fiiuderbederfkuuule. Overigens is oneerlijkheid betrekkelijk en veelzijdig. Zij kan bestaan in omkoopingen in 't groot, zoo als bij de orga nisatie der regterlijke magt, zij kan bestaan in het aanwen den van zijnen invloed als vertegenwoordiger op de regering ten behoeve zijner bloedverwanten of vrienden. De heer van Dam heeft thans ambtgeuooten in de Kamer die hunne be trekking aan zoodanige protectie te danken hadden. Oneer lijkheid kan ook daarin bestaan, wanneer men zich, al is het niet om persoonlijk belang, door deze of gene conside raties, van de strikte toepassing van eene giondwettige bepa ling laat afleiden^ Het was voorzeker voor herbenoemde burgemeesters, leden der Kamer, onaangenaam, door die hei benoeming het lid maatschap der Kamer te verliezen en zich aan de kansen eener herkiezing te onderwerpenhet was een lastige omslag voor het gouvernement al weder tot verkiezingen te moeten oproepen," maai' de consideraties van onaangenaamheid en last moeten bij ecncn eerlijken, volksvertegenwoordiger zwij gen voor den uitgedrukten wil der wet; hij zoekt geene uit- v Jug ten a/s die dat herbenoeming geene benoeming is, of als de advokaterij van den Minister van Binne'nl. Zaken (die wij niet zonder leedwezen hebben opgemerkt) dat het burgemees terschap geen staatsambt zijn zoude; hij redeneert niet als de heer Backer, dat de letterlijke opvatting van art. 91 geen twijfel overlaat, of het is ook op de burgemeesters bij her kiezing van toepassing, doch dat het de vraag blijft, of de letterlijke beteeleenis hier wel zoo gebiedend isen of zij moet gevolgd worden? In weerwil der verzekering van den heer van Dam van Isselt, dat wij niet anders zullen hebben dan eene eerlijke en cordate volksvertegenwoordiging, houden wij het er voor, dat deze eerste uitlegging van eene bepaling der grondwet, waartoe de vertegenwoordiging geroepen werd, niet eerlijk, niet cordaat was. Goede wetgeving op het onderwijs is des te noodzakelijker, naardien op de scholen niet alleen het goede ingeplant en gekweekt moet wordenmaar ook het onkruid moet worden uitgewied dat in de huisgezinnen reeds met rust gelaten bemest, en zelfs gezaaid was. In de Nieuwe bijdragen tot het onderwijsvoor november 1849, vónden wij dezenaangaande eenige utooneelen" geschetst, waarvan wij hier de opschriften mededeelen. Eerste tooneel. Hoe de moeder, zich door kinderlijke eigenzinnigheid latende dwingen, de kiem van eigenbaat en zelfzucht in de ziel baars kmds legt. II. De kiem ontwikkelt zich. III. Op den dorst wordt gelet, op de ziel niet. IV. Het verstand van de moeder geeft aan het on verstand des kinds toe. V. Het onverstand gebiedt, liet ver stand gehoorzaamt. VI. Het moederlijke verstand wijkt voor het kinderlijke onverstand. VII. De moeder verheugt zich over de onmatigheid van haar kind. VIII. Kinderlijke eigen zinnigheid veroorzaakt twist en. krakeel tusschen de ouders. IX. De moeder spreekt den vader tegen, in bijzijn van het kind. X. De moeder handelt naar blind gevoel, zonder ver stand. XI. Hoe ver grillen en moederlijke zwakheid gaan kunnen. XII. Moederlijke apenliefde." En dan loopt het uitgewerkte dier tooneelen daar nog maar over eten, dwin gen, weigeren, enz.. Het 6peelt er nog maar in een aristo cratisch huis. Voor de fijne-barbaarschheden welke in dien kring kunnen worden aangeleerd, is een kind nog maar half op de hoogte. In minder weelderige kringen worden wel grove gruwelen in het kind ingeranseld waar het ontluikend begrip reeds vatbaar voor is. Gelukkig gruwt dikwijls het kinderlijk tegenstreven van zooveel boosheid. Maar uit het heLche deel van het huislijke blijft, onder de inrigtingen die nu nog midden in de negentiende eeuw de volken tot rein heid en waarheid zouden brengen, genoeg over dat luide schreeuwt om verhelping. Doch welligt is onze zarmcnlevfng nog te ongelikt om eenig belang in zulke verhelping te stel len zoolang haar niet blijkt, dat zij er voordeel van heeft te wachten. Welnu dan Alle overwinning op de huislijke kinderverdierlijkingkunde zal tevens eene leeuiging van ellende en van paupensmns zijn. De opmerkzaamheid van het publiek en de werkzaamheid der partijen in Frankrijk blijven geheel op de aanstaande ver kiezingen voor de Wetgevende Vergadering gerigt. De twee uitersten, Socialismus en Monarchy, beheerschen bijna uit sluitend de voorbereidingen tot de verkiezing. Een dagblad zegt, na een verslag te hebben gedaan van de Socialistische voorbereidingen tot de verkiezingen: «Parijs is intusschen rustignergens is een teeken van opstandmaar de rust heerscht slechts op de oppervlakte. De lessen van het ver- ledene hebben slechts ongenoegzame herinneringen achterge laten; één vonk, en de revolutionaire haard zal weder met meer hitte, en meer onverzoenlijk ontbranden. Gelukkig zijn de regering en de partij van orde op iedere gebeurtenis voorbereid." Tegenover de vaste houding, waarmede de gan- sche Socialistische partij zich gereed maakt tot liet verkiezings- werk van 10 Maart, schijnen ook de onderscheidene conser vative fraction tot erkenning van de noodzakelijkheid te zijn gekomen, om zich naauw aan elkander aan te sluiten en voor een oogenblik hare tegenstrijdige politieke bedoelingen voor de gemeenschappelijke zaak van de handhaving der te genwoordige maatschappij ten offer te brengen. De Legiti misten, die nog kort geleden de hohding aannamen, van geheel zelfstandig voor den dag te komen, even als de Orle- anistenwillen zich nu met dc Conservatieven vereeni»en. Uit alle teekenen blijkt, dat de twee groote partijen der maatschappij zich tot een groeten slag toerustenwaarvan het belang aan beide zijden erkend wordt. Een geloofwaardig ooggetuige -verhaalt, dat 189,000 Russen het westelijk deel van het koningrijk Polen bezetten. Weinige da gen geleden ontvingen deze troepen een bevel, met de na volgende inleiding: Daar de oorlogs-operatiën eerlang zullen geopend wordenzullen dadelijk na de ontvangst van dit be vel, de volgende maatregelen, enz., genomen worden." On der deze maatregelen behoqren hoofdzakelijk, dat elk militair zijne wapens, kleedij en paarden gereed hebbe,'dat de veld- apothekerj gevuld, de veldhospitalen gereed, de amunitie- en trein-Wagens getuigd worden. Beschuit en bouillon zijn reeds gedeeltelijk aangekomen deels onderweg. Officieren verze kerden den ooggetuige, dat bevelen, gelijk het bovenstaande hoogstens 4 weken vóór de opening eens veldtogts gegeven worden en nooit bij eenige demonstratie; de belangrijkste gebeurtenissen staan ons dus misschien voor de deur.vj?] Het vroeger gegeven berigt omtrent de oprigting van Ode bataljons bij de in Polen staande regementen is bereids be vestigdde maatregel is tot stand gebragtmen heeft echter tot de vorming dier bataljons geene recruten genomen, maar de best geoefende soldaten uit de in Tvusland zelf staande re gementen.. De jagers-regementen en de infanterie hebben grootendeels slaggeweren ontvangen, die zij in den Hongaar- schen veldtogt niet hadden. Van de vele geruchten, welke in Polen rondloopenmag men het volgende, als met de groote krijgstoerustingen in verband staande, niet met stilzwijgen voorbijgaan. De Czaar Nicol'aas zou namelijk een groot vereerder zijn van Keizer Napoleon, en diens werken, zoowel als alles wat over heer, ge schreven is, bestuderen. Nu zou hem Napoleon's gezegde: i) Europa wordt eene Tiepubliek of Russischzoodanig heb ben getroffen, en zijn geest vervoerd, dat hij de taak had aanvaard, om deze voorzegging naar de letter te verwezen lijken. Ten gevolge daarvan zouden 300 eskadrons kozakken gelijktijdig over de grenzen trekken en als voorhoede des le gers, tegen het Westen van Europa, voortrukken. De uit voering van dit plan zou de Czaar voor het veel beteekenende 25ste jaar zijner regering hebben vastgesteld en misschien is wel dat tijdstip voor het karakter van het Russische volk niet geheel onmenschkundig gekozen. [Men zal echter wel doenaan deze geruchten geen on voorwaardelijk geloof te schenken.] Het dagblad van Stokholin, Van den 11 deter, deelt in zijn officiële gedeelte het volgende mede: «Gisteren, den lOden, ontving Z. M. de Koning in een bijzonder gehoor den graaf van Lijnden, opperstalmeester en adjudant van Z. M. den Koning der Nederlanden, den vori- gen avond te Stokholm aangekomen. De Koning ontving bij die gelegenheid het antwoord van den Nedcrlandschen Vorst op den bl ief van den 7 Januarij jl.waarbij de Koning van Zweden en Noorwegen Hoogstdenzelvenals hoofd van het Koninklijk Huis van Oranje, viyzocht had om de hand van Prinses Wilhelmina Frederiica Alexandra Anna Louisa der Nederlanden voor zijnen welbeminden zoon, xlen Kroonprins van Zweden en Noorwegen. Op die aanvraagwelke reeds de goedkeuring verworven had der Doorluchtige Ouders van genoemde Prinses gaf Z. M. dc Koning der Nederlanden bij bovengemelden eigenhandigen brief, welke de dagteekening droeg van den 27 Januarij, zijne volkomen toestemming. Vervolgens iverd de graaf van Lijnden in particuliere audiëntie ontvangen door de Koningin en de Koningin-Moeder en door den Kroonprins. «Een hofrijtuig en eene plaats in dc Koninklijke loge in de opera zijn ter beschikking gesteld van den Graaf, gedurende zijn verblijf te Stockholm en alle gelegenheid is hem verschaft, het merkwaardige te bezigtigen dat He hoofdstad bevat. -«Gisteren werd door den Koning een diner gegeven, waar aan de geheele Koninklijke Familie deel nam en waartoe buiten den graaf van Lijden, nog waren uitgenoodigd de grootwaardigheidsbekleedersde leden van den Zweedschen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2