16 Februarij 1850. NIEUWS- EX ADVERTENTIE-BLAD. Fiscale foelenaeserimgeEB. Z5WOLLE, DEVENTER, ZCTPHEN, APELDOORN. Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer, Zulphen en Apeldoorn 7o cent in de drie maanden; overal elders franco per postST/jcent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prgs der Advertentiën is van dén tot vijf regela 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing. De AdverteMiên moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjbenk "Willink Deventer, A. Ter Gunnb; ZulphenJ. H. Melusk; ApeldoornB. Gunning. Zcepzlcderijeii. Stccukolculiaudcl. Wij hadden onze verschillende belastingen de revue laten passeren, ten einde te dóen uitkomen, hoe verwoestend hare werking is voor de welvaart van het land; door den bestaan- den arbeid te belemmeren, de vermeerdering te beletten zelfs het aanvangen van nieuwen te verbieden en door den fabrijkant de handen te binden en den vrijen omloop te ver tragen en te verhinderen. Wij moesten ons tot eene algeneene aanwijzing bepalen want wilden wij alles in bijzonderheden nagaan en de toe passing op bijzondere bedrijven gaan maken de afzonderlijke wetten en besluiten voor verschillende takken van handel en nijverheid ontleden, de formaliteiten bij in- en uitklaringen nagaan, die maken, dat b. v. hier te lande met het heen en weer loopen naar de kantoren en het bekomen van heeren commiezen eindelijk liet verlof om met de lossing aan te vangen verkregen wordt in den jdjd dat te Hambuig een schip reeds geheel gelost is, eene volledige beschrijving geven van de geregelde belegeringen en invallen of inlegeringen waaraan zeepziederijen zoutketen molens cn andere fabi ïe- ken onderworpen zijn, de ongerijven van het leven op het onvrij territoir optellen boekdeelen waren er toe noodig. Ook maakt ieder het best de toepassing in zijn eigen bedrijf; aan algemeen behoort slechts de bewustheid en de ken nis van het euvel in 't algemeen. Wij dacliten er dan ook vooreerst niet op terug te ko men maar er loopen ons een paar voorbeelden in de hand waarbij wij nog even willen stilstaan. De pas weder aange vangen zitting der Tweede Kamer, wier werkzaamheden, zoo wij hopenweldra onze onverdeelde aandacht zullen bezig houden laat er ons nog al den tijd toe. Het eerste betreft de zeepziederijen, en ontleenen wij aan een ingezonden stuk in de Nieuwe Hotteid. Courant van iemand, die zich onderteekent geen zeepziedermaar dan toch wel kennis van het vak schijnt te bezitten. Aanleiding tot zijn sqhrijven gaf de proef, welke de Minister van justitie in de gevangenissen heeft laten nemen, om bij de gewone zeep der fabrijken Va kunst- of soda-asch te voegen ten einde minder bereide zeep te behoevenen de aankondiging aan alle zuinige huismoeders, dat de proef gelukt was. Het is klaar, dat, wanneer dit mengsel van den Minister even goed was, als hel gewone fabrijkaat der zeepzieders, deze de bijvoeging van 25 pet. kunst- of soda-asch zelve zou den doen. Maar vooronderstel,' dat zij, dit niet geweten had den en nu tot de bijvoegingen zouden willen overgaandan zouden zij, daar de zeep belast, en de kunst-asch vrij van 1-cgten is, de volgende liefelijkheid ter aanmoediging hunner nijverheid ondervinden. Wanneer zij de bijvoeging doen, en b. v. bij 100 pond zeep 25 ponden kunstasch mengen, dan bedraagt de belasting voor die 125 ponden f 13.28; maar wanneer de verbruiker de bijvoeging doet, dan komt slechts de belasting van 100 pond zeep, namelijk f 10.62Vs in reke ning, daar de kunstasch vrij is. De bijvoeging door den ver bruiker geeft dus eene besparing van f 2.65'/2 op de verschul digde belasting; eene besparing, zegt de inzender, waartoe de Minister van justitie het publiek, door de mededeeling zijner gemaakte en welgelukte proevenden weg aanwijst en waardoor tevens een nieuw bewijs wordt geleverdzoo dit nog noodig ware, hoezeer de vooruitgang der nijverheid in het algemeen belemmerd wordtwanneer fabrikanten door fiscale of andere verordeningen zijn gebonden en niet vrij en onbelemmerd kunnen werken en tot verbetering van oi tot bezuiniging op hun fabrikaat ongehinderd proeven nemen en hoezeer de zeepziederijen in het bijzonder door de be staande accijns gedrukt worden. Het tweede voorbeeld is vervat in het volgende schrijven hetwelk wij naar aannleiding van onze artiekels over de fis cale belemmeringen van eene geachte hand ontvingen. «Ook den Steenkolen-Handel zou men kunnen aanvoeren als door allerlei onaangename en hatelijke formaliteiten be lemmerd wordendeen door bepalingendie zelfs \V etten krachteloos maken. Om maar iets te noemen: de Wetten van 26 Dec. 1833 en van 23 Mei 1837 bepalen de Accijns op de Steenkolen, en wel de Schaalkolen op f 5 per 1Ó00 Ned. pondenhet gruis en de maatkolen op 30 cents per Mud. Wanneer de aanvoer met schepen plaats heeft, die van den Rijnijk voorzien zijn, wordt de accijns berekend, naar den inhoud die volgens opmeting het schip heeft, en wordt daardoor de lossing ten overstaan van de ambtenaren vermedenmaar..... om deze gunst nu niet al te gioot te doen zijn, werd bij Ministeriëele resolutie bepaald dat bij in voer van eene lading GruisVs daarvan als Schaalkolen zoude worden berekendten gevolge waarvan de Accijns per Mud van dat Vs gedeelte met inbegrip der opc. en zegel, 64 cents in plaats van de bij de Wet bepaalde 44 centsbedraagt. Dit was reeds een bezwaar, gelijk ligtelijk is na te gaan, want van den gebruiker kan de koopman vooi het Gtuis geen hooger accijns terug bekomen dan de IVel daarvoor be paalt. Daarmede echter nog niet te vreden heeft onlangs de Minister van Financiën bij twee verschillende besluiten bepaald dat1° wanneer de invoer met opene vaartuigen plaats heeft, deze van af het grenskantoor tot aan hunne be stemming door bewakers zullen worden geleid, ten koste van den inslageren 2°. dat voortaan alle overschrijvingen van de eene Crediet-rekening op de andere, gelijk de Handelaren voor den Accijns bij de ontvangers hebben, verboden zijn. Het is hier de bedoeling niet het bezwarende aan te wijzen van de accijns op de Steenkolen, voor den burger die de zelve als brandstof bezigt, en vooral voor den Smid die de zelve voor zijn bedrijf met kan ontbeeren en toch de accijns ten volle moet betalen terwijl zijne groote concurrenten onder den naam van fabrikanten voor U vrijdom genieten; - maar wij willen wijzen op de fiscale belemmeringen waaron der ook deze .Handelstak gebukt gaat en welke men aanhou dend schijnt te willen vermeerderen; ja men schijnt het er op toe tft leggen, met opzet telkens nieuwe moeijelijkheden den Handelaar in Steenkolen in den weg te stellen; en

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 1