'a de residentie, om/£e beprotvenj eene combinatie tot stand •v/tfpb*engen welke denfftronirig zouden kunnen worden aangc- ■A 'bgdèn. 'fli] hadden zigIJ met den heer van Bosse in verband gesteld»; A-Iie andere geruchten waren van grond ontbloot. Was-al|oo de toeleg,, om het bordeel der natie omtrent '8en heer Thorbecke te verso^llteh^. mislukt, men had intus- .schen tijd gewonnen pMt welk vcis'r de plannen der hofkliek onontbeerlijk wasen ïbaarva'n zij zichsedert eene reeks vail; jafen zoo goed weet te bedienen. vervolg hierna.) En die goudbonte pokkelkrommers om en aan het hof, teren zij er nog niet genoeg van mede? Moeten zij óók nog den koning verwarren in een net van kuiperijen? Meenen zij dat de koning meer voor hen dan voor de natie te zor gen heeft? Dan is 't waarlijk niet vreemd, als de koning hen ontvlugt naar 't Looen als een gerucht den koning het voornemen toeschrijft om den winter in Amsterdam door te brengen. Er mogen dan al mooije liedjes verschenen zijn welke deze en gene op den koning toepast, wij laten ons nog niet alle hoop en vertrouwen benemen op die ongeveinsdheid' en opregtheid welke door velen aan den koning wordt toe geschreven. En waaldijk, het wordt tijd, dat Oranje de han den vrij en ruim houde, onï te tnoncn, dat het aan Neder land getrouw is, en dat het niet enorme schatten van de natie trekt om haar te hoonen en te- trappen. Uit Noord-hollandsch weekblad van 13 oct. 1849, no. 43: i> Verwacht spoedig aldaar" (te Monnickendam) «verknoping van eene partij ©IJ© gOIEUÜPAPIEEt j uitmakende de volks-leesbibliotheek van liet departement der maatschappij tot Nut van 't Algemeen." Uit De echo des volks van 13 oct. 1849, no, 41 »0 dat volk" (van Nederland), «het is zoo goed, het is zoo geduldig, het zijn schaapjes die zich zoo maar laten sche ren; ja het is een grootmoedig, een vaderland- en vorstlie- vend volk het hecht zich aan oranje als een eikenboom aan de klimop!" (Zeer jammer dat de Echo hierop aanstonds zijne geestigheid verduidelijkt, alsof hij er zelf over verwonderd stond.) Eeo licIcB*MiakcrS"2i®«l|©. De lileeding maoUl, den man. Wij hebben 'L lang geweten. En constitutie kan Het groote staatskleed lieeten. Doch hiertoe kwain nog nooit-, helaas, De regte snijdersbaas. (Naar het inofsch.) RfederiaaasSsclse agneffl-drcBaai» Maar als de lappedieven-knechten Een' nieuwen rok eerst hier en daar Eens gaauw verknippen met de schaar. En oude vodden er in vlechten, Dan komt hij kant en klaar! In de 's Gravenhaagsche Nieuwsb. van 24 dezer leest men »In afwachting dat de Staats-Courant van overmorgen of welligt reeds die van morgen de ontknooping der ministeriële crisis berigte, meenen wij met eenige zekerheid reeds heden te kunnen melden dat de heer Thorbecke den hem opgedra gen last heeft nedergelegd. Was de hoogleeraar eensdeels slechts geslaagd in eene ge deeltelijke aanwijzing van mannen die met zijn hooggeleerde een ministerie zouden helpen vormen anderdeels heeft hij te vergeefs getracht met deze mannen, overeenkomstig 'sKonings opdragteen stelsel te ontwerpeneen programma in ge schrift te brengen. Gemis van voltalligheid en mangel aan homogeniteit mogen mitsdien voor de redenen worden gehoudendie den heer Thorbecke van verdere bemoeijenis hebben doen afzien of ontslaan. Er zal dus weder een ministerie optreden, waaraan de heer Thorbecke geen deel heeft. Omtrent de namen, die dat ministeriè zullen uitmaken onthouden wij ons van gissing, te-meer daar zeer spoedig eene officieële mededeeling allen twijfel dienaangaande zal wegnemen. Maar dit iaat zich, onzes inziens, toch vooraf reeds bepalen, dat, welke nieuwe namen ook mogen verno men wordengeen nieuw stelsel dat van, het afgetreden mi nisterie vervangen zal. Zoo zal dan de uitslag dezer ministeriële crisis nu hoogstens eene verwisseling van personen opleveren. Moge zij strekken tot welzijn des vaderlands, maar toch ook tevens niet doen voorbijzien hoe veel, bij eenen strijd van personen, op het spel wordt gezet, en hoe rnoeijelijk het valt, te verbeteren wat goed is. La critique est aiseemais Vart est difficile. Met andere woorden: Aanmerkingen te maken is gemakkelijk, maar rnoeijelijk is de kunst. Dat gaat in alle zaken doorook in het staatkundige." Daar dit blad van Regeringswege geïnspireerd wordt ge houden kan men hieruit zoo tamelijk opmaken wat men te verwachten heeft. Daar de tijd-voor zulke grove mystifica ties echter over. schijnt, en het volk en de Tweede Kamer tot meerdere staatkundige verlichting gekomen zijn gaan wij, vreezen wij, groote gebeurtenissen te gemoet. Mogen zij niet op 't hoofd der bewerkers neerkomen! Naar men uit 's Hage meldt, meent men aldaar, dat er bij de vergevorderde tijd geene mogelijkheid meer bestaat, om de begrooting van het rijk voor het jaar 1850 op eene be hoorlijke geregelde wijze vóór dien tijd bij de kamers te doen onderzoeken en behandelen. Bovendien houdt men het er voor, dat, wanneer er eerstdaags een ministerie mogt optre den,' die begrooting zal worden ingetrokken en zij eene ge- heele herziening zal ondergaan. Er zullen alzoo, naar alle waarschijnlijkheid, aan de Kamers krediet-wetten woi den voorgedragen, in afwachting dat de eerste begiooting onder de gewijzigde Grondwet zal kunnen tot stand komen. Prins FeederiK der Nederlanden is nog steeds degene, die zich het meest met de staatkundige aangelegenhedenbepaal delijk met de vorming van een nieuw ministeriebezig houdt. Nog slechts weinige dagen geleden was de heer Lichtenvelt dikwijls tot laat fn den nacht bij den broeder van wijlen Willem II. Men heeft de opmerking gemaakt dat de heer Lichtenvelt in verscheiden opzigten veel overeenkomst heelt met van Doorn, tijdens die heer nog minister was. Intus- schen moet prins Fredesik hoogst onvergenoegd zijn over den tegènwoordigén loop der gebeurtenissen onverholen heeft Z. K. II., zegt men, zijne ontevredenheid te kennen gege-- ven, dat hij niet bij het geboortefeest van zijn zwager, den koning van Pmissen heeft kunnen aanwezig zijn. Zijne gade is hem nog steeds wachtende. Het gerucht, dat de koning niet zeer met de bevolking van 's Hage is ingenomenen daarom des winters te Amsterdam wil gaan wonenbhjft stand houden. Spoedig zal men iets naders dienaangaande weten. Uit de groote dagbladen zult gij de bevordering van eenige officieren hebben vernomen. Algemeen worden cl ie officieren volkomen waardig geacht voor den hsogeren rang hun verleend» Of dit echter volkomen van toepassing op jonkheer de Hazebömme is, die van luitenant-kolonel tot colo nel bij den grooten staf is bevorderd, zal ik in het midden laten. Men wil dat die hoofd-officier zich veelzeer veel laat welgevallenwat de graaf van Byland niet zoude heb ben verduurd. S. d. H. LEEUWARDEN, den 21 October. De vergadering van kiesgeregtigdenuitgeschreven door het bestuur namens de politieke vereeniging, onder den naam van Vooruitganghad alhier op den 19 dezer plaats, om zich zoo mogelijk ééns te maken over een candidaat als lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, in stede van den heer Mr. Binse Albaeda. Een betrekkelijk gering getal was opgekomenwelligt ver oorzaakt door den drukken marktdag, die het althans voor menig stedeling zeer rnoeijelijk maakte, mogelijk ook.wijl de public spirit over het algemeen, maar ook alhier, zeer luttel is! Evenwel waren er verscheidene personen uit de overige districten afgezonden om zich zoo mogelijk bij dezelfde keuze te kunnen bepalen. Door het bureau werd Mr. Anne Fran- ciscüs Jongstra, advocaat te Heerenveen, als candidaat voor gesteld, waarbij door eenige aanwezigen nog vier anderen gevoegd werdendoch met a'gemeene stemmen werd beslo ten den heer Jongstra als candidaat aan te bevelen. Men zegt, dat de heer L. var Vliet, van 'sHagc, vele pogingen heeft aangewend om bij deze vergaderingzoowei als bij de eergisteren gehouden bijeenkomst, althans in eenige aanmerking te komen; het schijnt evenwel, dat die vlieger niet is opgegaanniettegenstaande zijn edele in persoon deze vergadering heeft gemeend te moeten bijwonen.(OBoüdewijn!) [Het voormalige academiegebouw te Franeker zal in een krankzinnigengesticht worden herschapen. Men vermoedt dat Boudewijn's bestemming hierheen was, cn hij bij vergissing te Leeuwarden beland is.] Over de verregaande brutale onbeschaamdheid der Commie zen aan onze stadspoorten wordt van tijd tot tijd schrikkelijk geklaagd. K-offers van reizigers, pakken, zakken, alles wordt geopend en doorsnuffeld. Wanneer dusdanige handelingen plaats vinden in het bijzijn, onder de oogen van eigenaren, kan mogelijk zoo iets wettig zijnmaar goederenbij afwe zigheid van den eigenaar of diens gemagtigde, te openen is openbaar geweld plegen. In het Handelsbladdd. 16 Oct. II., lezen wij, dat de helft der goederen uit een gesloten mandje, geopend door de Ambtenaren aan de poortverdwenen was. (Dat geplunderde mandje is niet, dan onder protest, aange nomen. Die zaak zal vermoedelijk door regterlijk onderzoek tot klaarheid worden gebragt.) Is dit nu het "grondwettig gewaarborgde eigendomsregt eerbiedigen? Verstaat men alzoo

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 2