mMM
NIEUWS- Ei
ADYERTENTIE-BLAD.
24 November 4849.
N°. 47.
S&mmÊk
Heeren Geahonneerden huiten de staddie het ver
schuldigde van vorige kwartalen nog niet voldaan heb
benworden verzocht dit vóór het einde dezer maand
franco te willen doen; zullendë anders de vrijheid ge
nomen worden er over te disponerenmet de kosten
der dispositie.
Ondersteuning van liet Ministerie.
KALEIDOSKOOP
3WOLLE, DEVENTER.
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer,
Zutphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden^
overal elders franco per postÖT/j0001, Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Adverlentién is van dén tot vyf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be
halve 35cent zegelregt bij iedere plaatsing.
ZCTPI1EW, APELDOORN.
De AdvertentiSn moeten vóór Vrijdag middag vier
uur ter Drukkerij te Deventer rijn ingezonden.
3111e toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tieenk Willink;
Deventer, A. Ter Gunnb; ZutphenJ. H. Mellwk;
ApeldoornB. Gunning.
Bij de algemeene vreugde, dat eindelijk de man, aan wien
Nederland boven allen de herziening zijner grondweten alzoo
het neerhalen van den slagboom tegen grondige verbeteringen
te danken heeft, en bij de voldoening, welke de liberale bla
den daarover aan den dag legden klonk de opwekking eenig-
zins vreemd, welke één dezer, de pieuwc Roti. Courantzij
nen kleurgenooten deed hoorendat alle eenparig het thans
aan het bewind gekomen ministerie mogten ondersteunen.
Heeft dit ministerie niet de vlag in top, waaronder de libe
rale bladen jaren lang gestreden hebben? Verwachten zij er
niet de verwezenlijking van van datgene, naar hetwelk zij
met inspanning aller krachten.jaren lang streefden?
Die opwekking zou dus bijna schijnen geen zin te hebben,
dan dien van zich te verbinden tot eene onvoorwaardelijke
goedkeuring van alle maatregelenwelke dit ministerie zal
nemen of voorstellen. Maar dit ware eene groote verkeerd
heid zich goedsmoeds aan een band te leggen om blindelings
te prijzenzijn oordeel tot eene partijdige eenzijdigheid be
perken. Het beoordeelenhet afkeuren, het bevitten zelfs
van regeringsvoorstellen is in "een constilutionelen staat noodig
en wenschelijk, opdat zij van alle zijden beschouwd worden.
Met dit laatste zullen nu zeker de liberale bladen, die tot
heden organen der oppositie waren, zich niet afgeven, en
zulks wordt uit den aard de taak der behoudsbladen doch
een naauwkeurig onderzoek en een vrij oordeel moeten ook
de liberale bladen zich blijven voorbehouden.
Met eene onbepaalde goedkeuring en ondersteuning in alles
zonder onderzoek zouden de mannendie het tegenwoordig
ministerie uitmaken, ook slecht gediend zijn, wier verstand,
bekwaamheden en constitutionele zin met volle regt doen
vooronderstellen, dat zij voor hunne voorstellen geene andere
zege verlangen, dan die, welke het overwegend genie, de
heldere zin en het tastbare nut aan dezelve verzekeren, ter
wijl zij met graagte van zulke aanmerkingen zullen gebruik
maken welke strekken kunnen oni die eigenschappen te ver
sterken. Wanneer zij op zulke voorstellen aangevallen en in
hunne maatregelen gedwarsboomd wórden door de partij
welke tot hiertoe heerschte, dan zullen voorzeker de liberale
bladen behoudens hunne aanmerkingen niet nalaten als één
man de inzigten der Regering, dat zijn hunne eigene inzig-
ten te verdedigen; en geen zal het in de gedachten nemen,
't zij uit zucht tot eene oppositie quand mème't zij otn
persoonlijke bedoelingen naar mogelijke zwarigheden ejp gron
den tot tegenstreven te gaan zoeken.
Zoo zou men denken; en toch blijkt reeds uit eenige voor
beelden dat de vermaning van de N. Roti. Cour. niet zoo
geheel ten onregte geschied is*- Wij zwijgen van anderen
wier aanval te lomp en wier onbekendheid met personen en
zaken te tastbaar is, om er een woord tegen te verspillen
maar in den Overijssel staan een paar brievendie door al
de welvoegelijkheid en geleerdheid heen, de spijt schijnen te
doen uitkomen over de zamenstelling van het Ministerie, zoo
als deze is, en een streven om bij voorraat! reeds de moeijc-
lijkheden op te werpen, waarmede de heer Thorbecke in t
vervolg zwaar genoeg zal hebben te worstelen. Er schijnt
nog wat uit die brieven te spreken; t is of zij zeiden, da
het niet genoeg was, dat er twee uit Zwolle in het ministe
rie zittenmaar dat er nog een derde Zwolsche bij had moe
ten zijn. Doch wij willen nu maar doen, alsot wij dit met
hoorden. - m s
De briefschrijver roept den minister Thorbecke hetgedenk
dal gij een mensch zijt toenu hij op het toppunt van eer en
aanzien in den slaat geplaatst isterwijl zijn werkkring lot
nog toe zuiver didactisch, eerst op de cathederdaarna ook m
de Tweede Kamer was. Dat de heer Thorbecke gelijken werk
kring in zijne betrekking als hoogleeraar en die als lid dei-
Tweede Kamer zou gehad hebben, lijkt raadselachtig, want
de volksvertegenwoordigers zijn geen professoren. De oplos
sing van dit raadsel is echter niet moeijelijk, wanneer men
weet., dat de behoudslui in de Kamer en wie verder tegen
den heer Thorbecke niet opgewassen waren, als hij hen mat
gezet had, zich gewoon waren te troosten met de vernuftige
toespeling de schoolvos is weer bezig geweest.
De briefschrijver zegt s Het kan u nuttig zijn de ontdek
king te maken, dat gij aan de omstandigheden uwe verhet-
»fing verschuldigd zijt, en niet aan den dunkdien men
van uwe geoefendheid als Staatsman heeft. Die redeneiing
gaat zwaar mank: want het was juist de dunk van Thorbeckes
bekwaamheden., welke de omstandigheden heeft doen ontstaan
waardoor zijne benoeming onvermijdelijk werd.^ Deze benoe-
JUUl iijiic - j j
ming moet den briefschrijver wel zorg verwekkenwant, vol
gens zijn gevoelen, was het eene dwaling, die de oogen op
den heer Thorbecke deed slaan, en hem van professor minis
ter maakte! Het moet ook wel waar zijn, want zijne lessen
over de grondwet hebben de voortreffelijke grondwet van 1840
doen vallen, en bij onze natie zoo krachtdadig den lust he pen
opwekken tot »al dat politiek gerabbel, een tijdverslindend
gesnap en gelees van politieke beschouwingen, die mets ach
ter laten." Zoo noemt hij het beetje deelneming, twelk onze
natie in 's lands hooge belangen betoont!
Verder neemt hij in bescherming de grondwet van 18K>
en 1840, de vroegere geleerdheid de hooge scholen of
schoon wij geen geleerden van belang meer hebben en W
er in de wetenschap allersoberst uitziet - zelfs het gesloopte
Athenaeum van Franeker- ofschoon er geene studente*
meer waren en de grietmannen. Ei spieekt uit dit alles
een merkelijke terugkeer van een liberaal man; want wilde
hij hier niet voor doorgaan dan zou hij niet schrijven in eenj
Doch hij zal de eenige niet zijn, die, nu het ernst met de/
constitutionele grondbeginsels en /njz>nnige bepalingen der
herziene grondwet gaat wordennüggclingsche '^schreden doen
zal. Menigeen, die er niet tegenop zag liberaal te heeten
zoo lang het zoowat een liberaal 'Spelen gaan w$s»zal terug
deinzen voor de werkelijke toepasS^pèli verwezenlijking dier
vC' C
91