deelzaamheiddie er te rijkelijker om mogen zijn, dubbel
vruchtbaar.
De gunstige liggirg en de rijkdom onzer gronden zijn ook
nog onveranderd dezelfde, en wanneer wij de uitbreiding
van onzen handel, de toeneming onzer koopvaardijvloot, de
vermeerderde uitvoer van vee en der voortbrengselen van
onzen land- en tuinbouw wilden nagaan hadden wij nog
veel goeds op te tellen maar wij zullen zulks gerustelijk aan
onze lezers kunnen overlaten en geloovcn ook reeds genoeg
genoemd te hebben tot stoffe voor eenal ware het dan
met vrolijk, dan toch een gemoedigd Oude in 't Nieuwe.
CiJsBisSisatlc en foerigteu.
Een engelschman zou misschien lagchend het hoofd schud
den van zulke prullaria, als een kruiskanaaltje door'Over
ijssel. Een hollander zou er wel mogelijk den neus vari op
trekken; of hij mogt juist een lilliputters-Rotschild zijn, en
er een quartje aan hopen te verdienen. Voor de «provincie"
is de zaak van gewigt. Ja, in de provincie ontbreekt het er
niet over aan schermutselingen van belangen, begeerten en
inzigten; aan persoonlijke hoop en vrees. Hel schijnt daar
zelfs niet geheel te ontbreken aan liefhebberij en uitkijk, om
er ter deeg een goeijen aan te hebben; en evenwel-nogtans
te passen, zoo er een mogt komen aan de ooren malen om
deel te nemen, in te teekenen, geld te schieten; boehhh,
om geld te schietenen zonder zekerheid dat er aanstaande
jaar ten minste al vijf percent van komt.
Wel is waar hebben de inlandsche kranten zoowat van
overijsselsche canalisatie rondgebazuindmaar natuurlijk met
een kort woord: voor menige anecdote of akeligheid is méér
woorden de hals gebroken. Van de deliberatiën daarover bij
de provinciale staten hebben alleen verslag gegeven de Over
ijssel in eenige octavo-bladen bij zijn nummer van 14 dezer
en de Deventer courant in haar nummer van dien zelfden dag.
Bij de lezing dier twee verslagen zou men wel zeggen, dat
ze althans elkander niet hebben afgeschreven.
Over het algemeen hebben wij uit die verslagen de vol
gende opmerkingen afgeleid. Het Vollenhoofsche schijnt voor
zich uit dat canalisatie-plan geen voordeel te verwachten.
Kampen schijnt zich te ver verwijderd te achten om genot
te hebben van eenen dubbelen waterweg op Twenthe, langs
Zwolle namelijk en langs Deventer. Langs Vecht en Regge
schijneD velen te duchtendat het nieuwe hun niet zal op
wegen tegen het bestaande. Het oostelijk Twenthe moet aan
stonds oostelijke uitbreidingen hebben gewenscht. Deventer
verwacht thans van het plan meer verlevendiging, dan het
vroeger deed, toen er mier gesproken werd van. verbetering
der Schipbeek. Daar was vrijwat deelgenomen aan de ne
gotiate. Uit Almelo naar evenredigheid nog meer. Uit
Zwolle niets. Evenwel waren uit Zwolle de gevoelens zeer
verschillend. Vele kooplieden, veen- of landeigenaren en
anderen schijnen er vóór het plan te zijn; velen tegen het
kanaalpand naar Deventer, als voor de provincie van te wei
nig belang om er drie ton voor op te nemen; sommigen
tegen wijde sluizen. Omstreeks een derde der vergadering
hebben het woord gevoerd. Sommigen die óók wel spreken
kunnen, stemden slechts. Eenigen hebben vele voordeelen
van het plan opgesomd doch tegen gestemd. Anderen wensch-
ten wijzigingendoch stemden vóór. De afradenden waren
er veelal zeer gemoedelijk onder bezwaard, om de provincie
en hare ingezetenen te belasten met drie ton schuld, en des
wege door den nazaat gevloekt te worden.
De gouverneur heeft uit brieven van den minister Thor-
becke betoogd, dat de regering zwarigheid zoude maken om
het kapitaaldoor de Overijsselsche spoorwegmaatschappij tot
waarborg gedeponeerd, af te staan voor het subsidiaire plan
dier maatschappijwaarbij de zijtak naar Deventer zou ach
terwege blijven, de provincie bevrijd worden van deelneming
voor drie tondoch ook Gelderland niets bij den nieuwen
waterweg zoude winnen.
Wij besluiten met aanwijzing van drie bijzonderheden welke
ons bij vergelijking der beide verslagen zijn opgevallen. Al
leen bij den Overijssel vinden vrij vermeld, hoe een spreker
uit Zwolle heeft opgemerkt, dat Kampen voor de Ketel, en
Zwolle voor het Zwolsche diep, tonnen schats hadden geof
ferd; met den wenschdat nu ook aan Deventer de uitvoe
ring van den zijtak wierd overgelaten. Alleen in de Deven
ter courant vinden wij vermeld 1°. hoe een spreker uit De
venter heeft opgemerkt, dat Zwolle reeds groote voorregten
genoot, dat het dépot gevoegelijker ware aangeboden geweest
voor eene vaart in de hoofdrigting van den spoorwegen
niet toekwam aan den zijtak op Zwolle; met de vraag, of
deze zijtak van zooveel belang voor de provincie wasom
zich daarvoor met drie tonnen schuld te bezwaren2°. hoe
op de stemming waarbij het hoofdpunt van het canalisatie-
plan werd aangenomen uit de tribune een luid applaudisse-
ment oprees, hetwelk door den gouverneur met hamerslag
en bestraffing moest worden gestild.
Om de patentbelasting te vergoelijken heeft Minister van
Bosse gezegd dat van de 300,000 patentschuldigen er 250 000
waren, wier patent niet meer dan f 10 bedroeg.'
Let well! In ons kleine landje driemaalhonderd duizend
patentschuldigen!!! Hoeveel, of liever hoe weinig hoofden van
huisgezinnen zouden er dus wel overblijven, die niet door
deze helsche uitvinding gedrukt worden als men er de groo-
ten en ambtenaren (die vrijgesteld zijn) afrekent? En vu, dip
driemaalhonderd duizend VIJÏFTICr DEMSFMn KSfH
VIW DE t©M ze-ker over 't algemeen zoo hoog K
maar van te knijpen cn te persen iswant de patentbelasting
heeft boven alle andere dit voor, dat ze geheel naar willekeur
schijnt geheven te kunnen wordenen alle kleine te korten
hierop moeten gevonden worden; om van de verregaande
schandalen en hatelijkheden waartoe ze aanleiding geeft niet
eens te spreken. En men zegge dan nog dat deze belasting
bezwarend is. Gekheid, mijnheer van Bosse! Geschreeuw
van opposantenKlop cr nog maar op
Zou het voorgestelde wetsontwerp op de posterijen eene
sluwe poging zijn om de journalistiek te treffen? Men zou
liet haast deuken. Immers zoo de Couranten ecnigzins op de
hoogte willen blijven moeten ze van alle middelen van cor
respondentie en vervoer gebruik maken om hare verschillende
berigten ten a 1 lei spoedigste te ontvangen. Zoo ze geene an
dere correspondentie rnogten hebben dan per posthoe zouden
ze met haar nieuws dan als mostert na den maaltijd achter
aan komen sukkelen! Hoe schraal en vermuft zouden ze er
uitzien! Hoe velen zouden cr aan de tering sterven! Boven
dien zouden de kleinere, die zoo als algemeen erkend wordt
het onomkoopbaarst cn zelfstandigst zijn, door eeo hooger
port getroffen wordenen voor deze dubbele slagen zeker
moeten bezwijken. Konit hier de aap bij het lid van het
voormalig ministerie de Kempenaer ook uit den mouw kijken?
Waarlijk een fijn plannetje, een vroeger behouds-mimsterie
waardig.
Neen, wij komen er openlijk voor uit, de Minister van
Bosse is onze man niet. Zijn tot tweemaal toè voorgesteld
ontwerp van buitengewone belastingwaarbij de nijverheid
weer dubbel zou gedrukt en de patenten verhoogd worden,
maken hem voor een volksgezind ministerie, zoo als wij ons
dat van Thorbecke zoo gaarne voorstellenniet gewenscht.
Zijn wetsontwerp op de posterijen is zoo impopulair als het
bij mogelijkheid zijn kanen de wijze waarop hij van eene
verandering van belastingstelsel spreekt, is zoo weifelend en
onzeker, dat wij ons ook in dit opzigt weinig goeds van hem
voorstellen. Het is waar tot tweemaal toe keurt hij de pa
tentbelasting af, en noemt die onbillijk (waarlijk niet conse
quent met zijn vroeger ontwerp om die bij zijne buitenge
wone belasting té behouden en te verhoógen maar
zijne gcheele houding en redenering schijut zoo gedwongen,
dat wij gelooven dat hij maar al te genegen zal zijn gehoor
te geven aan de raadgevingen van van Hall en dergelijke om
geene schendende hand aan ons belastingstelsel te leggen, en
aldus al de vrucht onzer staatkundige hervorming te doen
verloren gaan. Het is zeker dat eene sterke partij binnen en
buiten de kamer dezen raad zal ondersteunen die het in
haar eigenbelang verkieslijker zal vinden de nijverheid en den
burgerstand te verdrukken en te gronde te rigtendan dat
zij zelve meer zou betalen. Daarom meenen wij er krachtig
voor te moeten uitkomen dat eene radicale hervorming van
ons belastingstelsel de hoofdzaak onzer geheele staatkundige
instelling, de hoofdwensch des volks, het eenige middel van
behoud en welvaart is, tot welker verkrijging alle andere
hervormingen slechts als voorbereidsels hebben moeten dienen.
Eea» staaltje tissb SeltosatSers-politick.
Toen voor eenigen tijd door de vrijzinnige partij te Zierik-
zee een adres aan de 2e kamer werd voorgesteld tot afschaf
fing van den accijns op het gemaal en geslagt, werd dit door
de behoudspartij hoogelijk afgekeurd en tegengewerktals ziende
daarin eene oproerige poging en een blijk van wantrouwen
tegen de regeringenfin om al die redenen die wij zoo
tot walgens toe hebben hooren opdreunen.
Maar wat gebeurt nu? In de officiële stads-courant komt
thans, blijkbaar van regeringszijde, eeri adres voor, in den
zelfden zin, om volledige afschaffing van den accijns op het
gemaal en geslagt, 'twelk daarbij ter teekening wordt aan
bevolen welk adres echter niet aan den Minister van finan-
tiën maar, let wel! aan dien van binnenlandsche zaken ge-
rigt is!
Niet onnatuurlijk komt men dus op het vermoeden, dat
het geheele Adres eene helsche list van de behoudende partij
is, om het ministerie Tiiorbecke te bemoeijelijkenen te
vens bij ligt te voorziene mislukking, het vertrouwen op
Thorbecke (aan wien de menigte zulks wijten zal) te schokken
en alzoo nieuw ongenoegen te wekken en in troubel water
te visschen. Te eer wordt dit geloofd, daar deze beide mid-