gevreesde constilutionaliteit. Menig liberaal van den volgenden
dag zal liet masker laten vallen, nu een waarlijk vrijzinnig
ministerie, zonder transactiën, zonder aanzien van personen,
bet welzijn van het geheéle vaderland boven dat van enkele
bevoorregten zal gaan stellen.
Het is deze categorie van mannen, die, vreezen wij, zoo
binnen als buiten de Kamer, de gelederen der tegenslandeis
van den heer Thoebecke aanzienlijk zal versterkenenmet
den naam van liberaal.. Ie zijn, de zwarigheden, waarmede
het ministerie zal te kampen hebben, niet weinig zal vei-
meerderen. De liberale pers zal wel doen, hij hare pogingen
ter ondersteuning van het ministerie in zijne moeijehjke taak
ook op die soort van lieden een waakzaam oog te hebben.
Eene der eerste verrigtingen van Thoebecke heeft een bokje
op stal gezet uit de laatste verrigtingen van het aangeërfde.
Nu behoefden de landelijke burgemeesters, raden en secreta
rissen niet op dat bokje rond te rijden, om persoonlijk huis
aan huis billetten en registers voor de volkstelling te bren
gen en te halen. Ziet, een «ultra" als Thoebecke voelt nog
iets*fijner, dan een bezadigd" bureau-rekelwat met wel
voeglijkheid van gemeente-superieuren kan gevergd worden.
Andere bokjes zoo gaauw op zijde te werken, daar ware
zeker geen doen aan geweest. 'Maar ten minste zijn er aan
schrijvingen afgezonden" welke het meer doelmatige bevorde-
ren moeien.
In het Haagje is een Schildwacht verschenen., van wien
om -de 4 of 5 dagen een stuk vel schijnt te zullen uitgaan.
Gcmeene kranten gaan onder een zegel, uit, evenals gemeens
ridders onder een -starretje; de Schildwacht komt, wij willen
niet zeggen naakt en bloot, maar hoogverheven boven be
lasting-merken, die goed voor Michel zijn. Hij beeft post
gevattcgen het zoogenaamd" liberalisme en den »zoogenaam-
den" vooruitgang, evenwel niet tegen den zoogenaamden
Thoebecke, maar (naar 't schijnt) tegen Thoebecke zeiven.
Hij wil strijden voor Oranje en vaderland, als welke met die
zoogenaamdheden moeten te gronde gaan. Hij wil het con
stitutionele koningschap. Onze grondwetten zijn naar zijn
begrip allemaal inconstitutioneel geweest. Aan de nieuwe
Grondwet is reeds veel te veel gevolg gegeven. Zij dient
slechts tot voorbereiding voor de- republiek. Ook. het nieuwe
ministerie is tegen wil en dank geschonkenom genade te
vinden bij de drukpers. Grondwet en ministerie behooren
onder te doen voor de ware theorie van het constitutionele
koningschap. Wij kunnen hierom niet denken, dat de ko
ning of een Oranje-vorst dieh bilderdijkiaanschen Schildwacht
op zijnen post zou hebben gezet. Zooveel dubbelhartigheid
willen wij liefst niet in Oranje vermoeden. De Schildwacht
zal op eigen gezag en uit eigene liefhebberij hebben post
"evat om zijne regering tegen te werken. Volgens hem is
nu de regering ook krachteloos. Reeds waren onze mannen
van invloed aan onze hoogé scholen met de dwaalleer besmet.
De verdeeling in drie magten deugt volstrekt niet: want zij
onderwerpt den koning aan de wet en aan de regterlijke
magt. Zonder centralisatie kan geene regering goed zijn.
De koning is niet voor het volk, maar het volk is voor den
koning. De Arnke'msche courant is nog onverstandiger nacht
merrie, dan de Nieuwe rotterdamsche. In één woord, het
ministerie Thobbecke is eene zure, maar misschien noodzake
lijke, overgangs-periode. Wij zullen er gaauw genoeg van
hebben, en dan komt de Schildwacht in zijn knollentuin.
Dan hebben 'de volks-souvereiniteit en die beroerde vcrkiczin-
gen uitgebonjourden op volgende vellen hopen wij te lezen
dat dan de Grondwet door Gods genade zal worden herscha
pen in een constitutioneel koningschap, of, duidelijker ge
zegd in een zuiver czaarschap. De Schildwacht zal er wel
hoUe langer hoe minder doekjes om winden. En dat is ook.
te hopen: dan weten wij, hoe wij 't met hem hebben. Reeds
is zijn boekje eene leerzame en onopgesmukte verzameling der
stellingen van den zoogenaamden domper. Er blijft nog bij te
wenschen, dat bij'die stellingen niet enkel voordrageen aan-
dringe, maar ze ook betooge cn met bewijzen of althans met
grondige' redenering stave. Dan kan zijn boekje voor een
gedeeite, nuttig worden, tegen die inderdaad-zoogenaamde libe
ralen welke de echt-liberale plank wel eens misslaan; en ons,
voor een ander'gedeeltehelpen behoedzaam maken tegen die
antiliberale pretensiën welke weder niet zullen stilzittenwan
neer eens onze Grondwet *wordt voorgenomen om van inge-
smokkelde verkeerdheden te worden gezuiverd.
LI. Vrijdag had Zierikzee, het volgende, plaats dat op nieuw
hélder doet uitkomen, hoe onbillijk de ambtenaren dikwerf
in de uitvoering hunner betrekking zijn, en welke baatzuch
tige bedoelingen zij bij hunne zoogenaamde pligtsvervulling
veelal op 't oog hebben:
De Directie der stoomboot Stad Zierikzee, eene nieuwe la
ding steenkolen ontvangen hebbende, wenschte, alvorens de
zelve in hare gewone bergplaats te losseneen restant van
'ongeveer 100 Mud kolen van vroeger inslag, daar nog aan
wezig naar eene andere bergplaats over te brengenten ein
de dezelve voor consumtie te laten dienen. Daar echter deze
kolen als oorspronkelijk voor de dienst der Boot zelve be-
stemd'zijndede gewone regten niet betaald hadden begaf de
gema-tigde der Directie, die geen het minste denkbeeld van
sluiken koesterde, zich vooraf naar het kantoor van den heer
Rijks-ontvangerten einde ZEd. van het voornemen der Di
rectie te verwittigen en verlof tot het transporteren te erlan
gen, welk verlof hem dan ook verleend werd, onder verplig-
ting' de opmeting in tegenwoordigheid van twee der Rijks
ambtenaren te doen plaats hebben. Spoedig werd nu een be
gin met de uitvoering gemaakt; doch zie, naauwelijks zijn
een 30tal mudden overgebragt of daar verschijnt de Sted. Com.
SI. v. d. Have, en schorst de dragers in hunne werkzaamheden,
deze wenden zich nu tot hunnen lastgever en aan dien wordt,
op zijne vraag: waarom de dragers belet worden voort te
gaan? door den commies geantwoord, dat van deze kolen
geene aangifte bij het stedelijk octrooi was geschied. De ge-
niagtigde. der Directie, die nu het verzuim inzag, een ver
zuim, zooveel, te meer vergevelijk, omdat de geëmpfoijeerden
der Boot in die betrekking nimmer iets met de stedelijke
ambtenaren te maken hebben noodigde van der Have vrien
delijk uit zich nog in den kelder te begeven, van de twee
daar zijnde Rijks-ambtenaren (immers zeer respectabele en ge
loofwaardige personen?!) het getal der reeds vervoerde mud
den op te nemen en overigens bij de verdere opmeting tegen
woordig te blijven, zijnde dan, zoo hij billijk meende, alles
weder op orde en het verzuim volkomen hersteld, Dit mogt
echter volstrekt niet geschieden. Commiezen hebben in den re
gel een heel scherpzinnig verstand en beschouwen de zaken met
gansch andere oogen als een gewoon burgermenschen M.
van der Have is al een bolleboos. Proces-verbaal zou er gemaakt
worden. Schikken?o, dat was niet mogelijk, en de Directie
had het liefelijke voorujtzigtbij eene strenge toepassing van
de letterlijke bepaling der wet eene geldboete van eventjes
f 500 te kunnen betalen. Doch wie betaalt nu .voor zulk een
nietigheid gaarne f 500zoolang er nog iets tegen te doen is?
Na veel heen en weer loopenhet aauhooren van een v.racht
complimenten van de snoevende commiezen en meer dergelijke
aardighedendie inwendig het bloed doen kokenmogt het
de Directie gelukken tegen betaling eener som den f6, te
transigeren en alzoo de zaak uit de wereld te maken.
[Zoo lang zulke omstandigheden nog in een land kunnen
plaats hebben waarbij de eerlijke burger een slaaf der wille-
kcurigsle belastingwetten en ambtenaren isachten wij het
eene bittere spotternij van vrijheid te spreken. Mogen wij in
dit opzigt waarlijk meer vrij worden! Het voornaamste wat
ons nood doet!]
Door den Minister van Financiën daartoe gemagtigd bij ko
ninklijk besluit van den 12 November 1849, is ter algemeene
kennis gebragt:
1.° dat van maandag 3 December tot en met zaturdag 15
December 1849, de daarinvailende' zondag uitgezonderd, als
mede op maandag en dingsdag 17 en 18 dier maand, bij de
Nederlandsche Bank en bij de betaalmeesters in de Arron
dissementen, met uitzondering van dien te Amsterdam, op
de gewone kantoor-uren ten inwisseling kunnen worden aan
geboden
De stukken van vijf en twintig centen volgens de wet van
'den 28sten September 1816 (Staatsblad n.° 50) geslagen;
2.° dat de inwisseling der 25centsstukken zal plaats hebben
tegen nieuwe zilveren munten hetzij standpenningen hetzij
pasmunten
3." dat, bij tijdelijke ongenoegzaamheid der kassendoor de
betaalmeesters zullen worden afgegeven bewijzen op de Neder
landsche Bank te Amsterdambij vertoon aldaar betaalbaar
als onder 2.° vermeld, of bewijzen bij hen zeiven, mede in
dier voege betaalbaar vijf dagen na dato, en zulks naar keuze
door de belanghebbenden te doen bij dc inwisseling der stuk
ken van 25 centen;
4.° dat de ontvangers der belastingen de inwisseling zullen
«bevorderen door overneming, tot -en met 18 December aan
staande, van de voormelde stukken van 25 centen tegen nieuwe
speciën zooveel hunne kassen dit toelaten
5.° dat dc gedachte stukken van 25 centen met den 16den
December 1849 buiten omloop worden gesteld en dien ten
gevolge niet meer in betalingen voor de schatkist zullen aan
genomen wordennoch door de ingezetenen zullen behoeven
te worden aangenomen.
De kerkeraad der Hervormde gemeente van Boxmeer ei
Sambeek berigt ontvangen hebbende, dat Ds. Kremer predi
kant te Ileeze c. a.voor het beroep heeft bedanktheeft
den minister verzocht nu Ds. Reijers predikant te Diepen
veenaan Z. Maj., als collator van Boxmeer, ter benoeming
voor te dragen.