'1 NIEUWS- El ADVERTENTIE-BLAD. 27 October 1849. N°. 45. KALEIDOSKOOP ZWOLLE, ©EVENTEK, Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer, Zulplien en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden; overal elders franco per post8T/2cent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advertentlën is van één tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be- alve 35cent zegelregt bij iedere plaatsing. ZCTPHEN, APELDOORN. De AdvertentiSn moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. TjeeHk Willink; DeventerA. Ter Gukkjl; ZutphenJ. H. Mellink; ApeldoornB. Gunninq. De wegen der Hofkliek. Wij hebben in ons vorig nommer gezien dat het oorspron kelijk geen ernst was met de aftreding der ministersinte gendeel dat hunne aanvrage om ontslag een coup wasuit gedacht door de hofkliek, om hun eene meerderheid in de Tweede Kamer te verschaffen en daardoor hunne aanblijving mogelijk te maken. Daar die coup echter op de consequentie der Kamer geheel en al verongelukteen dus de heer de Kempenaer volstrekt onhoudbaar werdmoest er aan andere mannen gedacht worden, die, ofschoon men den koning had laten zeggen, dat hij een ministerie in den geest der Kamer verlangdedie leus ook wel met schik konden aannemen maar in waarheid in den geest van het aftredend ministerie d. i. van de hofkliek zouden voortarbeiden. Alzoo togen de agenten der hofkliek, de heeren Donker en Lightenvelt ttan het zoeken naar zulke mannenmaar ontvingen overal een Weigerend antwoorddaar ieder begreepdat door den wensch van het volk, door den geest der Kamer, door de eischen van ,het oogenblik de heer Tüorbecice als minister werd aangewezen die de grondwet gemaakt had die haar ook het best zou tot uitvoering brengen. Maar dat is juist het vreesselijkste spook voor de hofkliek. Hadden zij in der tijd niet kunnen belettendat Thorbecke de grondwet ontwierp, zij hadden hem toch, nadat het ont werp gereed was, als een uitgeperste citroen, ter zijde laten zetten, en hem, terwijl de ge'teggelijke heeren Donker Cdrtius en de Kempenaer tot ministers en grootkruisen verheven werden als staatsraad in buitengewone dienst, d. i. buiten dienst, naar huis gezonden. Daarmede meenden ze voor altoos van he.n af te zijn. Zijne grondwet, het is waar, was men genoodzaakt geweest te zien aannemenmaar de toepassing is toch het voornaamste. Zij is een dood element, zoolang de organieke wetten haar geen leven en tier geven. Dit had men tot hiertoe met het ministerie van den wel geverseerden advo- kaat zoo goed verhinderden hoopt men verder met zijne opvolgers te verhinderen. Maar Thorbecke is de man van de grondwet, en werd die thans minister, dan zou hij de grondwet consequent willen ten uitvoer leggenen al de plannen en vooruitzigten der hofkliek waren verijdeld. Den lastigen man echter die door ieder tot het ministerie werd aangewezen geheel buiten acht te latenwas ondoen lijk en zelfs gevaarlijk; de publieke opinie, hoe slaperig ook in Nederland was toch op dit punt helder ziende en luide. Thorbecke in die opinie te doen dalen hem het een of ander te laten doen, wat hem verdacht maakte, hem aan te zoe ken om minister te worden, hem zelfs uit te noodigen een ministerie naar zijne keuze voor te dragenmaar zoodat hij onmogelijk kon aannemen of slagen, en hem dan aan de natie voor te stellen als een gewoon opposant, die het wel der Regering weet moeijelijk te maken, maar niet in staat is zelf iets tot heil van het land te doenziedaar de plan nen van de hofkliek. Het is niet onbelangrijk de wegen na te gaanwelke zij daartoe insloegen ofschoon al de kron kelpaden nog in lange niet ontdekt zijn, zoo geven toch de loop der zaken en enkele omstandigheden genoeg kennelijke punten aan om den hoofdweg te kunnen volgen. Nadat de agenten der hofkliek 14 dagen hadd|n zoek ge maakt met dezen en genen te vergeefs te polsen, en het bleek, dat men Thorbecke niet zou kunnen voorbijgaan, moest men zien hem in eene combinatie te brengen met mannen van eene tegengestelde kleur. Dit had tweedei lei voordeelwanneer Thorbecke zich liet vangen. Vooreerst zouden zijne consequente maatregelen door de meerderheid zijner ambtgenooten worden vernietigd, ten tweede zou het schijnen, dat de natie zich in hem bedrogen had, en dat hij om der wille eener portefeuille zoo goed kon transigeren als ieder ander. Het is bekend, welke soort van coalitie men al zoo op het oog had. De 'sGravenhaagsche Nieuwsbode, geen officieel blad en welks berigten men telkens kan logen straffen gaf zulk eene combinatie op het waren de heeren Thorbecke, J. C. Baud, Sevenstern van den Bosch, Knol, van BosseLightenveltvan Heemstra, Mütsaers. Thorbecke stond hier alleen, zonder eenen zijner staatkundige vrienden, met een hoofdzuil van het behoudmet een paar onbekende heeren en verder leden van het aftredend ministerie; het was zoo goed als eene verloochening van Thorbecke zijner bekende gevoelens. Doch de streek had weinig geluk. Er was nie mand, die aan deze combinatie geloof sloeg, die ook stellig nimmer bestaan heeft dan in de'vurige wenschen der hof kliek. Spoedig heette het dan ookdat er onoverkomelijke mocijelijkheden tegen zulk eene zamenstclling bestonden dat de heeren Donker Cubtius en Lightenvelt bijeenkomsten ge had hadden met de heeren van Rosenthal en Thorbecke, dat deze zich in verband met den heer van Bosse gesteld haddenmaardat de heer Thorbecke geen personeel kon ver eenigen, hetwelk, toegerust met genoegzame kennis van het departementdat aan elk zou ivorden toevertrouwd met hem kon zamenwerken. De 's Gravenh, Nieuwsb. liet niet na de gevolgtrekkingen op te geven, welke de hofkliek wenschte dat hier uit de natie maken zou: »de heer Thorbecke had door allerlei middelen in de Kamer eene weifelende meerder heid gehadgroot genoegom aan de sommüeiten van het ministerie de portefeuilles ondragelijk te maken maar nu het er op aan komt hen te doen vervangen schijnt hij magleloos om zich te omringen van mannen van beproefde kunde, hoog genoeg in de algemeene schatting aangeschreven om aan bet hoofd der regering te kunnen worden geplaatst." Zoo, wenschte men, moest thans het publiek oordeelen maar het deed zulks niethet kon zulks ook niet doen want had niet ieder vaderlander de voorstellen der Regering evenzeer veroordeeld, als de leden der Kamer? De verwer ping en afkeuring dier voorstellen kon dus niet aan de ma- chinatiën van een enkel persoon worden toegeschreven, maar alleen aan den behoudenden geest en verdere gebreken dier voorstellen zelve. Ook was de kwaadaardigheid, om Thor becke voor te stellen als omringd van mannendie noch kunde noch achting bezatenal te lomp en te tastbaarom de verspreiders zulker lasteringen niet méér bloot te geven dan het voorwerp van hunnen haat en spot. Men vond ge raden den 's Gravenh. Nienwsb. in de Staatscourant formeel te logenstraffen. De heeren Thorbecke en Nederm. van Ro senthal, herigt de Staatse, van 11 Oct. ten einde alle ver keerde uitstrooisels tegen te gaanzijn door de heeren Ligh tenvelt en Donker Curtius opgeroepen en sedert eenige dagen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 1