Drnkpera. ZegcK Port» Mlssdcr .«„„j... De Varia in de Arnh. cour. van 23 dezer tooncn aan uit een engelsch dagblad-artikel, hoe nadeel,g het zegelregt op de dagblad-adveitcntiën is. Onder anderen wordt er ,n bemerkt dat het velen eenen cenvoudigen weg afsnijdt om dienst of werk aan te bieden of aan te vragen. Er wordt in aange- i i iror.o«nicrHp staten van America de min-ver- wezenhoe in de Vereemgae switu mogenden te dien aanzien veel vooruit hebben boven die in Engeland, en zich werkelijk veel meer door advertentie,, aan het brood helpen. Wij hebben daar het volgende bij te voegen Vooreerst blijkt al weder uit dat voorbeeld, dat ware en reet kunstig uitgerekende belastingen ons met alleen ,n de beurs moeten tasten, maar ons ook belasten en belemmeren moeten in onze bedrijvigheid. Ten anderen vinden wij hier gelegenheid om een denk beeld mede te doelen waar partij van zou te trekken zon bij verbetering en wettige inngting van onze brievenposten, 4rt <3 onzer Grondwet luidt: «Niemand heeft voorafgaand verlof noodig, om door de drukpers gedachten ot gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet." Wij zijn steeds van meening, dat het zegel op de dagbladen is een verlof, en wel letterlijk een voorafgaand verlof, om door de drukpers gedachten of gevoelens te open baren; cn dat zoodanig verlof in strijd is, niet alleen met de vorige Grondwet, maar ook met de tegenwoordige. Under- tusschen bestaat er een zeer algemeen gevoelen, dat.de peri odieke pers eene geringe, veel verminderde, belasting zou kunnen Jijden tot stijving der schatkist. Welnu, iets dat met dit doel op het zelfde nederkoiht kan bereikt worden zonder schending der Grondwet. De staat is niet volstrektelijk vcr- pligt, onze dagbladen te vervoerenof de wet moet het be velen. Indien de wet op de brievenppsterij alle vervoer van dagbladen weigerde, dat ware een rampzalige inbreuk op, onze jielangenmaar geen inbreuk op onze wettige viijheid van drukpers. Dus, het zegel op dagbladen en advertentiën kan worden afgeschaft, cn daartegen het briefport voor de dag bladen op zoodanig, mits matig, bedrag worden gesteld, dat de groote slokop hierin zelfs nog eene tegemoetkoming vond bij het genadig verlaten van het ongrondwettige. Altijd ech ter zou monopolie hier buiten het spel moeten blijven. Een verbod aan andere veren en ondernemingen om dagbladen te vervoeren, zou weder op eene andere wijze ohze vrijheid knevelen om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren. Voorts zou in de wet, naast de regeling van het port, moeten worden opgenomen, niet eene belofte of voor spiegeling, maar eene werkelijke vernietiging van het zegel. Tevens ware dan de inning dier belasting eenvoudigerder halve beterkoop op te dragen, gemaakt; en niet alleen die omslagtige zegelklopperij uitgewonnenmaar ook de plezier reisjes van het drukpapier ter ontvangst van dien blaauwen en vetten kinderdoop welke het nu symbolisch reinigt en hei- ÜCTt voor de verdere ontvangst van gedachten en gevoelens. °Maar wij willen wel wedden, dat het hier voorgestelde het eene oor in en het andere oor uit zal gaan. Wij zijn nog niet zoo ver. dat iemand het hart in het lijf zou hebben, om in den Haag een denkbeeld in aanmerking te biengen dat aan dien leelijken Kaleidoskoop ontleend waie. Bij besluit van den 15 Januarij jl. heeft Z. M. goedgevon den tot leden bij de kamers van koophandel en fabrieken ter weder-aativulling van.de plaatsen, die met den Sisten Decem ber 11. zijn opengevallen, alsmede ter voorziening in de ten gevolge van overlijden of bedanking ontstane vacatures in de provincie Overijssel, te benoemen, als: voor Almelo: G. Salomonsos, F. ten Beaake, G. ten Bruggencate Hz., bij continuatie; voor Deventer: li. Buiten web ff, J. Bussemaker Jz. bij continuatie, en> C. B. Vervoort, in plaats van S. van Gro ningen Sz. u voor Enschede: A. Ledeboer J. B. Bujdensteip[b. ter Kuile Pz.bij continuatie; voor Kampen: J. D. van Hasselt, L. H. van RomüNde H. C. van der Veen bij continuatie voor Oldenzaal: T. J. A. Kistemaker, F. Troost, C. 1. Stork, bij continuatie; voor Zwolle: N. Pruimers, J. van Rees, A. Jacobs, bij continuatie. Men verneemt, dat het ministerie van binnenlandsche za ken de heeren gouverneurs heeft verzocht, de plaatselijke besturen uit te noodigen om op te geven hoeveel materieel ieder zoude benoodigd zijn voor het register der volkstelling, onder wijdere vermlldingdat zulks zoude gedrukt worden voor rekening van de gemeente op grond, dat de bedoe de volkstelling reeds zooveel kosten had veroorzaaktdat daartoe "eene fondsen meer voorhanden zijn. Van gocderhand heb ben wij vernomen dat daaromtrent door vele besturen wordt gedïfficultecrd. Wij geloovendat in verscheiden gemeenten de kosten van het materieel en drukloonen aanmerkelijk ïuinde^ zouden zijn, zoo die bij publieke concurrentie wierden uitbesteed. Men zou dan. gerust de, kosten voor het register der volkstelling voor rekening kunnen nemen en de gemeentelijke; kas zou er zeker nog aanzienlijk bij winnen. Ongelukkig dat die zuur- deessem van het behoud zoo in alles is doorgedrongen van daardoor goede maatregelen te verlammen terwijl men zelf geene middelen ter verbetering wil aanwenden. Een gitnstig vonrtceken van 't geen wij van den minister TnoRSEcicE te wachten hebben, rneenen wij te mogen zien in het koninklijk besluit, waarbij vier c nnnussiën uit de Gede puteerde Staten der verschillende Provinciën benoemd zijn, tot verdeeling van. het Rijk in kiesdistrictenen voorlóopige rige- ünvan den census. De redactie en bepalingen van de daarb'j gevoegde instructie getuigen van een eenvoudig en helder in- zigt in hetgeen voor zulk een werk vcreischt wordt; zonder omslag van woorden wordt duidelijk en kort alles geicgeid wat een volledig resultaat kan doen verkrijgen. Maar bovenal getuigen de beginselen, waarvan de maatregel uitgaat van ern stige gezindheid om de grondwet in liberalen geest te ont wikkelen, enzoo wij wel zien, van een plan van afdoende bezuiniging De bepaling dat de commission bij de regeling van den census van het minimum zullen Uitgaan, en', naar omstandigheden opklimmende, den census van het voorloopig kies-i'.egiement als maximum zullen aannemen, zal teweegbrengen dat een grooter aantal ingezetenen aan de uitoefening van het grond wettig kiesregt zal kunnen deelnemen. Die uitbreiding van het kiesregt, zooveel mogelijk, tot aan de uitsterste grenzen donr de grondwet gesteld is eene hoogst gewigtige daad van dit ministerie, maar eene daad, door dc ondervinding niet slechts goedgekeurd, maar ook aanbevolen. De ondervinding toch heeft geleerd, in 't algemeen dat niets meer bevorderlijk is voor de staatkundige ontwikkeling en vrijheid, voor de be langstelling in, cn liefde tot het vaderland, dan zoovclen er rijp toe zijn, deel te laten nemen aan de verkiezing hunner vertegenwoordigers; en, in 't bijzonder, dat bij ons de census van het voorloopig kies-reglement zonder gevaar in den regel tot aan het minimum der grondwet kan afdalen. Een tweede beginsel, dat niet minder bewijst, dat het Ministerie geenszins voor de uitvoering der grondwet terug deinst, is -neergelegd in de bepaling dat de kies-districtenin den rcnel90,000 zielen zullen moeten tellen. Daardoor zal ieder kiezer twee vertegenwoordigers kunnen kiezen en hoe zeer het eigenlijk rationeel zoude zijn, dat ieder kiezer tot de verkiezing van al zijneAertegenwoordigers medewerkte, waar van de grondwet en de aard der zaak de mogelijkheid uit sluiten - achten wij deze verdubbeling van het regt der kiezers van groot belang. Maar het meeste gcwigt hechten wij aan de hooldbepalingen van het besluit, welke de strekking hebben om den geest van Provincialismus uit te roeijen. Door die bijeenvoeging van Provinciën tot een hoogst gewigtig gemeenschappelijk belang wordt eindelijk de weg gebaand tot vermindering Van het aan tal Provinciën, en het daarstellen van vier Departementen. Niets, tdcfabelemmert zoozeer hel vrije vefkeer tusschen de ingezetenen des Rijks, mitsdien de algemeene welvaart, niets zoozeer afdoende bezuiniging in het staatsbestuur, als die elleixlige versnippering van ons klein landje in elf gou- vernementjes. Wij hopen ten minste dat dit besluit, niet slechts de strekking, maar ook de bedoeling heefttlie zoozeer gewenschte opheffing van seven Provinciale gouvernementen, met al den grooten aankleve van dien voor te bereiden. Ook is de bijeenvoeging der verschillende Provinciën zeer doelmatig te noemen, al moge die dan ook, als van zelve, uit de lig ging enz. voortvloeijen Het provinciaal geregtshof van Drenthe heeft 18den dezer uitspraak gedaan in de zaak van den zich noemenden Jona Friedrich Zechow vroeger door ons vermeld. Het llnf heelt zich met het gevoelen van den verdediger, Mr. J. Cohen, ver- ecnigd, dat er, ten aanzien der beschuldiging van kerkdiefstal een °corpus delicti ontbrak en den beschuldigde dien^ ten ge volge van het bestelen der armbus in de Groote Kerk der Herv. Gemeente te Smilde vrijgesprokendoch hem wegens bedelarij, onder het voorgeven van doofstom te zijn, vei ooi- deeld tot eene gevangenisstraf van acht maanden. De aan zienlijke schare, die deze uitspraak bijwoonde, getuide voor de belangstelling in deze zaak, terwijl men nog altijd, om trent den waren naam des beschuldigden, in het onzekere verkeert.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1850 | | pagina 2