NIEUWS- Ei ADVERTENTIE-BLAD. 21 Julij 1849. N°. 29. KALEIOOSKOOP. ZWOLLE DEVENTER, Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De Prijs van het abonnement is voor Zwolle, Levenier, Zulplien en Apeldoorn 15 cent ia de drie maanden; overal elders franco per postSl'/jcent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De$prijs dèï Advertentiön is van dén tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing. ZIJTPREN, APELDOORN. De AdvertentiSn moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer rijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk "Willis*; Deventer, k. Ter Güske ZulphenJ. II. Melurk; Apeldoorn, B. Gcnsisg. De ISegcE'iBig cii dc Natie. 111. Waarom was Willem I. zoo afkeerig van den togt der Duitsche landverhuizers over ons landdaar hij toch verstan dig genoeg was om de voordeelen aan het vervoer der emi granten verknochtte waarderenal kon toen ter tijd nog niemand berekenenwelk een aanwas die verhuizing nemen zou? Waarom werkte alzoo de Regering dat vervoer tegen en- deden zij de Duitschers naar andere wegen omzien? Om dat de Koning vreesde, dat eenigen zijner onderdanen zich door het voorbeeld zouden laten wegslepen en mede de reis aan vaarden en dat zou niet eervol voor zijne regering geweest zijn hij maakte er zich eene gloriole van dat zijn rijk steeds vermeerderde, namelijk in aantal zielen. Dat moest o. a. tot bewijs dienen van de voortreffelijkheid van zijn bestuur. Zie daar die nietige redenwaaraan wij het verloop van den Amerikaanschen handel en het verlies van de levering van den tabak aan Duitschland te danken hebben. Ziedaar wat voldoende is om bloeijende takken van welvaart te vernieti gen, wanneer de bedrijvers niet zelve toezien, maar hun heil van de regering wachten, en aan haar de zorg voor hunne belangen zorgeloos overlaten. Wilt gij voorbeelden van het schadelijke van dat overlaten aan eene zoogenaamde vaderlijke regering in een anderen zin, waar zij namelijk wel zorgt en wel onderneemtook Neder land, maar vooral Indië levert ze op, waar zij bij millioenen 's lands gelden heeft verdaan aan ondernemingen, die zij, vaak zonder kennis of oordeeldikwijls enkel om gunstelingen te bcvoordeelenin 't leven wilde roepen of beschermen. Zoo werd onbedachtzaam beproefd de cultures in te voeren in Bantam, ofschoon noch het karakter van den inlander, noch het klimaat, noch dc- aard der gronden er geschikt toe waren. Suiker- en tabakscontracten werden uitgegeven met groote ^.voorschotten. Van het een met liet ander is niets meer over dan de ruïnes der fabrijkgebouwen. Wat de schat kist alleen aan voorschotten bij de suikercontracten in Ban tam verloren heeft, bedraagt een millioen. Het verlies dei- schatkist door liet niet gelukken der tabaksonderneraingen al leen in Rembang en Samarang zal meer dan 15 ton bedragen. De zijdencultuur werd ondernomen, niettegenstaande in de archieven van het gouvernement te Batavia een relaas bestond van eene vroegere mislukte proef in 17281738, en een rapport, met al de klaarheid en het goede verstand, 'twelk onze voorouders kenmerkte, opgesteld, waarin met goede gronden betoogd is, waarom dc zijdenteelt op Java niet ge lukken kan. Niets is er van deze kostbare onderneming te- regt gekomen. Welke schatten heeft de poging om de thee cultuur in te voeren gekost? Ook de theecultuur staat opge geven te worden. Ziedaar millioenen zonder eenige vrucht verspild, behalve de min direkte nadeelen, de ontevredenheid der inlanders, over den nieuwen en vaak te zwaren arbeid, hun verloopen dien ten gevolge tot schade van andere cultu res, de verliezen van particuliere geldschieters, de ruïne der ondernemers. Jaren lang ging de bovengeschetste toestand zijn ongestoor- den gang: de Regering werd al vaderlijker, de Noord-Neder lander al doller en lijdzamer, tot eensklaps de opstand dei- Belgen een eind aan den slaap dreigde te maken. Doch verre van daar. Zelfs de afval van de eene helft des rijks opende de oogen noch van de eene noch van de andere. Niemand dacht er aanwat eene te bekrompen grondwetregtmatig verlangen naar uitbreiding van politieke regtennaar een beter beheer der geldmiddelennaar meerdere waarborgen vooral door openbaarheidtot dien afval konden hebben bij gedragen alles werd toegeschreven aan godsdiensthaat en na- tionalen afkeer. De Regering ging voort met hare voogdij over de natie op de ongehoai'dste wijze te misbruikende natie met hare duurste belangen te laten vertrappen en zich te laten uitkleedentot het haar eindelijk en ten laatste al te merkbaar in den zak. begon te komen en zij eensklaps ha ren schuldenlast tot eene onoverkomelijke hoogte opgestapeld zag. Nu begon men wat te knorrenen op zijne beurt om wijzigingen in de grondwet te vragen. Willem 1, die al zijne manoevres om België te behouden had zien feil slaanen merkte dat de Nederlanders de wonden begonnen te voelen, die hij hun geslagen, hadstapte er stilletjes uit, en ging met zijne millioenen en eene oude kennis als zijne jonge vrouw naar Berlijn. Hij deed zulks echter niet zonder ziju laatste kunststuk in het bedotten der natie volbragt te heb- hen zijne zoogenaamde wijziging der grondwet, die alles op den ouden voet liet. De natie had zich nogmaals laten bij den neus nemen. Eea» minister met eene zwakke gezondheid. Pas hadden wij voor den Heer Dirk Donker Curtius een plaatsvervanger bekomen, die tijdig genoeg met eene scheeps lading Oostersche liberaliteit uit Java was teruggekeerd, of het blijkt al weder, dat 's mans gezondheid te zwak is om den last eener ministeriële portefeuille te torschen. Verwon deren mag het niet, dat ieoiand het ongeluk heeft van eene slechte gezondheid te bezitten j maar vieeind is het niettemin dat hij dit niet eenige weken vroeger bemerkte, en alzoo liever dadelijk bij zijne benoeming, of nog vóór deze, be-- dankte voor eene eer, die te zwaar is voor zijne schouderen. Men weet dan ook wat men van die plotselings opkomende zwakke gezondheden van ministers te denken heeft. De ware zaak is deze. De heer Wichers is een zeer rond en regtscha- pen manweinig genegen om zich tc plooijen en in honderd boeten te wringenhetgeen in ministeriëlen stijl transigeren heet. Hij erfde van zijnen voorganger eenige gewogene maar te li^t bevondene wetsontwerpenmet nameop het regt van verecniging en vergadering en de ministeriële verantwoor delijkheid. De heer Wichers was nog bezig op den Oceaan rond te zwalken, toen die onderwerpen werden behandeld, en men mag dus aannemendat hij er niet volledig mede bekend was. Ook was hij een vreemdeling in de parlemen taire geschiedenis van de laatste dagen. Als, men na eene lange afwezigheid, vooral gedurende een tijd, waai in zoo veel is gebeurd, zoo plotselings midden in de jaken komt vallen, dan kan het niet anders, of men zal slechts een zeer opper vlakkig oordeel over velerlei onderwerpen kunnen vellen de bijzonderheden ontsnappen aan het oog, en de moeijelijkhe- den rijzen eerst bij latere behandeling op. Zoo verging het den heer Wichers. ilij vond, oppervlak kig beschouwd, geen bezwaar de erfenis des heeren Donker

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 1