DE BISSCHOP
BIJ HET C.BAF FAN WIJLEN DEN GENERAAL-MAJOOR
JL ffllCHIEIbS,
2Jen Junij 1849.
Maine Kieren en kraigsliedenMaine broeders in de naam
van onze Heore Jezus Christus
Het is mij als 't waore veurbehouden bai diese plegtige bc-
graövenisse eenige hartelijke woorden t.c spreken. We staon
bier als 't waorc an et graf van den Generaol Michiels; et
graf, waor alle menschelijke grootheid vcrdwaint. Waj be
wezen de laolste eer an ien braof en ien dapper kraigsman
die uitblonk deur zaine militaire kraigsoefeningen. Het is mai
veurbehouden, maine landgenoot (1) naor diese rustplaots tc
vergezellen, naor et graf, waor alle grootheid verdwaint.
Want wai menschen zain gel a i k an de rivieren die hienen
stróomen en op het lest in den grooten Oceaan verdelgen;
ja, als alle groote en klaine rivieren en bcekskes, loopen in
den grooten Oceaan en verdwainen. Stof zait gaio mensch!
en tot stof zult gai vergaon zegt het hailig Evangelie, cn
wai sterven alle daogen.
Het zou mai als priester niet staon zaine daoden en mili
taire kraigsoefeningen te vertellen. Die zouden in maine mond
ierder bezwalkt dan verdierlijkt worden.
0 Broeders! wai staon hier bai et graf, waor alles ophoudt
en verdwaint. Wai zain zaine plegtige bBraovenis.se gevolgt,
maorbroeders! mengen we hem ook voige, voige met onze
gedachte aan de overkant van' et graf, waorin hal nu rust.
Hal rust en we zien hem hier nooit weerom.
Rust zacht, Micihels Moge uwe ziel naor de zalige eeu
wigheid gaon! Yaorwc! Michiels, adieu
Dat er verschillende gevoelens bestaan omtrent het idee om
de Zuiderzee uit te pompen, verwondert ons volstrekt niet.
Maar het verwondert ons, dat men daar in den Haag zoo
weinig ooren naar heeft. Want indien de noodig g?achte 3-30
miilioen slechts bij stukjes en beetjes wierden opgenomen,
ware men in eens klaar. Het Amortisatie-syndicaat, de Han
delmaatschappij, de Haarlemmermeer, de vrijwillige leening,
zouden er maar kinderwerk bij zijn. Misschien... toont men
op het oogenblik zoo behoedzaam te zijn om casu quo op
op meer crediet te kunnen rekenen.
In Pruissen blijven de wetten in stand die niet met de
Constitutie strijden, tot dat daarin nader bij de wet zal zijn
voorzien. Bij ons worden de wetten al strijden zij met de
Grondwet, gehandhaafd tot dat zij achtcrvolgens door andere
worden vervangen". Onze overgang tot liet betere zou anders
te merkbaar geweest zijn.'
Indien" de couranten het ons goed hebben overgebriefd,
heeft Z. M. bij repliek op het antwoord der Tweede ka
mer, de vraag onbeslist voorgedragen, of Hoogstdezelve op-
regtelijk betreurde, dat dc gezamenlijke raadslieden, aan welke
hij zijn vertrouwen geschonken had, niet dezelfde overeen
stemming bij de Kamer hadden mogen vinden.
In het berigt aan de Tweede kamer wegens het verslag over
het armwezenkomt veel voor dat behartigende oplettendheid
verdient. Onder anderen wordt er in geklaagd over het
gemis eener zedelijke policie der armbesturen over hunne be
deelden. Ja waarlijk, het 'zedelijke blijft bitterlijk op den
achtergrond, niet alleen in policie over de bedeelden, maar
ook in policie over de geheele jeugd, (wij zouden er haast
bijvoegen, in policie over de regerendeo). Onze armbesturen
zijn voor verreweg het grootste gedeelte kerkelijk. Dat is een
geluk en een ongeluk te gehjk. Een geluk, omdat alzoo veel
giften worden verkregen van de wereld zoo als zij is. Een
ongeluk, omdat alzoo een burgerlijk ea gezamenlijk armbestuur
onmogelijk blijft. Een natuurlijk gevolg van kerkelijk armbe
stuur is 'kerkelijke policie over de bedeelden. Velen onzer le
zers zullen wel eens vernomen hebben van geweigerde bedec-
ling, om reden van geweigerde onderwerping aan kerkelijke
eischen. Des te meer is ecne zedelijke policie hoog noodig.
Deze zou ons, althans in een belangrijk deel van menschelijke
bemoeijing, eenen stap nader brengen tot het algemeenetot
het overal en uit zich zelf reine en ware. Deze zou langza
merhand de kracht van beginsel helpen ontnemen aam specu
latie op plasdankjes. Deze zou bijdragen tot eene betere en
menschelijker toekomst.
Maar hoe hebben wij het dan met Pio nono? Leert hij
voor- of achteruit? Is hij weder geheel priester, en een pries
ter als andere? Wel, als hij in den Haag kwam, hij zou
misschien niet eens tusschen Donker en van Doorn willen wan
delen. Wijst zijn vinger aan, op welke hoogte van den con
troleur de weersgesteldheid van de europische beschaving staat?
(1) Zijne Hoogwaardigheid is, bl.jkens zijn dialekt, even als Michiels
die te Maastricht geboren was, uit het Liiuburgsche.
Omtrent het nieuwe ministerie schijnt nog niets met zeker
heid bekend. De 's Gravenhaagsehe Nieuwsbode geeft me'
eeoige verzekering de volgende combinatie op:
Prof. Mr. R. J. Thorbecke, Binnen!. Zaken;
De oud-minister J. C. Baud, Koloniën;
Mr. P. G. Sevemsternprocureur-generaal bij het Prov. Ge-
regishof in Groningen, Justitie;
De schout-bij-nacht van den Bosch, Marine;
De gepensioneerde gêneraal-majoor Knol, Opilog;
Terwijl de tegenwoordige ministers van Financiën (Vlr. P.
P. van Bosse) Buitenlandsche Zaken (Mr. ij. A. Ligïitenvelt);
en der beide Eerediensten (S. baron van Heemstra mi mi. J.
A. Mutsaers) hunne portefeuilles zouden behouden.
In de Nederlander leest men het volgende
Er is te 's Hage bij welonderrigte lieden spraak van een
ministerie, waarin de heeren J. C. Baud, Fhorbecke en Tve-
dermeyer van Rosenthal zitting zouden nemen, naast de heeren
van Bosse, van Heemstra en Mutsaers.
n Wij behoeven niet tc zeggen, dat zich in een dergelijk
ministerie elementen van kunde, braafheid en gematigde vrij
zinnigheid zouden bevinden, die onze toejuiching zouden er
langen. Een dergelijk ministerie zou niet zijn een ministerie
Thorbecke in den zin waarin wij daarvan in ons vorig num
mer spraken.
«De aftreding van het ministerie de Kempenaar was in on
zen constitutioneelcn staat het natuurlijk en noodzakelijk ge-
volg van het niet vinden van overeenstemming en medewer
king bij de Staten-tieneraal cn vooral bij de Tweede Kamer.
Het ministerie verdiende die medewerking niet, omdat het
beginselen en denkbeelden op den voorgrond stelde, die niet
overeenkwamen met die van de Natie en van de meerderheid
barer Vertegenwoordigers, omdat het niet. handelde overeen
komstig de beginselen, van welke het zelf had verklaard te
willen uitgaan, en eindelijk, omdat het de gebeurtenissen
volgde, maar'die niet wist te leiden."
II.H. Curatoren van het Athenaeum te Deventer hebben dc
Prov. Overijss. Cour. verzocht het volgende te plaatsen .-
In het rapport door de commissiebelast met het onderzoek
van het verslag nopens den staat der hooge, middelbare cn
lagere scholen in de zitting van dc Tweede Kamer der Staten-
Gcneraal van den 11 Sept. 1849 uitgebragtwordt een on
gunstig oordeel geveld over het Athenaeum te Deventer. Dat
oordeel doet natuurlijk aan Curatoren van dit Athenaeum zeer
iced maar gelukkig mogen zij hetzelve grootcndeels toeschrijven
aan mindere bekendheid van de Heeren Rapporteurs met den
toestanden de hulpmiddelen dier inrigting. De commissie drukt
het gevoelen uit, dat hetzelve niet langer zoude mogen zijn eene
Akademie op een kleiner voelmaar ziek tot eene bloot propae-
deutische leerschool zoude moeten bepalen. Maar wanneer dan
toch heeft het Athenaeum te Deventer op de eer eener kleine
Akademie aanspraak gemaakt? Weet de Commissie dan niet,
dat men te Deventer juist datzelfde doel voor oogen houdt en
aan de verbetering en uitbreiding van het propaedeutisch
onderwijs de meeste zorg besteedt, met welk oogmerk reeds
voor een aantal jaren bij. de bestaande Professoraten afzonder
lijke leerstoelen voor de Vaderlandsche Geschiedenis en Let
terkunde en' voor de Kruid- en Scheidkunde zijn opgerigt?
Slechts in twee vakken, de Godgeleerdheid en de Regtsge-
leerdheid, kan men het aan het Atheneum te Deventer tot
een candidaats-csamen brengen. Maar heeft het Athenaeum
in deze vakken (vooral in de Regtsgeleerdheid) dan in evenre
digheid minder verdienstelijke leerlingen geleverd dan de Aka-
dernien? Het zoude niet moeijelijk vallen juist het tegendeel
te bewijzen en een groot aantal bekwame mannen op te noe
men die te Deventer hunne eerste opleiding hebben genoten.
In het voorbijgaan van het opgeheven Athenaeum te Fra-
neker sprekende, noemt de Commissie hetzelve die eens zoo
belangrijke Kweekschool van Iloogleeraren voor Legden en andere
Akudemien: alsof het Athenaeum te Deventer niet evenveel
aanspraak op dien eeretitel mogt maken als dat van Franeker.
Inderdaad ook in dit opzigt heeft het algemeen groote vcr-
pligting aan Deventer.
Nog spreekt de Commissie van de zoo beperkte hulpmiddelen
van het onderwijs aan Deventers Athenaeum, en gewaagt te
vens met eenigen ophef van de aanzienlijke verbeteringen elders
aangebragt. De Commissie schijnt dus niet te weten dat het
Athenaeum van Deventer in het bezit is van eene belangrijke
bibliotheek, die nog jaarlijks vermeerderd wordt, dat er eene
zeer goede gehoorzaal aanwezig is; dat een scheikundig labo
ratorium niet ontbreekt, en dat het Kabinet van nuluurkun-
dige werktuigen voor als nog dat van Amsterdam verre overtreft.
Verder moet opgemerkt worden dat het Athenaeum te
Deventer reeds werkelijk, zoo als de Commissie het wensche-
lijk acht, zijne gehoorzalen geopend heeft voor hen, die tot
verschillende takken van handel of nijverheid bestemd worden
of die, zonder de Akademische Studiën te willen volgen, ech
ter eene hoogere wetenschappelijke opleiding verlangen. Im-