,>»eTrjThjur en onvoldoend hooger onderwijs te bestendigen, dat MedenblikUtrecht, Dglft, Breda, Rotterdam, A ljssin'gé)jT,en andere gelden om de vele en kostbare inrigtin- in' Sj&fld te houden, waaronder ons land gebukt gaal. Vgt- begrirq «oef steeds om nog nieuwe inrigtingen nog meer ^scheidingennog meer Verbrokkelingen roepen, ten einde 'iedere stad' wat medek-rjjge van de algemcene melkkoe, al kwijnt d^ie reeds lang ten gevolge der overspanning weg. Zoolang de ambtenaarsbaan nog zoo gezocht is, en de meening dat steden met inrigtingen van staatswege op de been moeten gehouden worden, heerschende blijft, zoo lang is men nog niet op den regten weg van beterschap. K.iïsasüï* ces kfiïist. Toen Lady Montagu in Italië de wereldberoemdste mees terstukken zag van oude beeldhouwersbegreep zijdat de natuur kan overtroffen worden door de kunst. Maar ons belet dit niet, om te begrijpen, dat onze hoogstkunstige wetten op koophandel nijverheid en vervoer wel cenigzins van minder allooi zijn, dan de Venus de Mcdicis en de Apollo de Belvedere. -Kunst is niet altijd sehoone kunst. Om het natuurlijk schoon van vrije beweging te overtreffen, zal wel iets anders noodig zijn, dan dio ingewikkelde, omslngtige en lastige toestand waartegen zoo lang en zoo luide om ont heffing is geroepen. Wij begroeten hartelijk de zoete hoop welke ons iets meer natuurlijks, of minder tegennatuurlijks, in het verschiet begint voor oogen te houden. Waarom moest eenenmisschien echten en verstooten Bourbon van ons geld in den zak gejaagd worden Was het menschelijkheid En op wat grond is iemand menschelijk uit andermans beurs? Was het bij contract, tegen eene waarde? Maar waarom dan een changeant-kleurtje aan de zaak gegeven? Wie het goedgekeurde en waarachtig bevon den antwoord voor de beschaafde wereld zal hebben open baar gemaakt, zal niet vervolgd worden als heler, maar eenen burgerpligt hebben vervuld. ®«Ea©IC5a em va si ©am. In het hoofdartikel der Arnh. Cour. van 16 dezer lazen wijWat zal er van den Staat worden als een roomsch meester aan roomsche kinderen het a, b, c leert? niets an ders en niets ergers, dan wanneer een protestantsch meester aan protestantsche kinderen en een israëlitisch meester aan israëlitische kinderen het a, b, c leert." Wij hebben niets tegen die woordenmits er ook niets meer uit verstaan worde, dan zij werkelijk zeggen, Bovendien moet de lezer daar des te minder knoopen in biezen zoeken dewijl die woorden niet zoozeer om haren eigenen inhoud geschreven staanals om den heer Boissevajn te doen uitkomen tegen over den heer van Dam. Maar wij hopen niet, dat de Arnh. Cour. omtrent schoolzaken veel verder zoude gaan. Zij wil vrijheid, overal vrijheid, vrijheid in dc kerk, vrijheid in de school. Zeer goed. Ook wij begeren vrijheid. Wij zijn evenmin als zij tegen vrijheid van onderwijs. Want aan deze uitdrukking vrijheid van onderwijs" kennen wij niet de averregtsche beteekenis toe die er door velen aan gehecht wordt. Maar omdat wij voor de vrijheid zijndaarom juist zijn wij tegen overheerschingtegen overheersching van de kerk door de school, en van Je school door de kerk. Om deze overheersching niet opzettelijk binnen te halen, cn om haar te verdrijven (want reeds veel te veel bestaat en woelt zij), moeten kerk en school afzonderlijk worden gehouden. Onze academiën moeten niet hcerschen over de denkwijze der leeraren van eene kerk veelmin van ééne kerk. Al zou iemand in het kerkelijke geloovendat de boer zelf zijne kippeneijeren legtdat geeft geen regt aan eene school om uit te wandelen ten einde hem dat te beletten. Daartegen over moeten onze kerken niet heerschen over de opvoeding binnen de scholen. Die opvoeding moet rein, en daarom vrij zijn; niet gekluisterd aan eenzijdige uitspraken en g(- woontevormen van overlevering, tijd en plaats. Als de op voeder kan inscherpen wat hem als kerkenlid gelust, dan is hij méér dan vrij dan is hij eeri tyran. Als de opvoeder inscherpt wat hem door eene kerk wordt voorgeschreven, dan is hij niet vrijmaar een dienaar. En op school moet niet slechis de opvoeder vrij zijn, maar ook de jeugd. Op school moet ieder kind uit Nederland, ieder kind van ons wereldrond, ieder argeloos en kneedbaar kind, vrij en veilig zijn. Op school is het kind niet roomsch, niet protestant, niet israëliet. Op zijnen tijd moet ieder tot eene kerk mogen toetreden. Maar op school is het kind de jeugdige mensch de jeugdige nederlander, die ontwikkeld moet worden, ook tot alwat uit zijnen aard goed en edel is; overSchillig of al dan niet bihlerdijkianenredemptoristen, talmudisten, en an dere anen of isten zichzelven gelieven te huldigen als schooi- koningen bij de gratie Gods. Indien het in den aard der vrijheid ligt, om de school in de kerk toe te laten cn de kerk in de school; dan moet ook een notaris vrijheid hebben om het recept te schrijven, en een geneesheer het testament. Naar wij vernemen is men thans op verschillende plaatsen weer bezig de barbaarsche wet ten uitvoer te leggen van het inlegeren van militairen bij arme belastingschuldigen. Men schijnt het er op toe te leggenom de ingezetenen den reeds zoo vroeg met strengheid ingevallen en meer en meer naderenden winter nog banger te willen maken. Zelfs zij worden niet verschoonddie nu reeds aan het noodige voor zichzelven en de hunnen gebrek hebbenzonder werk zijn en met versehrtkkelijken angst en kommer het gure getijde, en met hetzelve welligt den dood, door koude en honger, te gemoet zien. Hartverscheurende tooneelen hoort men daar omtrent verhalen. Op eene plaats kon zelfs de krijgsman, hoewel aan zulke tooneelen gewoon, het niet aanzien, zoodat hij aan het be- lasting-kantoor van zijne bevinding kennis gaf; hier werd hij echter met het dreigement teruggezonden, dat zoo hij zijnen post weder verliet, men het den kommandant zou rapporte ren. Zwijgend verliet de man het hol van den tollenaar, en barmhartiger dan hij, offerde hij van zijn weinigje, om de armoede te lenigen. Vreesselijk en onrustbarend zijn dan ook de bedreigingen die men hier en daar over zulke han delingen hoort uitbraken. Wee! wee! wee! als eens de hon ger tot razernij voert! Mogen hierdoor eindelijk de oogen voor het rampzalige van ons tegenwoordig belastingstelsel opengaandat verpletterend op de nijverheid van den min vermogenden drukt en de armoede cn ellende op eene schrik barende wijze doet toenemen. Op Zondag den 16den dezer, had te Groningen des avonds te 7 uur de eerste Bijeenkomst plaats der YereenigingNut en genoegenten behoeve van den dienstbaren standten huize van den koffijhuishouder Tiddens. De ruime zaal was geheel bezet en vele medewerkende leden bevonden zich mede te dier plaatse hetzij om iets bij te dragen tot bevordering van het doel der vereeniging of om den afloop derzelve eens na te gaan. De voorzitter van het bestuur, bestaande uit de heeren dom. Geriiards (voorzitter), dr. Gleuns, v. d. S. Huskes Kool, dom. Lorgion Rijkens mr. S. W. Trip, mr. Telle- gen opende deze eerste bijeenkomst door eene treffende aanspraak, waarin zijn weleerw. de menigte bepaalde bij het wel besteden van den dag des Heeren zoo ten opzigte van den kerkgang als van het genieten van gepaste uitspan ningen tot nut van verstand en hart. Deze aanspraak werd voorafgegaan door het uitvoeren van piano-spel en het zingen van een kwartet, door eenige medewerkende leden en ook alzoo gesloten. Vervolgens werden er eenige natuurkundige proeven ge daan over de warmtestof, tot opheldering van eenige ver schijnselen die dagelijks worden opgemerkt, maar door wei nige begrepen en waarvan het kennen der oorzaken toch hoogt nuttig is voor iederen stand in de zamcnleving. Daarop werden cr een paar gepaste liederen door de geheele vergadering aangeheven, nadat er aan ieder een zevental voor de vereeniging gedrukte liederen was uitgereikt geworden. Te ireg.en uur sloot de voorzitter op eene plegtige wijze deze eerste bijeenkomst der vereenigingdie door allen met groot genoegen werd bijgewoond en waarvan men de vol gende vergaderingen met belangstelling te gemoet ziet. Men heeft zich ook nu weder kunnen overtuigen, dat de dienst bare stand ook voor edeler genoegens vatbaar 15 dan de kelders en kleine kroegen des Zondags avonds, tot groote ergernis van allen die wèl denken luide verkondioeD- Orde en welvoegelijkheid lieten in de vereeniging niets te wen- schen over. Onder het voeren van aangename gesprekken en het hooren en zien van verschillende nuttige zaken werd alzoo de avond met groot genoegen doorgebragt. Sterke dranken worden in de Vereeniging niet gebruikt. Koffij en bier zijn er voor eenen zeer matigen prijs verkrijgbaar, zoodat men geene aanleiding geeft tot het doen van te groote uitgaven. Mogtep de volgende bijeenkomsten even als deze aan het voorgestelde doel beantwoorden, dan zal het nut derzelve ook zeer gunstig werken op anderendie hunne uitspanningen in den regel zoeken op plaatsen der verdorvenheid. [Zoo als wij reeds vroeger zeiden vinden wij dit eene zeer navolgenswaardige inrigting. Alleen wenschen wij dat er geene Geestelijken in t bestuur waren of deze zich op den voorgrond stelden en het taceste praats hadden daar wij

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 2