Kt
lIElfIS- Ei
A9VERTEWTIE-BLAB,
10 November 1849.
N°. 45.
KALEIDOSKOOP
ZWOLLE, DEVENTER
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
Prijs van het abonnement is voor ZwolleDeventer
Zutphen en Apeldoorn 73 cent in de drie maanden;
overal elders franco per post87'/2cent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advertenliën is van één'tot vijf regels
30 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be-
alve 55 cent z?gelregt bij iedere plaatsing.
ZUTPHEN, APELDOORN.
De AdvertentiGn moeten vóór Vrijdag middag vier
uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink;
DeventerA. Ter Günne; ZutphenJ. H.Melukk;
ApeldoornB. Gunning.
LEERING.
Zelden had de liberale pers aanleiding tot juichen, zeld
zamer nog billijkte de uitkomst den reeds aangeheven juich
toon. Toen Willem II. in de openingrede van 1847 aankon
digde, dat de overtuiging der noodzakelijkheid van het wijzi
gen der grondwet eindelijk was gekomen werd die verklaring
met gejuich ontvangende 27 voorstellen van den 9 maart
1848 tot verduidelijking en wijziging der grondwet deden dat
juichen spoedig verstommen. Toen dezelfde koning, verschrikt
door de beroeringen en omkeeringen in de meeste staten van
Europa, het woord vooruitgang uitsprak, werd op nieuw ge
juicht; het ministerie Schimmelpenmnck en zijne plannen smoor
den dra dien juichtoon. De benoeming van het ministerie
Donker -de Kempenaer deed weder den juichtoon aanhef
fen wat dat ministerie deed en naliet heeft zulks in de bit
terste klaagtoonen veranderd.
Aan alles komt een einde, en zoo ook aan de halstarrig-
heidwaarmede het ministerie de Kempenaer, in weerwil van
de algemeene afkeuring zoo buiten als binnen de kamer, uit
vrees voor den opvolger met hand en tand werd vastgehou
den. Men heeft het moeteq laten glippen en na 6 weken
zoekens en intrigerens strijden kan men het niet noemen
want er stelde zich niemand als vijand heeft men toch
den gevreesde moeten aannemen. Zullen wij nu weder jui
chen? O zeker. De aanleiding er toe was tot dus verre zoo
zeldzaam: zouden wij het dan nalaten, wanneer er waarlijk
reden toe bestaat? Al viel ook de verwachting op dit ministe
rie tegen, al moest later blijken, dat hetzelve, hetzij door
gemis aan overeenstemming, hetzij door te groote tegenwer
king, of door het terugnemen door den vorst van zijn ver
trouwen niet dat goede tot stand had kunnen brengen
'twelk ruen er van hoopte, toch zou er alleen reeds daarom
stof tot juichen bestaan, 'dat de openbare meening in Neder
land tot dien wasdom is gekomen, dat zij invloed oefent, dat
zij de uiterste pogingen der hofkliek heeft verijdeld, dat zij
ieder ander voor het aanvaarden eener portefeuille heeft doen
terugdeinzen, dat zij elk ander dan een ministerie Tuorbecke
onmogelijk heeft gemaakt.
Maar er is meer. Gehalte en karakter der leden van dit
ministerie geven den best mogclijken waarborg. De afgetreden
minister de Kempenaer verdedigde zijnen overgang tot andere
zienswijze daarmede, dat men, op hoóger standpunt ver-
rplaatst, een ander gezigt op de zaken krijgt. Dit is ook waar
voor middelmatige verstanden, of voor hen die te weinig on
derleid en zonder genoegzame oefening eene verheven taak op
zich nemenmaar het personeel van het thans aangestelde
ministerie behoort tot de zoodanigen niet, en zal bij zijne
plaatsneming op de hooge sporte, zoo bijzonder veel niet ont
dekken, 'twelk studie en ondervinding niet reeds voor lang
had doen kennen. Het bekende karakter der meesten ont
neemt verder allen redelijken grond om verandering van ge
voelens, om ecnige transactie, om zelfs de minste weifeling
te duchten.
\oor wij echter onzen nieuwen toestand en onze nieuwe
ministers nader in oogenschouw nemen willen wij nog even
stil staan bij de treurige ondervindingdat men in zulke
dringende tijdsomstandigheden, 's lands zaken tot eenen stil-
stand heeft kunnên doemen van 8 volle weken. Onbereken
baar zijn de nadeelen welke zulk een stilstand met zich voèh;
slechts "één voordeel kan er uit afgeleid worden: dat het we
der een sprekend bewijs voor de natie zijn kan dat hare be
langen slecht behartigd worden wanneer zij zich hardnekkig
van alle blijken van deelneming onthoudt. Zoo sterk is reeds
eene vast gevestigde openbare meeningdat zij de pogingen van
de meestvermogenden in den lande ook zonder eenigen strijd
kan verijdelenmaar had die meening zich met eenige veer
kracht kenbaar gemaaktgeene 8 weken zouden verloren ge
gaan zijn geen troep hovelingen zou vermogen den man dier
openbare meening, en met hem de natie, zes weken lang te
verguizen.
Het Handelsblad wijdt in zijn No. van 27 October een gansch
artikel aan de vraag: Is de natie flaauwhartig? Als zij het
nog niet was, zou zij het worden van zulke flaauwhartige ar
tikels. Het Handelsblad erkent, dat het de lage intrigues van
hovelingen warendie den algemeenen wensch en de door
allen erkende behoefte van het oogenblik bespottedenhet
schijnt zelfs te gevoelen dat de vernederingen en de beleedi-
gingenden heer Tuorbecke aangedaan, zoo goed als der natie
werden aangedaan, en toch verheugt het er zich in, dat het
gemis aan politiek leven zoo groot is, dat zulke handelingen
der regering lijdelijk worden verdragen. In vele andere con
stitutionele landen zegt het HB.zoude het bij eene ministeriële
crisis, die slechts half zoo lang duurde als de tegenwoordige,
en althans na het berigt van eene den voorstander der libe
rale beginselen aangedane verguizing, als die welke de heer
Tuorbecke schijnt te hebben ondervonden voorzeker niet aan
publieke minif'eslaticn hebben ontbroken. Volksvergaderingen,
petitiënadressen pamfletten en wat niet al zouden in me
nigte zijn voor den dag gekomen.
«Hier te lande niets van dit alles; voor het uiterlijke is alles
kalm en bedaard inwendig is men misnoegd over dezen lan-
<>en duur der crisis, over het stilzwijgen der Staats-Courant
over het niet bijeen' komen der Kamer, over het wantrouwen
in Tuorbecke gesteld, over de intrigues van het hof; maar het
komt, Goddank, tot geene demonstratie, tot geene beweging,
die naar buiten werkt."
Wat eene beweging isdie naar buiten werktweten wij
nietmaar wel weten wijdat er gedurende al dien tijd bij
de natie geene beweging hoegenaamd was. Publieke demon
straties zijn noch te wenscheu noch van onzen landaard te
vreezen, maar bijeenkomsten van kiezers, het opstellen van
petities met openbaarmaking van den inhoudadressen ter
ontmaskering van de valsche raadgevers, en ter uitdrukking
van het leedwezen over de miskenning van 's lands ware be
langen zouden bewijzen geweest zijn van deelneming en be
langstelling der burgerij en in het welzijn van het vaderland
die, hoé vreedzaam ook, niet nalaten eene groote kracht uit
te oefenen. Maar het volstrekte gemis van dat alles, het on
verschillig zijn voor den gang dis zijken de vadsigheid zon--
dra het de algemeene belangen "geldtte billijken, dat geene
flauwhartigheid te willen genoemd hebben maar het te ver
bloemen met den naam van vastberaden kalmteis de natie te
misleiden, haar stijven in lraar hoofdgebrek, is trachten Moor
laffe vleijerijen haar verder te bederven. -