Eemvosadiges' Isefastiisg,
IB
Bf
nomen wordt om zoovele winstgevende bedrijven uit Ie oefe
nen, de helftof 'f of Vs minder in de belastingen behoeft
te betalen, als of er eenig onderscheid in gelegen ware, om
Iemands eigendom of wel zijne gelegenheid om te arbeiden
ten algemecnen nutte (en ware het hier maar ten algemeenen
nutte!) te onteigenen. Maar verwacht zoo veel rctvaardigheid
van de schatkist niet; zij kreunt zich om geen natuurregt
om geen zon- of feestdag, om sabbath noch volle maanden
de burger betaalt dezelfde belasting, of hij binnen of buiten
den afstand van 2600 ellen van de zee woont."
Ziedaar het onvrij territoir; ziedaar wat de belastingswet
maakt van de heiligste aller vrijheden, van de vrijheid om te
mogen arbeiden voor zijn brood. Wij moeten echter no»
aanmei kendat die inbreuk op het oorspronkelijkste en na
tuurlijkste regt zit h niet eens bepaalt tot het onvrije territoir,
neen tot midden in het land over de gansche uitgestrektheid
van den Nederlandschen grond heeft de Regering daartoe de
magt. Als iemand waar ook in Nederlandmeent een re
delijk bestaan te zullen hebben door het oprigten van eenen
molen, en eene gansche streek daardoor zou gerij'fd zijn wier
bewoners thans met den zak op den rug verre afstanden
moeten afleggen eerst naar het kantoor en dan naar de
molenof er knecht en paard toe moeten uit het werk
nemen, dan kan de minister zeggen geen molen daar, het
strijdt met de belangen der schatkist. Het gerijf der burgers,
de vermeerdering van arbeid en vertier komen niet in aanmerking.
Zoo bepaa't zich de magt der fiscale wetten niet slechts
tot belemmering en onderdrukking van den arbeidmaar
zelfs tot een bepaald verbod strekt zij zich uit, en dat in
eenen tijd waarin door de dreigende toeneming van het pau
perisme ieder gedwongen wordt op middelen om den arbeid
te vermeerderen te denken, en men zelfs niet ongenegen
schijnt tot kunstmatige middelen zijn toevlugt te nemen of
schoon alle kunstmiddelen te zamen de kwaal niet kunnen
heelen de meeste haar verergeren.
Cftmilisat&e. YeemclaBiip.
Of accijns op gebaggerden turf een mooi ding iswillen
wij nu eens daarlaten. De uilgeveende waterplassen in het
\ollenhoofsche leveren den reiziger veel stof tot nadenken op.
Rondom tiert er de welvaart niet zoo welig, of hij zou in
zijn hoofd kunnen krijgen om op eenen 'turfbaggerenden
volkstam het grafschrift toe te passen dat Lafontaine op zich
zeiven maakte
yJean s'en alia comme il elait venu,
Man(jeau t sou fonds avec son revenu
(Jantje trok op, gelijk hij kwarii, zoo kaal:
"Want hij verslond inkomst en capitaal.)
Als accijns op de sterke dranken xaadzaam is, dan kan
hij het óók zijn op den baggerturf. Maar acpijns op den
zoogenaamden langen turf, die van hoog veen wordt gesto
ten komt ons ten minste voor, allezins nadeelig te zijn. De
reiziger die de Dedemsvaart, Hoogeveen de Wildervank be
zoekt, vindt geene plassen waar veen was, maar bebouwden
gronden daarlangs vaartendie reeds onder den accijns
met hutten en zelfs huizen gezoomd zijn. Naar hoog veen is
toevlugt te vinden voor verarmden van overal die kunnen en
willen werken: maar die toevlugt wordt ingekort door den
accijns Aan de coioniën van baldadigheid (zijn ze wel eens
genoemd, al kunnen er haagsche diner's beter op overschieten
dan couponsbetaling) zou misschien de schatkist zooveel kun
nen onthouden, als zij bij de afschafling van dien accijns te
kort kwam: en de colonistenvrij in plaats van onvrij, zouden
het cr in het veen wel niet te ellendiger om hebben. Vooral,
nu er uitzigt is op canalisatie in Overijssel zou die afschaffin"
des te meer baten en des te ruimer toevlugt verschaffen.
Want door die canalisatie worden de waterwegen voor den
turf vermeerderd; langs Zwolle, Genemuiden en Kampen naar
Holland; langs Deventer naar den IJsscl den Rhijn en ver
der. Men moet niet zeggen, dat den vervecner de accijns
onverschillig is, omdat hij dien van de koopers terug ont
vangt: want, hoe beterkoop hij leveren kan, hoe meer, en
Baar hoe verderaf, hij levert. Langs Waal, MerweLek en
een land waar men zich, weinige jaren geleden niet schaamde
voor het, Apres nous la deluge; ware het eene, no» vuilaar
diger, huichelarij, tot een ander uiterste over te slaan en
den accijns vast te houden op zoo teedere bezorgdheid 'voor
de zeer verre toekomst.
kap eenmaal de lange turf beterkoope brandstof worden
,A j)'.dan-de steenkool van den buitenlander. Ja, ook naar Duitsch-
land kunnen wij turf leveren. En zou ons dan de afschaffing
yah den accijns nog te zuur vallen; welaan, tot vergoeding
k kon belasting worden geheven van dat veenbranden en be-
jjfeoek feiten dat den veendamp geeft, dat ons in den voor-
y zomer den adem benaauwt, de zon rood verft', en de heerlijke
«a-tnur vergiftigt. Turf is ons beter dan veendamp, en het
veenbóertje zou in grooter debiet van turf vergoeding vinden
Mrj Miijdar verbouw van boekweit. Het veenbóertje kon het
vjè- %e?n' turfnering laten, en boekweit zaaijen op den
grond hij kon bij deze gelegenheid worden ov.er-
Hjn onregt naar zijn regt. Voorts is er binnen
.onze grenzen, vooral van achter Coevorden naar den Dollard,
nog voorraad van turf voor vele eeuwen en nageslachten. In
Eene uitstekende dienst zou aan het vaderland bewezen
worden door een vernuft dat eene goede inrigting wist aan
te wijzen voor belasting bij classificatie naar vermogen en
fortuin. Zoodanige classificatie bestaat wel voor plaatselijke
belasting in gemeenten. Het is echter minder gemakkelijk
er eene voor het gansche land uit te denken. Ee.ne grond
belasting zou nevens dezelve kunnen blijven, mits de grond
eigenaar hierdoor niet tweemaal belast wierd voor de zelfde
bezitting. Ook sommige andere belastingen behoefden er niet
geheel door verdrongen te worden. Ja zelfs, bij de rigting
die de wereld langzamerhand inwilzou hoogere belasting
kunnen geheven worden van den minst onbetwistbaren grond
van verkrijging, namelijk, bij versterf buiten de regte lijn.
Of er geclassificeerd zou moeten worden naar het capitaal
dan naar de inkomstenis misschien eene vraag die lastiger
schijnt dan zij is, mits niet evenvetl wierd geheven van meer
en minder opbrengend, meer en minder wankelend, capitaal.
Maar belasting op inkomst zou niet moeten ontaarden in be
lasting op de vlijt en in ontheffing der luiheid. Dus belasting
op traclementcn zou verkeerd zijn zij zou slechts het geven
en nemen uitbreiden. Liever dioeten te hooge tractementen
worden ingekort tot het noodige en billijke. Ook de eed zou
geheel buiten de middelen van onderzoek moeten blijven:
want onwaarheid verdient niet, zich te verrijken, en hare
lasten op anderen af te schuiven. In plaats van accijnsen en
grensregten kon een redelijk hoofdgeld geheven worden, ook
van de minst vermogendennaar ouderdom kracht en kunne
uitgedeeld: zij zouden cr altijd bij winnen: en, omdat vele
kleintjes een' grooten makenzou een hoofdgeld niet geheel
vermeden kunnen worden. Allen, zelfs de armsten hebben
ook belang bij eene goede en beveiligende inrigting van den
staat. Door wijziging onzer belastingen naar deze denkbeel
den, zouden de vermogenden ruimer en vrijer hun geld on
der de menschen brengenzou er veel minder belemmering
zijn van handel en wandel, zou het beterkoop leven worden,
zouden welligt de dagloonen dalen, en hierdoor te sterker
alle werk vermeerderen en alle nijverheid zich uitbreiden.
De aandoenlijke sympathie voor kooplieden die meer crediet
dan fonds hebben, geldt ons niet voor afschrik. Leugencre-
dieten verdienen die sympathie niet, al zou zij nóg zoo na
tuurlijk uit den Haag komen. Bij een rakje in den wind
springen die credietentot nadeel van velen. En hoe eer zij
dan nog springen, hoe minder omvangs de crater heeft die
achterblijft.
Met het hoofdartikel der Arnh. cour. van verleden zatur-
dag, over systematisch gedrag in de Tweede kamer, zal het
wel zoo kwaad niet gemeend zijn. Immers buiten een neder-
landsch oppositie-systeem en een nederlandsch systeem van
ministerialismezien wij mogelijkheid voor een derde systeem
gekozen uit de honderdduizenden andere systemenwelke over
den aardbol of over Nederland verspreid zijn of kunnen zijn.
Den in dat hoofdartikel genoemden persoon laten wij geheel
buiten deze beschouwing.
Uit Moorslede in West-Vlaanderen wordt het volgende ge'
meld, van den 19 dezer: Het gemeente-bestuur doet vee^
moeite, om onze vervallen markt weder op te beuren; het
loofde onder meerdere medailles éénc uit voor dengene, die de
meeste beesten ter markt bragt. De markt was dan ook zeer
goed bezet; de Jury van prijsuitdceling ging uitspraak doen;
toen kwam iemand, die een voorwerp onder een grooten
doek droeg, de medaille vorderen voor de meeste beesten,
want hij had, zeide hij, niet minder dan 90,000 ter markt
gebr'agt; hierbij nam hij den doek weg en toonde een bijen
korf. De Jury zag nog eens het programma der prijsuitloving
in, en reikte aan den bijenhouder, onder toejuiching der
schare, de medaille uit.
i Les en fans de ISagnères,
t Les fis de leurs Chaumières
Annoncaient un concert, un jour,
Dans un village d'alentour.
Lc beau monde accourut, afin d'y assistcr,
Ne doutant nullement de voir les arriver.
lis frustraient son espoir
Et n'arrivant qu'au soir,
A l'heure du coucher,
Le public s'éfait retire,
Tout desolé!
t Et l'avenir au tempte de me'moire
i En lettres d or gravera leur histoire