ClcsMcaagfle ISeriglcu.
AY'EREF.ST, Mei 1849. Dikwijls zijn er luide klagten
opgegaan over het bestuur der gemeente Avereestzonder dat
men daartegen is opgekomen. -Om nu al "weder maar een
staaltje daarvan op te noemen, dient men te weten dat deze
steeds in bevolking toenemende Gemeente zoodanig in schuld
is geraakt, dat de Ingezetenen met elkander voorloopig ette
lijke duizende Guldens moeten opbrengen wil men met de
lang verzwegene oude schuld zoo wat gelijk komen. Die
Gemeente die geene bluschmiddelcnwegen, bruggen, weg-
verlichting of iets dergelijks te onderhouden heeft, is echter
eigenaresse van slechts eene brug die jaarlijksch een aardig
sommetje oplevert, doch men heeft tot heden de moeite niet
genomen dezelve te verhuren-of te verpachten; men geef hare
opbrengst zoo maar edelmoedig weg aan een gezeten burger
die buitendien een goed middel van bestaan heelt; ja de edel
moedigheid van het bestuur gaat ten dien aaniien zelts zoo
ver, dat men het onderhoud dier brug daarenboven, ten laste
der Gemeente brengt.
In geen land ter wereld bezit het volk meer speculatiegeest
dan in de Verecnigde Staten; daar verkoopt het alles wat
het kan verkoopen en verhuurt alles wat verhuurbaar is;
daar worden talenten, denkbeelden, zelfs deugden even ge
makkelijk omgezet als balen rijst of katoen. Een dier ilcnk-
beelden, in het vruchtbare brein van den een of ander Yankee
ontstaan wordt thans te New-York door zekere jufvrouw
Farnsham geëxploiteerd. Het programma door haar uitgege
ven luidt als volgt
«Getroffen door het eenzame leven, dat de goudzoekers in
Californie leiden moeteneven als de Romeinen vóór de
Sabijnsche maagdenroof genoodzaakt om in het gezelschap
van wilde vrouwen dobr fe brengenheeft mevr. Farnsham
het derwaarts zenden van minder wilde vrouwen ondernomen
die deze verlatene hartenwelke aan de oevers van de Sa-
cramento-rivier verzuchtingen slaken kunnen vertroosten. De
maatschappij., door haar opgerigtwint dagelijks nieuwe le
den en de Angeliqueeen prachtig vaartuig, waar alles aan
de sierlijkheid en het gemak is opgeofferd, zal naar het nieuwe
Eldorado eene menigte schoone- landverhuisters met gevoelige
harten overbrengen. Mevrouw Farnsham zal slechts eene
uitverkorene lading afzenden behalve de persoonlijke beval
ligheden de opvoeding, de geaardheid en de vereischte be
kwaamheden moet »de deugd der vrouwelijke passagiers door
een certificaat van eenen geneesheer of van eeneu geestelijke,
worden geconstateerd."
Zeker Amerikaansch dagblad, deze circulaire mededeelcndc
zegt het volgende
t De bezigheden der dames zullen even veelvuldig zijn als
de behoeften der bevolking, maar er is geene schadevergoe
ding, welke zij geen regt hebben te vorderen."
Een ander dagblad deelt de volgende tijding mede, zonder
twijfel om de onderneming van mevrouw Farnsham te begun
stigen. Zij luidt als volgt: Gutden tijding voor huwbare
jonge juferouwen.
Zekere dame, te San Francisco woonachtig, schrijft aan
een barer vriendinnen in Massachusetts
ii De huwbare vrouwen behooren hier «onder de meest ge
zochte waren; Californie is het eeriige land ter wereld, waar
zij op hare regte waarde geschat worden. Hier zijn vijf ma
len meer mannen dan vrouwen waardoor deze niet minder
noodig zijn om de pot te kooken als gene om goud te zoe
ken. In de laatste maanden hebben er meer huwelijken dan
in de laatste tien jaren plaats gehad. Voor naar de goud
streek te vertrekkendoen de vrouwelijke inboorlingen alles
wat zij kunnen om een blanken man meester te worden en
bij den tegenwoordigen staat van zaken hebben zij daar niet
veel moeite toe. Zeker katholiek priester heeft mij verzekerd
dat hij in de afgeloopene maand 110 blanken met iuboorlin-
gen gehuwd had.
De drie onderstaande adressen zijn thans hier ter stede in
omloop, cn reeds door een aanzienlijk getal der geachlste bur
gers onderteekend
Aan de Tweede Kvmer der Staten Generaal
van het Koningrijk der l\'ederlanden.
De ondergeleekendeningezetenen van dezen staat, achten
het zich ten pligtbij den achterlijken toestand van 's Rijks
financiën en het gebiedend noodzakelijke van bezuiniging in
de Staats-uitgavenmet gepastcn eerbied aan te dringen dat
het doel der bepaling van Art. 27 der grondwet bij elke
troonsbeklimming wordt-het inkomen der Kroon door de wet ge
regeldmet naauwgezetheid worde toegepast. Overtuigd,
dat juist bezuiniging op dat Inkomeneen' allergunstigsten
indruk bij de natie moet maken en eene belangrijke schrede
zal zijn, om tot verdere bezuiniging te kunnen komen, ver
zoeken zij met nadruk en vertrouwen uwe medewerking, om
hetzelve thans aanzienlijk te verminderen.
DeventerMei 1849.
Aan de Tweede Kamer der Stalen Generaal.
Mijne Heeren!
De ondei'getcekende ingezetenen der Stad Deventer, mogen
den aangename» indruk niet verbergendien de afstemming
van het ontwerp van wet op het regt van Vergadering en
Vereeniging op hen gemaakt heeft.
Naar aanleiding van de grondwettelijke bepalingen op het
inkomen der Kroon, zien zij eerstdaags een niet minder ge-
wigtig ontwerp vaq Wet te gemoet.
Zich overtuigd houdende, dat het U, mijne Heeren, niet
anders dan aangenaam kan zijn, den wensch der getrouwe in
gezetenen te vernemenaangaande de wijze waarop zij ver-
meenen dat het ware belang des Vaderlands behartigd wordt
zien zij zich aangemoedigd, ter uwer kennis te brengen, dat
hunne hoop in deze weder op U gevestigd is.
Door het onverwacht overlijden van Z. M. Willem II. is het
aan de Regering voorbehouden eene voordragt te doen be-
trekkefijk Art. 272de Afdceling der Grondwet.
Ondergeteekenden vreezen dat die voordragt noch aan hen
noch aan verre weg het grootste gedeelte der Natie zal vol
doen. Zonder overdrijving toch mogen zij verklaren dat het
verminderen van het inkomen des Konings immers in deze
provincie een volkswcnsch is geworden. Zij nemen de vrijheid
U te wijzen op den stoffelijken invloed daarvan op andere
hoog bezoldigde ambtenaren en tevens op den moreelen invloed
dien eene dusdanige wijziging alom in den lande zoude uit
oefenen, terwijl het hun bepaald gevoelen is, dat de waar
digheid eens Konings oneindig meer bevorderd wordt door
de liefde zijns volks, dan dooi- een groot inkomen.'
De overtuiging dat eene som van vijftien tonnen gouds aan
het Hoofd van den staat verstrekt, buiten alle evenredigheid
staat met den zwaren druk der belasting op dé nijvere klas
sen wordt alom zoo luide verkondigd dat ook voor de
rust des lands eene veranderina: in dezen als eene hoogst ge-
wenschte en noodzakelijke zaak beschouwd mag worden.
In het welbegrepen belang van Koning cn vaderland reke
nen zij het zich ten duren pligt de medewerking van U
Mijne Heeren, in te roepen: lot hot vaststellen van zulke
bepalingen, waarbij het jaarlijksch inkomen der Kroon, met
inbegrip van dat spruitende uit de domeinenniet meer dan
één Millioen Gulden bedrage.
Deventer21 Mei 1849. 't Welk doende.
Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal.
Mijne Heeren
De ondergeteekenden, ingezetenen der Slad Derenter, heb
ben met bittere teleurstelling kennis genomen van het aange
boden ontwerp van wet, tot regeling van liet kiesregt en de
benoeming van afgevaardigden voor de Tweede Kamer der
Staten Generaal.
Door volgens dit ontwerp de census voor steden als deze
op f 60 te bepalen, zullen van de ruim vier honderd kiezers,
welke in het vorige jaar bij het voorloopig kiesreglement dit
regt bezaten, een aanzienlijk aantal van de geachtste burgers
wier stand en beschaving hun dit regt moesten verzekeren
daarvan verstoken zijn.
De ontevredenheid, hierdoor ontstaande, zal zich weldra
algemeen doen gevoelen en zelfs zijdie dit regt zouden
blijven bezitten, zien zich geheel aan den invloed van de bui
tengemeenten overgegeven, waar de census tot op ƒ30 daalt.
Zij willen de berekening der regering niet ontcijferen, die
volgens de Memorie van Toelichting, haar tot diezc valsche
uitkomst heeft geleid; zij willen den maatstaf niet in handen
nemen in hoe verre de burgers der steden minder bevoegd
zijn tot eene doelmatige keuze hunner vertegenwoordigers dan
de bewoners ten platten lande; zij willen niet aantoonen
door wie van dit zoo hoog geschatte regt het meeste gebruik
zal worden gemaakt.
Zij verzoeken U slechts
Dat het der Tweede Kamer der Staten Generaal moge be
hagen, dit ontwerp niet aan te nemen, maar al hare po
gingen aan te wenden, opdat de census zoo laag moge worde
gesteld, dat zij,' die in het vórige jaar het kiesregt voor
de Tweede Kamer der Staten Generaal bezaten, daarin niet
alleen worden gehandhaafdmaar dat zelfs door meerdere
uitbreiding daarvan., de Natie meer in hare eens verkregene
vrijheden, haar bij de Grondwet toegekend, worde bevestigd.
Deventer, den 24 Mei 1849. 't Welk doende.
In Duitschland is men met de koningen en vorsten bij de gratie Gods
nog niet zeer te vredenen schijnt het democratisch principe zich meer
te doen gelden. De Rijksbestuurder is reeds afgezet, en velen, die zich
niet zeer volksgezind gevoelen, zoeken elders eene schuilplaats! Zoo zijn
er ook hier te lande reeds verscheiden Moffrikaansche behoudslui over
gewaaid. Ook de gewezen president der Nationale vergadering, vos Ga-
gern, wordt hier verwacht. De hertogin weduwe van Nassau (zuster
onzer koningin) is te 's Ilage gearriveerd. Aldaar heeft weder een ge
vecht tusschen militairen cn burgers plaats gehadwaarbij een onzer
dappere verdedigers des vaderlands (een lancier) ernstig gewond is. En