la wRmt MIEUWS- EI Ai^ERTERITlE-BLAD, 22 December 1849. TM0. 81. ''V"; KALEIDOSKOOP. 1SW9LLEDEVENTER, Oil blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. Do Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer, Zulphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden; overal elders franco per post872cent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advertentiën is van dén tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing. ZCTPHEN, APELDOORN. De Advertentiën moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer rijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink; Deventer, ATer Gunne; ZulphenJ.H. Mellihk; ApeldoornB. Gunning. mm De beraadslagingen ©ver «le BcgrooSiingswettcu- De beraadslagingen over de begrootingswetten bebben be vestigd, wat zigtbaar uit het Algemeen Verslag doorstraalde, dat de leden zoozeer doordrongen zijn van de noodzakelijkheid van grondige verbeteringen in de uitgaven en inkomsten van den staatdat zij, overeenkomstig de zienswijze der Regering het beter oordeelde eene geheel op d# oude leest geschoeide begrooting goed te keuren, dan zulk cenewaarin om den korten tijd slechts hier en daar een greep in 't wilde had: kunnen gedaan worden. Zij stelt hierbij de vooronderstelling voorop, dat het Ministerie intusschen zal besparen wat kan, en zijn algemeen plan van bezuiniging zal ontwerpen. Ook hierin dus is de Kamer de trouwe afdruk van den geestdie de meerderheid der natie bezielt, alsmede daarin, dat zij blijkt genegen te zijn de Regering, altijd in die vooronder stelling, te ondersteunen. Het best zijn de beweegredenen tot het volgen van deze gedragslijn uitgedrukt door den heer de Man. Omdat hij de begrooting goedstemdewilde hij zijne stem daarom niet aan gemerkt hebben als een zoogenaamd votum van vertrouwen. Hij voedde geen wantrouwen, hij was geen bestrijder, maar wat men een votum van vertrouwen noemtgaf hij nooit aan eenig ministerie. Hij was hier gezonden niet om te vertrou wen, maar om zelf toe te zien. Het was de noodzakelijkheid alleen die hem noopte van veel, hetgeen hij anders wilde, voorloopig af te zien. Men gaf de vrees te kenpendat de Ministers, deze begrooting verkregen hebbende, den noodigen prikkel zouden missen om voor de zoo onmisbare hervormin gen zorg te dragen; maar dau vergat men, dat zij vier maan den voor het einde des jaars de begrooting voor 1851 indie nen, en met hun stelsel gereed moesten zijn. Hetgeen de heer Donker Cdrtiüs over zich en zijne vrienden en over de tegenwoordige Regering in het midden bragtkan slechts dienen om de ongenoegzaamheid der burgerzinnige mannen alweder te meer te doen uitkomeneven als uit de wijze, waarop zijne rede ontvangen werd op nieuw bleek hoe afkeerig de meerderheid van den burgerzin geworden was. üc overige leden uit Overijssel hebben zich bij de algemeene beraadslagingen niet door bijzondere gèzigtspunten onderscnci- dcn. Rij de behandeling van het 10e hoofdstuk, de uitgaven behelzende voor het departement van oorlogheeft de heer Storm van 's Gravesande met veel regt en met veel kracht ue begrooting van oorlog en de-zienswijze des Ministers bestreden. Vereenvoudiging en bezuiniging waren schering en inslag der meeste redevoeringenbij gelegenheid der algemeene be raadslagingen gehouden. In 't bijzonder is de heer Zylker in eene uitvoerige rede dé tolk geweest der gevoelens, welke door de burgerij in 't algemeen over die onderwerpen gekoes terd worden. Sommigen konden zich daar niet me'de vgree- nigen en noemden het harde woorden, die4in deze vergader zaal niet moesten gehoord worden. Die heeren dienen echter te weten dat zij buiten de Kamer dagelijks en luide gehoord worden en dat het dus niet dan goed zijn kan dat zij ook eens aan de ooren der Hooge Regering gebragt worden. Zoo als bij algemeene beraadslagingen over begrootingswetten pleegt te geschieden, hadden ook hier incidentenlevendige woordenwisselingen en afwijkingen van het eigenlijke onder werp plaats. De meeste sensatie wekte de klagt van den heei Dommer van Poldersveldt over de uitsluiting buiten ambten en bedieningen van Roomsch-Katholijkendoor andere leden herhaald Of dergelijke kwestiën eenen min of meer kwaden indruk maken, hangt veel af van de wijze, waarop zij wor den opgenomen en beantwoord, en de wijze waarop de heeren Engelen en Groen van Prinsterer dit deden was alleronge lukkigst en regt geschikt om wrevel en hartstogt op te wek ken Waarom zouden de Roomsch-Katholijken, wanneer zij vermeenen verongelijkt te worden, het met zeggen? Met stilzwijgend te verdragen komt men niet verderen berust de opgegeven grief op gecnen grond, dan wordt de gelegen heid tot weerlegging uitgelokt. Zoo bewijzen zeker de sta ten welke de heer Dommer overlegde, nictveel, daar zij over cene bevolking van Roomsch-Katholijken loopen die wat Nijmegen aangaat, op weinigen na tot die klasse be lmoren, die geene ambtenaren ojilevert, en wat het platte land aangaat, uit landlieden bestaat, uit welke men insge lijks geene burgemeesters, ontvangers of notarissen benoemt. Zulke staten zijn veeleer geschikt om te bewijzen dat de keuze van ambtenaren tot hiertoe uit eene zekere klasse van ingezetenen geschiedt, die zich er dan ook geheel is op toe gaan leggen en nuhelaas ook geene andere toevlugt -meer kent. Maar dat neemt niet weg, dat het verschil van piotestant- sche ambtenaren en die van andere belijdenissen in t oog loopend groot is, en dat het eene tergende aanmatiging is, wanneer men laatstgenoemden niet wil toestaan daar opmetk- zaatn op te maken, of, zooals de heer Groen deed, op hoo- gen toon er de les over op te leftn en door op de historie te wijzen, de onbillijkheid te erkennen, doch te willen ver goelijken en een stilzwijgend verdragen op te leggen. Uit een ander oogpunt komen ons dergelijke klagten steeds als een droevig verschijnsel voor, namelijk als het bewijs hoeveel aanlokkelijks nog altijd die ambtenaarswinkel als loop baan voor het - leven heeft. Mogt het denkbeeld meer en meer veld winnen, dat men zijne kinderen eene hoogst en- zekere en altoos afhankelijke toekomst te geuioet voert, met hen voor het postbejag en de sollicitatie op te leiden en dat men hen zelve en het vaderland oneindig meer dienst doet met er fiksche burgers van te maken die door hunne nijverheid zich zeiven een onafhankelijk. bestaan vei schaffen en niet leven ten koste van het algemeen. Uit hetzelfde oogpunt laat zich eene andere klagt van den heer Dommer bij deze gelegenheid uitgebragtbeschouwen namelijk die over de bevoordeeling van enkele steden boven andere. Het kleingeestige en noodlottige begrip dat ook eansche steden van de genade der hooge heeren in den Haag en ten koste van de algemeene beurs in stand of in b.oci moeten gehouden worden, drukt maar al te zwaar op onze schatkist en draagt zeer veel bij om ware en noodige be- zuinigingen te bemoeijelijken. Dat ellendige begiip is he«. wat LeijdcnUtrecht en Groningen inroepen om een slecht

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 1