NIEUWS- Ei AifElïEiHE-BLAi. 15 December 1849. IV. SO. ürievenposterlj. Sctlseepvaaa'twettena. KALEIDOSROOP SWOSXE. ÖEVENTEffi, Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer, Zutphen en Apeldoorn 73 cent in de drie maanden; overal elders franco per post8T/2ccnt. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. Do prijs der Adverlenliën is van één tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing. ZUTPHENAPELDOORN. De Advertentiën moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden- Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren,^pf te Zwolle bij "W. E. J. Tjeenk Willink; Deventer, A. Ter Gunnb; Zutphen, J. H. Mellink; Apeldoorn, B. Gunning. Wel mogten wij voor een paar weken sprekende over de ondersteuning van het Ministeriezeggendat deze zeer goed bestaan kon zonder het voornemen om eene onvoorwaardelijke goedkeuring te verlecnen aan alle maatregelen welke het lang gewenschte en met zooveel moeite verkregentegenwoordig ministerie zou nemen of voorstellen j en dat de liherale bladen over de handelingen ook van dit ministeriezich een naauw- keurig onderzoek en een vrij oordeel moesten blijven voorbe houden. Hoe algemeen dit gevoelen gedeeld wordt, blijkt uit de afkeuring, welke alle bladen, hoe gunstig voor het minis terie overigens gestemdmet groote eenparigheid te kennen geven omtrent het wetsontwerp ter vaststelling van het brief- port en regeling der aangelegenheden van de brievenposterijEn waarlijk het is van dien aard, dat het veeleer op de verdedi ging van den Nederlander zou kunnen rekenenzoo geheel is het in den geest der politieke fractie, welke dat blad verte genwoordigt. Men moge al zeggen het is eigenlijk geen ont werp van het Ministerie, omdat het reeds uitgewerkt was, voor dat er aan een Ministerie Thorbecke gedacht werd dit ministerie' heeft den Minister van financiën aangehouden, en met hem, zoo het schijnt, wat onbedachtzaam zijne ont werpen. Daarenboven eigent zich het ministerieals homogeen ligchaam, de voordragt toe, aan het slot der Memorie van Beantwoording op het verslag betreffende de begrooting. Ofschoon er alle reden bestaat," leest men aldaar, i> om te verwachten dat de invoering van het nieuwe tarief der brief porten zoo als hetzelve thans, met de verdere bepalingen, der postwetdie daarmede in verband staan, aan de beraadsla gingen van de Kamer onderworpen is, van geen duurzaam nadeeligen invloed op het inkomen der schatkist zal wezen, is het evenwel te voorzien, dat de verlaging van het tarief niet een derde deel van het gemiddelde portin den eersten tijd na de invoering eene vermindering van ontvangst zal ten ge volge hebben die eerst later door eene vermeerdering van het getal brieven zal worden ingehaald. Het is op dien gronddat men zich heeft verpligt geacht de vroeger geraamde som wegens de opbrengst van dit middel over 1-850, met f 200,000 te verminderen, en alzoo van f 1,330,000 op f 1,130,000 te brengen." De slechte en duie bediening, welke de administratie het publiek doet ondervindenheeft de verzending van brieven buiten de post omwaar men anders slechts bij dringende gelegenheden om denken zou, aanzienlijk vermeerderd, en zelfs geregelde particuliere bestelkantoren doen ontstaan. De Minister wil dit aantal brieven niet door eene promptere en goedkoopere bediening, maar door het regt der wet en de dwangmiddelen van den fiscus eensklaps weer in de postbus brengen, hetgeen zeker hare opbrengst aanzienlijk zou ver meerderen. Maar nu wordt die fraaije verbetering nog op een verlies voor de schatkist van f 200,000 aangeslagen ter wijl de Minister bij de begrooting nog f 100,000 aanvraagt voor de mogelijke verbeteringen welke in het postwezen zullen gemaakt worden; niettegenstaande de omslagtige en weelderige voet, waarop de administratie is ingerigt, eer het voorstel tot eene vermindering der kosten zou doen verwach ten of ten minste dat het benoodigde tot die verbeteringen wel uit eene besnoeijing van het overtollige zou kunnen ge vonden worden. Wanneer de Regering geene andere verbeteringen in het postwezen weet te brengen, dan een bekrompen monopolie, hetwelk onze correspondentie aan de willekeur van eene vaak trotsche en eigendunkelijke administratie onderwerpt, - en eenige vermindering van briefport welke te gering is om eenigzins in aanmerking te komen bij de voordeden, waarin het publiek in die landen deeltwaar eene hervorming in de brievenposterij heeft plaats gevonden, zoodat niemand er een brief meer om schrijven zal, dan ware het voor het pu bliek beter, dat.de zaak maar bleef, zoo als zij was. Allen hopen thans dat de tijd van halve maatregelen en schijnverbeteringen, die, volgens eene zoo lange en zoo zure ondervinding, meer nadeel doen dan nietvoorbij zal zijn UllUCl IIJUIUq die van doortastende maatregelen en werkelijk hervormingen VilU UUUI taotciiuv, O is aangebroken. Moge onze wakkere Vertegenwoordiging voor eene teleurstelling bewaren; (1) of liever nog, moge de Minister zelf bemerken, welk een algemeene tegenzin tegen zijn ontwerp bij het publiek bestaat en daardoor bewogen worden deze voordragt terug te nemen en eene andere wet te ontwerpen, welke de concurrentie niet kleingeestig ver nietigt maar door een laag tarief en gelegene verzendingen krachteloos maakt. Onder de voorstellen van wet, welke dezelldezeer werk zame Minister aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, be- hooren ook drie ontwerpen ter regeling der scheepvaart. Wij kennen die ontwerpen nog weinig om er een oordeel over te vellen: oppervlakkig schijnen zij een ruimeren geest te ademen dan het boven behandeld ontwerp op de bneven- posterij, ofschoon zich ook bezorgdheid voor onze rampzalige schatkist, hier en daar zigtbaar voordoet. Maar wat ons bij de lezing met kracht voor den geest kwam is dithoe moei- ieliik alle andere verbeteringen zijn en blijven zullen, zoo lang onze finantiiin niet beier geregeld, onze belastingen niet op een anderen voet gebragt zijn; en hoe noouzakehjk deze twee hervormingen alle andere dienden voor te gaan. Onder de voorregtendie bij de tegenwoordige wetgeving aan de nationale vlag worden toegekend doch ontwerp zouden komen te vervallen behoort ook het thans bestaande verbod om Nederlandsche zeebrieven toe te hennep aanlchLn van vreemden bouw. Het ,s onberekenbaar, welk een vertier en bedrijvigheid de bouwing en uitrusting ook van tot de kustvaart gebruikelijke vaartuigen allerwege ver spreidt men behoeft slechts aan de timmerwervende sme derijen blokmakerijen touwslager,jen zeildoekfabrijkanten ueiijen n iere bedrijven te denken, wier voortdu- re'nd bestaan hoofdzakelijk aan dien nationals tak van nij verheid verbonden is. Het is dus van het hoogste belang dat die tak in stand blijveen de Minister is dan ook .vol goeden moeddat hij de concurrentie met het buitenland m De i,ecr Costekos besloot zijne reile over de Begrooling met deze woorden- «Ten slolle verklaar ik ook de wet op de middelen le zullrn aannemen met uitzondering van liet art. posterijen. Het resultaat, dat bii liet voorgedragen wetsontwerp zat verkregen worden, komt mij waarlijk al le onbeduidend voor, om er drie tonnen scliats voor ten offer te brengen."

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 1