IëIm W - [YIEUWS- EY ADVERTEME-BLAD. 23 Februarij 1830 8. SÊMë!u.L:^ li HHffiyp&fijgHHH fmÊssmm MKÊÊ nu SW911EDEVENTER, /r k^L^-ér, 30SÉSSi Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer. Zutphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden; overal elders franco per post87i/2cent* Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advertentién is van dén tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing. ZUTPHENAPELDOORN. De Advertentién moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink; DeventerA. Ter Günnb; Zutphen, J. H. Mki.i.tn» Apeldoorn, B. Gunning. Dc hervatting der werkzaamheden van de Tweede Hamer. Na eene schorsing van 7 weken zijn de werkzaamheden der Tweede Kamer den 12 d. hervat. Bij de vele belangen van staat, wier behandeling dringend verlangd wordt, had het onverwachte nieuwe uitstel, hetwelk die schorsing met 14 dagen verlengd heeft, niet weinig bevreemding verwekt, en onderscheidene gissingen naar de reden er van doen ont staan. Het was daarom zeer doelmatig van den Voorzitter, dat hij begon met eene verklaring omtrent de redenen van dat uitstel, welke aan de onzekerheid daaromtrent een einde maakt. Hij was namelijk tot dat uitstel niet overgegaan, noch op het verlangen van eenig lid der vergaderingnoch op het verlangen van eenig lid van het ministerie, maar om de strenge koude. De ledendie van gemak houden mogen dus den Voorzitter dankbaar zijn voor deze bezorgdheid maar wat heeft nu de eerlijke Nederlander het Ütrechtsche blad namelijk te vertellen, die zoo zeker wist, dat de verdaging aan niets anders toe te schrijven was dan aan de omstandigheid, dat er geen voldoende arbeid voor de Kamers gereed was, en het twijfelachtig hield, dat die er zelfs op 12 Febr. wezen zou? Laat hij zeggen en draaijen, wat hij wil, maar ieder aan dit staaltje zijner goede trouw denken, wanneer hij weer iets ten nadeele van het Ministerie te mel den heeft. Ook omtrent de werkzaamheden bleek de bewe ring van den Nederlander uit de lucht gegrepen te zijn want er waren vier wetsontwerpen ingekomenwaaronder een zeer belangrijk en de strekking van vereenvoudiging en bezuiniging hebbende, namelijk eeue nieuwe organisatie van het loezigt en de zorg over de Munt. De twee nieuwe leden, de heer de Fremery, gekozen te Leijden in de plaats van den minister Thorbecke en de heer van Dam van Isselt, te Arnhgm in de plaats van den minis ter Nedermeijer van Rosentual, hebben zitting genomen, en laatstgenoemde heeft al spoedig het woord genomen om eenige oogenblikken van zich zeiven te sprekenen de ge gronde redenen, kenbaar te maken, waarom hij in Mei j.l. zijne plaats in de Kamer verliet, hetwelk hem, getuige zijne hevige gemoedsaandoening destijds, veel gekost had. De ken- baarmaking dier redenen is niet zeer volledig uitgevallen zoo dat, die uit belangstelling of nieuwsgierigheid ze begeerde te kennen, eene misrekening ondergaat.- Mijns inziens, zeide de i cdenaai was het behoud yan het toenmalig ministerie nuttig en raadzaam in het welbegrepen belang des vaderlands. Intusschen vond ik persoonlijk geene vrijheid om het minis terie te ondersteunen, om redenen, welke ik hier kiesch- heidshalve nu niet meer zal ontwikkelen." Men zou het in den hernieuwden afgevaardigde kunnen beklagendat hij het behoud van het toenmalig ministerie nuttig en raadzaam achtte in het welbegrepen belang des vaderlandsterwijl het gansche vaderland en de Tweede Kamer niets vuriger ver langden dan er van ontslagen te zijn, doch zijne overtuio-in» behoort geëerbiedigd te worden. Maar met deze overtuiging vond hij persoonlijk geene vrijheid om dat ministerie te onder steunenDe volksvertegenwoordiger niet vrij! Ging dan het persoonlijke boven den eed en pligt als volksvertegen woordiger? Was dat persoonlijk belang van zooveel gewigt, dat het de pligtmatige uitvoering van de betrekking van volksvertegenwoordiger belette? Het raadsel blijft onopge lost, want kieschheidshalve wilde de heer van Dam de rede nen nu niet meer ontwikkelen! Verder verhaalt de beer van Dam van Isselt, dat, toen hem door den tegenwoordigen minister van justitie gevraagd werd, of hij geneigd zou zijn zich eene nieuwe benoeming te laten welgevallen hij zulksnu dat ministerie niet meer bestaat, bevestigend beantwoord heeft. In Frankrijk zou de gansche Kamer en de gansche journalistiek op de mededeeling van zoodanige bemoeijing van eenen minister met eene ver kiezing zijn uitgevaren, en op uitleg hebben aangedrongen; hier heeftzooveel wij weten alleen de Arnhemsche Courant er aanmerking op gemaakt, en wat die woorden beteekenen moeten, is onbekend, 't Ware echter niet ondienstig, dat men er mede bekend gemaakt wierd. Omtrent zijne voornemens bij de herneming der plaats, waarop hij gedurende 20 jaren heeft gezetenzeide hij niet op te treden om aan het tegenwoordig ministerie tegenstand te biedennoch ook om het te verdedigenmaar hij wil hetzelve steun verleeuen door zijne stem, wanneer het o. a. voctral zich niet zal laten medeslepen door datgenewat dooi den tegenwoordigen minister van binnenl. zaken, bij zekere gelegenheid zoo eigenaardig is genoemd bezuinigingswoedeen wanneer hij integendeel van hetzelve verwachten magdat het geene populariteit zal bejagen door op te volgen de on- selselmatige plannen en voorstellen van bezuiniging, alleen voortvloeiende uit volslagen onbekendheid met het raderwerk van gansch het landsbestuur. Wij zijn verklaarde voor standers van bezuinigingook wijl wij daarvan vooreerst hoofdzakelijk de mogelijkheid verwachten om de middelen te vinden, die onze nijverheid kunnen opbeuren, zooals de offerswelke thans ter bevordering van zeevaart en han del zoo regtmatig aan de schatkist gevraagd worden en onze overtuiging dat bezuiniging mogelijk is, berust vooral op het gade slaan van dat raderwerk van gansch het landsbestuur hetwelk voor zoo veel vereenvoudiging vatbaar ismaar wij zien er al het gevaar en de noodlottige gevolgen van in wanneer hierbij niet met beradenheid wierd te werk gegaan. Neen wij verlangen bij het nemen van maatregelen ter bezui niging geene woede, evenmin als hevige gemoedsaandoeningen bij het aannemen of neerleggen van het lidmaatschap der Ka,- merwij verlangen bij het een en het andere koele rede nering, diep besef van pligt, en een warm gevoel voor het algemeen belangmaar het deed ons leed den onvermoeiden verdediger van het budget van oorlog in zijne intreerede reeds deze declamatie tegen bezuiniging, al is het dan ook tegen onberedeneerde, te hooren vlechten, te meer, daar ons Ministerie nog niets verrigt of te kennen gegeven heeft, het welk zulk eene zonderlinge vermaning zou regtvaardigen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 1