mmmmmwwssstastmmmMmixmssmiSSlStöSÊli aan de Regering voorbehouden uitsluitend regt op brieven ver- f liefde behoort ook bij het verschd van godsdienstige voer, dan°zouzeidè de Minister, de Regering den tegen- wpordigen staat van zaken handhaven, maai het Jrauduicus brievenvervoer streng vervolgen. Rij de door de Regering voorgedra'gene wijzigingen van het ontwerp, is in art. 3 het porto naar den afstand berekend, thans gesteld als volgt: minder dan 30 ned. mijlen 5 cents; van 30 tot 100 wijlen 10 cents; meer dan 100 mijlen 15 cents. In een nieuw art. 16 is nu bepaalddat de tége- moetkomingbij vermissing van een aangeteekenden biief, zal bedragen de volle geldswaarde van den inhoud, wanneer die geldswaarde bij de verzending op het postkantoor is aangege- ven en daarvan de in het art. bepaalde premie betaald is. Voorts is in art. 21 van dit ontwerp de bepaling ingelascht: dat de maatregelen der adminxstiatie ten doel hebben om achtereenvolgende in elke gemeente van het Rijk eene gele genheid tot het ontvangen en verzenden van brieven met den post te openen." [Met droefheid merken wij den loop dezer zaak op. Zoo- volhardt de regering dan weder bij een ondoelmatig, onregt- vaardig, gebrekkig wetsontwerp, met eene onbeschaamde bedreiging van wraak in geval het niet wordt aangenomen. Zullen .de volksvertegenwoordigers zich hierdoor laten ver schrikken, zoo als vroeger door -de bedreigingen van den Minister van Oorlog? Wij hopen noch verwachten het. Mogten zij liever van het Hun toekomende regt gebruik maken en zelf' een billijk en vrijzinnig ontwerp voorstellen. Van den Heer vak Bosse, wij hebben het meermalen gezegd, verwachten wij geene volksgezinde voordragten; terwijl zon der eene gelieele hervorming van het postwezen wel aan geene groote verbetering te denken is. Zoo lang er nog postkan toren zijn niet vijf, zes ambtenarendie jaarlijks duizenden kosten, terwijl nagenoeg al het werk door één surnumerair of bediende gedaan wordt en kan worden; en deze dienst dus met dez,e schreeuwende onkosten bezwaard blijftdie in hare opbrengsten terug moeten gevonden worden is het wel onmogelijk dat er iets goeds tot stand kome.] Het hoofdbestuur der Amstel-Societeit heeft eene aanzienlijke belooning (een geschenk in zilver van f 100 waard en f 250 in geld) uitgeloofd voor het best gekeurde, in populairen trant opgestelde werk, houdende een Overligt der pligten en regten van den Nederlandschen Staatsburger. Van wege de Amstel-Societeit is mede uitgegeven en voor 25 cents verkrijgbaar gesteld eene brochure, getiteld: t De rereischten van een Volksboek over de pligten en regten van den Nederlandschen Staatsburger Met groot genoegen merkten wij hierbij op, dat ook de Amstel-Societeit de vrijheid van godsdienst en geweten niet als een middel tot twist en verdeeldheid, maar tot-eendragt en verdraagzaamheid, wenscht aangewend te hebben. Bij de noodlottige verschijnselen van het tegendeel, die wij dezer dagen met huivering opmerkten (waardoor belijders van ver schillende godsdiensten tot verdeeldheid, haat en vijandschap worden aangezet) achten wij 't niet ongepast de echt vrede lievende en humane bepalingen der Amstel-Societeit mede te deelen «Bij de ontwikkeling van dit punt (de vrijheid van geweten en godsdienst), legge men er zich inzonderheid op toe, om in het licht te stellen, dat de vrijheid van godsdienst en ge weten het kostbaarste is van der burgeren regten en de bechtste grondslag van maatschappelijke orde. Men toone aan, dat de vrijheid moet bestaan in eerbiediging, door woord en daad, van ieders godsdienstige overtuiging; dat zij niet alleen met eene opregte Godsvereering is bestaanbaar, maar daarvan zelfs de noodzakelijke voorwaarde uitmaakt; en gen, alle de kinderen van het één en ondeelbaar Vaderland te vereenigen. De ware godsdienstzin kan alleen verzwakt worden door de vermenging van twistvragen over de aanbid ding van God met geschilpunten over de regerin" van den Staat." 0 De lieer C. Auwerda koopman te Nijmegen, reeds vrocer naar Noord-Amerika geëmigreerd, doch in den zomer des vorigen jaars, wegens familie-aangelegenheden aldaar gere tourneerd, is den 5 dezer, vergezeld van een 25tal andere niet onbemiddelde personen uit deze stad en omstreken, die zich bij hem hebben aangesloten wederom van daar naar zijri nieuw vaderland afgereisd. Velen, die door onoplosbare betrekkingen hier worden terug gehouden, staren hen wee moedig na en zouden zich gélukkig achten hen te kunnen volgen. Dé commissie door Z. M. den Koning belast met de voor- loopige verordeningen omtrent het Concours met den Hand boog naar den Doelen en Vogeldoor Z. M. te geven op het Looop 20 Junij e. k. heelt bij circulaire, van iedere boogschutterij vier schutters, met den beschermheer, presi dent en vaandeldrager, tot de bijwoning van dat feest uitge- nooiligd; en tevens daarbij te kennen gegeven dat plaatselijke omstandigheden voor alsnog verbieden een grooter getal uit te noodigen. De prijzen door Z. M. daarvoor bepaald, zijn: voor tien Doelen eene gouden eene zilveren en eene bronzen medaille, als eerste, tweede en derde prijs, bovendien: eene zilveren medaille voor de schutterij, die de meeste rozen zal hebben geschoten, eene zilveren medaille voor den schutter, die persoonlijk de meeste puuten heeft geschoten, en eene bronzen voor de schutterijdie het verste gekomen is. \oorts voor den vogel: eene gouden, zilveren en bronzen medaille, als eerste, tweede en derde prijzen. Eugene Sue is met den eigenaar van het dagblad le Con stitutionele den heer Veron, in een geheel eigenaardig proces gewikkeld. Veron heeft namelijk geweigerd een hoofdstuk van Sue's Zeven Hoofdzonden," in het feuilleton van zijn blad op te nemen. Dat hoofdstuk voert tot opschrift: De Dronkenschap;" en nu wordt door den uitgever beweerd, dat de schrijver hem, Veron, daarin heeft geschetst en ge- geeseld. Zoo wil hij wel het honorarium betalen, doch het stuk niet laten drukken. Sue verlangt echter beide. {Ingezonden.) Ï.S S S E 'l 2 A M E m. Er was weder geschreven en gesproken over denIJssel, en het hooge water heeft er de aandacht op vernieuwd. Het volgende vertrouw ik dat bij onderzoek de waarheid zal wor den bevonden. De verlenging van den landhoek aan de inmonding, boven Arnhem, is zoo kort en omzwaaijenddat daardoor niet dan onbeduidend meer water op den IJssel kan vallen. En evenwel de trekkende kracht der rivieren zal zich door zulke middeltjes van toedeeling niet laten beheer- schen. Maar midden op den IJssel heeft wel een hoogere zomerstand plaats. Deze wordt veroorzaakt door de kribben, welke, vooral op de bovenste helft der rivier, er dwars zijn ingelegd. Door die kribben moet het vaarwater uitgeschuurd en verdieptmaar tevens versmald worden. Aan de kanten -wordt door die kribben de afloop tegengehouden. Vanhier, dat. het zomerwater zonder vermeerderd te zijn, iets langer vertoeft, en zich eenigzins ophoopt; dat de rivier aan inmon ding en uitmonding niet hooger staat dan te voren; en dat de aanwinst van zomerwater afneemt, hoe nader men naar boven of naar beneden komt. Die aanwinst is echter midden dat hare juiste waardering alleen dc maatschappij tegen de j op de rivier niet zoo belangrijk of er is dikwijls nog te laag water voor de scheepvaart en de stoombooten. Historisch is beweerd dat nog in 1500 de Noordzee-schepen tot Zut- raropzaligste verdeeldheden en burger-twisten kan vrijwaren. Eindelijk dringe men er krachtig op>aan, dat de vrijheid van godsdienst ook daadwerkelijk in toepassing behoort ge- bragt te worden in het maatschappelijk en polilisch leven, zoodat de Staatsburger in de uitoefening zijner regten, zon der terugzien op geloofsbelijdenis, vrij en onbelemmerd moet handelen, en hij, vooral bij het gebruik maken van het ge- wigtigste zijner regten (de verkiezingen), dc keuze, met ter zijde stelling van noodlottige vooroordeelen bij uitsluiting op de deugdzaamsten en kundigsten behoort te vestigen. De hoofdstrekking van dit gedeelte zij de bevordering van eendragt, en de krachtige wederlegging en onbewimpelde af keuring van het onberaden doordrijven der godsdienstige meeningen, waarvan men in het loopende tijdvak, zoo vele treurige blijken ontwaart. De godsdienst behoort een band der liefde te zijn, gelijk God liefde is, en nooit een scheids muur te worden tusschen burger en burger. Elke poging om de godsdienst dienstbaar te maken aan de staatkunde, verne dert de Godsdienst en verzwakt den Staat. De Vaderlands- phen konden, een weinig later nog tot Deventer, en dat sedert de IJssel verminderd is. Dit moet veroorzaakt zijn door het verdrinken van den Biesbosch in 1421. De Waal was hiermede begonnen meer water te trekken. Want de water weg over de Waal naar zee was er korter, en dus afhcllender door geworden. Sedert de Biesbosch tusschen het riet weder wat aanslibt, is het niet onmogelijk, dat een weinig water op dun Benedenrijn terugkomt, en dat ook de IJssel daaruit een gering aandeel ontvangt. Door de kribben in den IJssel wordt alleen het gewone zomerwater wat opgehouden, en midden op de rivier iets hooger gehouden, lloe hooger het water zwelt en over de kribben heenloopt, hoe minder het -verschil van waterhoogte is tusschen thans en de vroegere jaren onzer eeuw. Alles zamengenomen kan de IJssel nog best wat meer zomerwater lijdenzoo er maar niet meer winter- of vloedwater aan wordt toegevoerd. Het ergste en noodlottigste vloedwater komt overland, wanneer boven Em-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2