«Beugd ess ouderdom.
een voegzaam uur doen dragen of kruijen naar den ontvan
ger, van daar naar den molen, en ons evenzeer tijd en arbeid
(of werkloon) kosten als geld voor den staat. Zij moet ons
belemmeren en tot last wezen in ons verbouw en m onzen
mondkost. Namelijk, zij moet ons afleeren om belast graan
te verbouwen en om van belast graan mondkost te bereiden.
Eene belasting op onze schrijverij in zaken, zoo als daar z.,n
het zegel de registratie enz., moet ons met slechts doen of-
s feren aan' de schatkist; zij moet het ons ook lastig maken orn
eenen securen en bestaanbaren vorm aan onze overeenkomsten
te "even om bij notarissen of advocaten te gaan, om onze
waren of'eigendommen in het openbaar te veilen, om slechte
betalers na°te rijden, enz.. Eene personele belasting moet
ons' eroo'e en kleine vensters doen bouwen, in pleats van de
soorten die ons geriefelijker zijn zouden moet de paardenfok
kerij in bedwang houden moet de gelegenheden benemen om
dienst te vinden als meid of knecht. Belastingen moeten vooral
ook dm inuendigen menseh bezwaren, in (met permissie) iut-
noodiging tot ontduiking, verzwijging, leugen, bedrog, enz..
Moren die weinige voorbeelden voldoende zijn om den lezer
op Weg te helpen in zijne overdenkingen omtrent andere gc-
zigtspunlen. Wij willen uit het opgemerkte nu nog alleeo
eene toepassing afleiden op eene aangelegenheid van derf dag.
Te weten eene belasting op onze brieven en onze correspon
dentie moet ons niet alleen het noodige doen betalen boven
hetgeen het vervoer ten zuinigste zou moeten kosten; zij moet
ons ook belemmeren in onzen handel en wandel., en ons het
"ebruik benemen van alle andere middelen van vervoer dan
de postcrij. Vooral in een land dat meestendeels van den
koophandel moet leven, is dat niet minder noodzakelijk, dan
de lasten waar de in- en uitgaande regten mede gepaard gaan.
Ja, zal de posterij aan hare bestemming beantwoorden, dan
moet haar chef haar uit zijnen canapé kunnen laten rond
reden; en moeten de belastingschuldigen er liever ééns in de
week of in de maand gebruik van kunnen makendan zoo
bespottelijk dikwijls. Over het algemeen kan men wel tot
regel stellendat' men onze belastingwetten nooit door Tjior-
eecke moet laten ontwerpen of nazien: dat zou de pest zijn.
Of' misschien, nog uit een ander oogpunt beschouwd, mag
wel eens eene wet door de Tweede kamer worden aangeno
men, onder overleg om ze door de Eerste te laten afstemmen.
Als het onderwerp er naar is, kan dat de wenschelijkheid
eener eerste kamer in het lichtstellen, haar bij de natie crediet
verschaffenen t' avond of morgen steun geven aan de eene
of andere zaak waarmede moet wprden doorgetast, en waarbij
men niet geheel kan blootleggen waarom. Een bijkomend
voordeel van iets diergelijks is altijddat de kamers nuttig
worden bezig gehouden en onzen roem verrijken met toren-
booge stapels van welsprekendheid; terwijl ons ondertusschen
steeds, en in ojjzen naam, het genot onzer staatsregten en de
duizendvoudige verbetering van onzen toestand worden voor
bereid.
Nergens is 't noodiger, dat er jonge, krachtige menschen
mede regeren, dan in 't versletene, lijkachtige Nederland.
Het volk dat nog alleen teert op de nagelaten rijkdommen
der voorouders, welke het tot walgens roemt, omdat het hen
niet evenaren kan; het volk, dat slechts negative deugden
bezit, heeft waarlijk geen bestuur noodig, groot of klein,
waarin de sufheid des ouderdoms voor bezadigdheid, zijn lui
heid voor beradenheid, zijn angst voor wijsheid en zijne schra
perige gierigheid voor navolgenswaardige zuinigheid doorgaan.
Wij halen de woorden hier aan, door M. Lopez in de spaan-
sche cortes gesproken, hopende, dat allen luije, oude, eigen
wijze en versletene groote of kleine wijsheden 't in hunne ooren
mogen knoopen.
«Men heeft het congres verweten: zijne leden zijn jong; ik
voor mij zie er een schitterenden waarborg in voor de her-
tnieuwing van ons maatschappelijk beslaan, en voor de ve'r-
wezenlijking van de hope door onze eeuw opgewekt.
En waarom? Omdat der jeugd de sleutels der toekomst
i>toevertrouwd zijn; omdat in hare handen het noodlot des va-
d derlands berustomdat de jeugd alleen de eeuw kennen
a kan, waarin zij geboren is, de eeuw, die de hare is, de
neeuw, die haar toekomt; omdat zij, vol moed, niet ont-
maagde aan hart en gevoelovervloeijende van levenskracht
iizich te midden der groote levensondernemingen stort, schreeu-
ii wende de kreet van Meden schier onverschillig voor overwin-
nning of verderfkrachtig door de overtuiging ten goede.
«Wat zoudt gij van den rijperen leeftijd verwachten, van
dien leeftijd, die wel denkt, maar niet handelt, of van den
nouderdomdie alles vreest, alles mistrouwt, die, log en kil,
even als de dooddie hem verwachtgeen hoop heeft om
«te beginnen, geen moed om te voltooijen
iiJong zijn onze instellingen; de elementen, die haar moeten
«bezielen, behooren jong te zijn, en nieuw zoo als zij zelve!"
De spaansche tribune bespuwt den oud-Hollandschen den
quasi-Nederlandschcn zin: Fiat! Sam.
't CEëPU:»KK.V WOOEï®, ccs» maatstaf
visss St}e©©«'«8ci'üïasg.
Wanneer het woord, (dat is de uiting der gedachte door
hetzelve) onder een volk als 't ware verlept, dan stijgt de
wanorde ten top; want, zoo de logen, al stamelende de mond,
die haar uitspreekt onvruchtbaar maakt, wat is het, zoo de
openbare tribune, dat de stem is des volks, of moest zijn,
mets voortbrengt dan ficties, omlooping der waarheid, ver
draaiende, kromme en kruipende redeneringen. Er ligt in
de kunst, om die bazuin der openbaarheid aan den mond te
zetten, ten einde terughoudingen dubbelzinnigheden, bedrie-
gelijke woorden te verspreiden, eene onbegrijpelijke magtge
schikt tot ontzenuwing en vernietiging.
Overal komende, overal doordringende, Iaat de logentaal
daar gesproken Sporen na op het gelaat eener natie, en zaait
vrees, list en bedrog. Men gelooft, dat men iéts gedaan heeft,
ja zelfs gewonnenals men met de lippen eene redevoering
heeft uitgesproken, welke men voor te volmaakter houdt,
naar mate ze zich minder mot de waarheidmet de eerlijk
heid vereenzelvigt, die beiden naderhand ligtelijk voor straf
fende kneppels konden gebezigd worden Terwijl de natuur
de taal schiep tot uiiing van mannelijkheid rond- en flink
heidheeft de wijsheid onzer staatslui, haar tot een logen-
middel van die deugden misvormd. De eeuw eischt licht,
er moest licht zijn wat de duisternis begroef, moest thans
bekend worden; wat middel spoort gij thans op, vergifti
gende staatslieden? gij maakt het licht zelve onzuiver, en zijn
bionnen troebici I
O, Kempenaebs, en Curtiüssen, o gij pleistersmeerders uit
de vorige kamers! Wat hebt ge u bitter aan 't arme Neder
land bezondigd! O smeden van programma's, gij deedt aan
het wooed twijfelen, zoodat de natie thans bijna daden be
twijfelt. Gij hebt, ex-ministers! u zelve beschouwd als de
eerste rolvertooners in eene comedie, en het welzijn des volks
als een den advocaat onverschillig pleidooi! Sam.
Z. M. heeft goedgekeurd het adres van den Heer C. A.
Bakker grondeigenaar Te Zutphentot oprigting van een
Weeshuis onder den naam van Gebroeders Bakkers Weeshuis,
en aan deze inrigting 'van liefdadigheid alle regten en voor-
deelen verzekerd, waarop zij volgens de wet aanspraak kan
maken. In dit gesticht worden ter keuze van Regenten op
genomen geheel ouderlooze behoeftige kinderentot de her
vormde godsdienst behoorende, niet boven Te 12 jaren oud,
binnen deze stad of gemeente in huwelijk geboren van ouders
op hun overlijden minstens 12 jaren aldaar woonachtig ge
weest. De kinderen genieten eene eenvoudige, zedelijke,
godsdienstige opvoeding; worden gelijkelijk gekleed; ontvan
gen het onderwijs op eene der stads scholenmoeten de
openbare godsdienstoefeningen getrouw bijwonen, en verlaten
met eenig uitzet op twintigjarigen ouderdom dit gesticht. Het
bestuur is opgedragen aan vijf regenten notabele ingezetenen
van Zutphen, de hervormde goedsdienst belijdende. Zij zijn
gehouden het bestuur te voeren zonder eenig voordeel hoege
naamd, zoo als dit aan brave en eerlijke regenten van gods
huizen betaamt. Bij vacature benoemen de regentendoch
nimmer iemand die tot een hunner in familiebetrekking
staat tot in den vierden graad van verwantschap.
Ingevolge besluit der Staten van Gelderlanddd. 19 De
cember jl.hebben gedeputeerde Staten dier provincie goedge
vonden Heeren district-commissarissen uit te noodigen, om
hunne werkzaamheden, op den bestaanden voet, voor pro
vinciale rekening, over het jaar 1850, tot dat de wet op
de gemeente-besturen zal zijn ingevoerd, te blijven voortzet
ten, overeenkomstig het reglement op het plattelands bestuur
en de verdere voorschriften wegens hunne dienst-verriglin-
gen bestaande; voorts de verschillende besturen ten platten
lande te verwittigen, met aanschrijving, om in hunne dienst
betrekkingen tot den heer district-commissaris respectivelijk
te blijven voortgaan op den over 1849 en vroegere jaren
gevolgden voet en wijze.
De Limburger dagbladen houden zich ernstig bezig met de
meer en meer veld winnende geruchten wegens onderhande
lingen tusschen de Nederlandsche en Belgische Regeringen
over den afstand van Maastricht voor 27 millioen francs, en
van het geheele afgestane gedeelte van^den regter-Maasoever
voor 50 millioen francs, aan België. Een dier dagbladen
zegt, dat, op welke wijze dan ook, een vreedzaam cinde^ge-
maakt moet worden aan de onaangenaamheden, waaraan^de
Hollanders in dat Hertogdom zoowel wegens hunne nationali-