemaakt zijn, en het hooge cijfer dien
tengevolge van het overschot, en meent men, dat het be
staande tekort er voor een groot deel door zal worden opge
ruimd. Maar bedenkt men dan niet, dat de hooge prijzen
voor een voornaam deel haren oorsprong vinden in dc mis
lukking van den oogst van 1849 op Java, waardoor dit jaar
een aanzienlijk mindere invoer te verwachten is? Hoe onze
ker buitendien alle berekeningen van dien aard zijn bewijzen
op het oogenblik weer de voorjaarsveilingen terwijl het nog
verborgen is, welken invloed de zes of zeven millioenen°
welke de Balische expeditie gekost heeft, op het batw slot
zullen uitoefenen.
Intusscben moest er in een tekort, zoo men meende van
15 millioenen voorzien worden, m de bladen riepen zoo lang
het nog in de verte was, geene vermeerdering van schuld.
Geene vermeerdering van schuld, zeide de Regering, en droeg
een ontwerp van belasting op het inkomen voor. Dat gaf
een getier. Geene vermeerdering van belasting, riep de een,
dan uitgifte van renteloos papier. Geene vermeerdering van
belasting, riep de ander, 't moet bezuinigd worden. Vijftien
millioenen bezuinigd! De ministers stellen een verslag op,
hoe met er tijd de uitgaven met 2Sa millioenen zouden kun
nen verminderd worden, en van ieder bezuinigingspunt in
dat verslag wordt beweerd .en klaarder dan de dag aange
toond, dat het land te gronde zal gaan, indien op dat punt
bezuinigd wordt. En dan vijftien millioen! De regering
laat zijn voorstel varen, en geeft schatkistbiljetten uit. Nu is
de schuld vermeerderd, de belasting vermeerderd, maar men
is tevreden, want hel gaat ongemerkt, en niemand behoeft
er een bijzonder voordeel om op te offeren.
Het gaat in Nederland met de staatshuishoudelijke verbete
ringen als bij de Italianen met den ijver voor hunne vrijheid.
Schelden en schimpen op de tyrannen en op dc Oostenrijkers,
zwetsen van goeJ en bloed voor de verovering der vrijheid
over te hebben, met dure eeden bezweren van pal te staan
in den dag des gevaars! Maar zoodra het die voornemens
gelden zal, en zij tegen de gehate Oostenrijkers over staan,
dan blijkt het dat alles niets dan ijdele snoeverij was,
dat Kot niemand ernst was wezenlijke offers te brengendat
zij geen moed hebben voor een kamp, en zij schikten, altoos
pruttelend, het hoofd gewillig onder de slavernij. Juist zoo
maken wij het met de vereenvoudiging en bezuiniging cn
veranderingen van belastingstelsel. De belemmeringen der nij
verheid moeten opgehevende levensmiddelen ontlast wor
den het is een zonde en schande zulk een belastingstelsel!
Ons budget schreit ten hemel, alle landsinrigtingen zijn veel
te hoog opgevoerd; zulk eene weelde voert ons kleine land
ten gronde! Wij moeten naar het vermogen opbrengen, de
inkomsten belasten, afschaffen wat'overtolligneen, afsnijden
wat misbaar is! Zoo schermt men doch wee den Minister,
die inet een ernstig plan van verandering voor den dag komt,
ol' eene dier veel te hoog opgevoerde landsinstellingen met
name noemt .als geschikt om een onderwerp van bezuiniging
uit te maken. Er is een tekort, die gelegenheid wil men
aangrijpen om eene eerste schrede op eeneu nieuwen weg te
doen. Doch het alarm, dat van alle zijden aangeheven
wordt, is zoo groot, dat het geheele voorstel er onder weg
raakt, en men het niet eenJ de moeite waard acht het te
onderzoeken of te beoordeelen. Durft men zich niet ver
klaren tegen het beginseldan is het tegen den vormen
met den uitroep: zulk eene verandering, dan bever heel
geene, sluipt men druipstaartend achteruit. Zoo ioept ieder
Medemblikker, Groninger, Del venaar, Utrechtenaar, enz.
enz., ieder belanghebbende bij de academies, bij de geregts-
hoven, bij dc Provinciale gouvernementen, bij de werven,
bij de depots enz. enz., en ten slotte allen in koor: d.e be
zuiniging, dan liever heel geene bezmni-,m0.
s Uitstrooisels eafl nilzigleil.
Groningen zou dan aan Thomsecke ongemakkelijk de tanden
hebben laten zien. Het had eeuwen over zijne academie ge
werkt cn zou zich haar niet laten ontnemen door eenen
ministe'r van éénen dag. 'Ziet, daar moest men zich eens
hartelijk, in bollen. Want vooreerst, zoo'n groote slungel